De NZa heeft bij de zorgspecifieke fusietoets beoordeeld of de ziekenhuizen hun fusievoornemen wel netjes hebben voorgelegd aan de cliëntenraden, ondernemingsraden en andere betrokkenen bij de fusie. De check is puur procedureel en niet inhoudelijk. De NZa heeft op 7 mei bekendgemaakt dat het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht en de Rivas Zorggroep in Gorinchem hun plannen zorgvuldig met iedereen hebben afgestemd. Daarnaast hebben de partijen voldoende inzicht gegeven in de effecten voor de cruciale zorg. Aan de spoedeisende hulp en de acute verloskunde verandert de fusie niets.

Verder bij ACM

Ook de procedure bij de ACM is in een vergevorderd stadium. De ACM kijkt naar de gevolgen voor de keuzevrijheid van patiënten en de mogelijkheden die verzekeraars hebben om keuzes te maken bij de zorginkoop. Een jaar geleden blokkeerde de ACM nog de fusieplannen omdat de onderlinge concurrentie zou wegvallen en omdat de ziekenhuizen onvoldoende hadden laten zien wat de voordelen van de fusie waren.

Op bezoek bij ACM

De raden van bestuur hebben schriftelijk al gereageerd op de overwegingen van de ACM. Eind mei gaan ze langs bij de ACM voor een gesprek. De cliëntenraden hebben al gepraat met de ACM. ‘Zij zijn voorstander van de fusie. Die afweging hebben ze zelfstandig gemaakt. En ze hebben zelf om een afspraak gevraagd bij de ACM. Daar zijn ze zonder de bestuurders langs geweest’, licht Taks toe. ‘Patiënten vinden het belangrijk dat de basiszorg in het ziekenhuis “om de hoek” intact blijft. Dat kan dankzij de fusie. De basiszorg blijft beschikbaar op onze locaties in Dordrecht, Zwijndrecht, Ridderkerk en Gorinchem. De complexe zorg concentreren we in het topklinische ziekenhuis in Dordrecht. Maar we gaan niet maximaal integreren. De spoedeisende hulp, intensive care en verloskunde blijven intact op de hoofdlocaties in Dordrecht en Gorinchem. Er blijft voldoende keuzevrijheid. Voor patiënten uit Dordrecht ligt Rotterdam-Zuid op tien kilometer. Mensen uit Gorinchem kunnen uitwijken naar Tilburg, Breda of Utrecht.’

Samenwerken is markt verdelen

Waarom is een fusie eigenlijk nodig als de ziekenhuizen toch niet willen samensmelten? ‘De Mededingingswet blokkeert voor ons intensievere samenwerking op maar liefs twintig terreinen’, legt Taks uit. ‘De ACM kan wel roepen dat samenwerking kan, maar de wet zegt wat anders. Dat hebben we juridisch laten toetsen. De ziekenhuizen werken al ruim tien jaar samen. Het initiatief daarvoor lag bij de dokters. Maar ze komen niet verder. Zij willen afspraken maken welke patiënten waar behandeld moeten worden. Maar volgens de wet verdelen we dan de markt omdat we patiëntenstromen sturen. We komen alleen verder met een fusie.’

Meer gewicht cliëntenraad

De grootste weerstand tegen de fusie ligt bij zorgverzekeraars. Zo waarschuwde VGZ-bestuurder Ab Klink voor het risico op minder keuzevrijheid en race naar de bodemprijs, zonder specifiek op één fusie te wijzen. Taks vindt dat elke fusie in de context van de lokale situatie moet worden bekeken. ‘Een megafusie in een grote stad is iets heel anders dan een fusie in een landelijk gebied als het onze. Patiënten in de dorpen in onze regio hechten erg aan de toegankelijkheid van zorg. Hun oordeel zou in mijn optiek meer gewicht moeten krijgen, want ze kunnen de lokale situatie goed inschatten.’