Dat meldt artsenfederatie KNMG vandaag in de Volkskrant.
KNMG
Vijf jaar lang wordt de arts ondersteund door collega’s, familieleden en de werkgever. Op de werkplek krijgt de arts ondersteuning van een “buddy”, een collega die van de verslaving op de hoogte is. Er zijn geen precieze cijfers bekend voor Nederland maar men neemt aan dat het percentage artsen dat tijdens hun carrière verslaafd raakt ergens tussen de negen en twaalf procent ligt. Dat zijn cijfers uit Amerikaanse onderzoeken. Tot nu toe konden verslaafde artsen terecht bij het steunpunt ABS-artsen van de KNMG. Een stuk of zeventig artsen hebben zich daar gemeld. Nu wil de KNMG de ondersteuning groter opzetten.
Internationaal
Het hulpprogramma is gebaseerd op het internationale Physician Health Programs dat succesvol is in de Verenigde Staten en Canada. Daar komt 75 tot 85 procent van hun verslaving af. Overigens komen er ook berichten naar buiten over negatieve effecten van de Physician Health Programs in de Verenigde Staten. De programma’s zouden slecht gecoördineerd zijn en artsen op kosten jagen.
Controles
Maar in Nederland coördineert de KNMG het hulpprogramma. Artsen kunnen er aan meedoen op vrijwillige basis. Na het afkicken blijven zij vijf jaar onder controle van een bedrijfsarts die met speeksel-, haar en ademanalyses controleert of de arts nog clean is. Veel verslaafde artsen denken dat er niets te doen is aan hun probleem. De KNMG wil de artsen voor het vak behouden.
Dossier patiëntveiligheid
Patiënten en cliënten moeten kunnen rekenen op veilige zorg. Soms gaan er dingen mis en dat leidt tot incidenten en calamiteiten. Zorginstellingen zijn verplicht calamiteiten te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Evenals een patiënt of diens naaste kan de Inspectie een tuchtzaak aanhangig maken.