Meer waardering is al sinds 2001 één van de meest gewenste veranderingen, zo blijkt uit onderzoek binnen het Panel Verpleging & Verzorging van het NIVEL. Sinds 2001 volgt het NIVEL de veranderingen in het werk en de werkomstandigheden van verpleegkundigen, verzorgenden en sociaal agogen.
Feitelijke problemen
Volgens iets meer dan de helft van de panelleden is de top van de organisatie niet of nauwelijks op de hoogte van de feitelijke problemen op de werkvloer. Dit percentage is de laatste tien jaren stabiel gebleven. Een minderheid (47 procent) voelt zich voldoende gewaardeerd door de directie. De afstand tussen directie en werkvloer lijkt daarmee onveranderd groot. Verpleegkundigen, verzorgenden en sociaal agogen zijn betrokken werknemers. Sinds 2003 schommelt het aandeel dat zich in voldoende of sterke mate betrokken voelt bij de organisatie rond 82 procent. De rest voelt zich niet of nauwelijks betrokken.
Aantrekkelijk
Een andere factor die onlosmakelijk verbonden lijkt met de aantrekkelijkheid van het werken in de gezondheidszorg is de werkdruk. Meer handen aan het bed (75 procent), minder administratie (66 procent) en verlaging van de werkdruk (65 procent) zouden het werken voor veel zorgverleners aantrekkelijker maken. Verpleegkundigen, verzorgenden en sociaal agogen geven aan dat hun beroep (nog) aantrekkelijker wordt als het werk anders wordt georganiseerd. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen / Twitter / Beeld © ANP Lex van Lieshout)
Lees meer:
Opleiding voor HBO-verpleegkundigen van start
Cito-toets voor rekenvaardigheid verpleegkundigen
Verpleegkundigen in actie tegen Abvakabo
‘30.000 mbo-verpleegkundigen kun je niet missen’
Voor die schokkende percentages is een eenvoudige maar even schokkende verklaring. In de verpleeg- en verzorgingstehuizen waar ik bekend mee ben, worden vaak groeps-leidinggevenden aangesteld die acteren en denken volgens de wensen van de directie en er wordt veel minder gekeken naar de kwalificatie: ziet die groepsleider wat goed is voor de patiënten en kan hij of zij die ook vertalen naar opdrachten (die worden gecontroleerd) voor de groep. U kunt dat vaak zien: dan zit de groepsleider vaak bij de directie en ver weg van het belangrijke groepswerk is. Dan is er geen directie waarderingsmogelijkheid naar de groep. De groepsleider komt alleen (een of twee keer per maand !!) voor bijvoorbeeld een verkeerd ingevuld formulier (niet belangrijk) naar haar afdeling.