Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

De handschoen opgepakt

Richard Kamman
In Nederland zijn veel prachtige ontwikkelingen op het gebied van e-health gaande. De stroom van zorggerelateerde apps is daar een van. Helaas kunnen deze apps veelal maar lokaal - en dus beperkt - gebruikt worden. Standaardisatie en interoperabiliteit ontbreken waardoor landelijke uitrol en daarmee landelijke benutting achterblijft.
De handschoen opgepakt

In mijn blog van april 2015 heb ik beschreven dat de kennis, kunde en ontwikkelkracht in ziekenhuizen op het gebied van ict weliswaar enorm is, maar dat bundeling van deze potentie ontbreekt. Ik riep in dat stuk op tot landelijke

initiatieven om samen app’s te ontwikkelen (NAC, Nationaal App Center) of epd’s in te richten (NEC, Nationaal Epd Center).

Het wiel opnieuw uitvinden

Die handschoen is opgepakt. Het bestuur van de VIenG onderschreef mijn mening dat de Nederlandse zorgsector op verschillende terreinen van ict het wiel regelmatig opnieuw uitvindt. Er is nog te weinig samenwerking en uitwisseling van ideeën, van het overnemen van bestaande oplossingen tot de inzet om bewezen oplossingen samen verder uit te bouwen. Het bestuur heeft een platform opgericht van waaruit ideeën over centrale selectie, ontwikkeling, validatie, certificering en beheer van zorg-app’s en zorgsystemen kunnen worden uitgewerkt. Succes van dit initiatief zal zorgen voor efficiency en besparingen op zowel lokaal als landelijk niveau.

Meer bekendheid

Op het Medisch Informatica Congres op 29 en 30 oktober zal VIenG een presentatie verzorgen om meer bekendheid gegeven aan dit initiatief. De haalbaarheid ervan is namelijk een punt van aandacht. Een initiatief als dit vraagt inzet van mensen uit instellingen en van ziekenhuizen dat zij binnen hun ict-afdelingen capaciteit vrijmaken. Daarentegen zijn er al veel ontwikkelaars en ict-specialisten actief op genoemde werkterreinen. Misschien is het een kwestie van bundelen? In ieder geval zal van de response op dit initiatief afhangen of – en op welke termijn – daadwerkelijk resultaten worden geboekt.

Patiëntportalen

Resultaten zijn hard nodig, want onlangs bleek bijvoorbeeld uit de marktscan patiëntenportalen van het Nationaal Instituut voor ICT in de Zorg (Nictiz) dat patiënten weliswaar in staat zijn om hun medische gegevens te downloaden, maar dat ze er nog bitter weinig mee kunnen door gebrek aan standaardisatie en uitwisselbaarheid. Uniformiteit, standaardisatie en – nog beter – interoperabiliteit tussen app’s worden nu in de praktijk node gemist.

Platform van Quli

Gebeurt er dan helemaal niets gezamenlijk? Jazeker wel. Een mooi voorbeeld is Quli, een initiatief van een aantal zorginstellingen dat haar krachten heeft gebundeld om een platform aan te bieden waarop cliënten hun directe zorgvraag kenbaar kunnen maken en zorgverleners kunnen inspelen op de actuele behoefte van de cliënt. Dit levert een verhoging van kwaliteit en effectiviteit met beheersbare kosten. Als het daar goed werkt, waarom dan niet landelijk ingevoerd?

Fiware lab

Een ander noemenswaardig initiatief is gestart onder Europese vlag. Onder de naam FIWARE wordt gewerkt aan een kant-en-klare infrastructuur én een bibliotheek van standaardcomponenten voor het bouwen van apps en internettoepassingen, op Europees niveau. Voor ontwikkelaars komt een testomgeving met datacenterfaciliteiten beschikbaar die onder andere moet leiden tot standaardbouwstenen voor apps. Hierbij aanhaken zou mogelijk een snelle en doeltreffende invulling geven aan het pleidooi voor standaardisatie en uitwisselbaarheid van data in de zorg. Een kans die op z’n minst het uitzoeken waard is.

Op naar de eerste resultaten

Cruciaal zal zijn of het platform-initiatief leidt tot meerwaarde. En welke dan? Besparen we hier kostbare middelen, leveren we versneld resultaat, creëren we toekomstvaste resultaten op basis van standaarden en uitwisselbaarheid, kunnen we gezamenlijk apps valideren of certificeren? Het zou geweldig zijn als de aanzet van de VIenG in de beantwoording van deze vragen een aanjagende rol gaat spelen. Op het MIC in 2016 moeten dan zeker de eerste resultaten getoond kunnen worden.