Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties8

Verzorgingshuis is ook straks de beste plek voor ouderen

Michiel Wentges
Een van de belangrijkste hervormingen in de AWBZ is het ingezette traject van het ‘scheiden van wonen en zorg’. De zittende verpleeghuisbewoners worden ontzien, maar er worden nog maar mondjesmaat nieuwe bewoners in een instelling geplaatst. Geleidelijk ontstaat leegstand. De bijbehorende kosten verdwijnen uit de AWBZ en worden neergelegd bij twee partijen: de klant en de gemeente. De zorginstellingen krijgen hierdoor de opgave hun bestaande vastgoed op een andere wijze te exploiteren, bijvoorbeeld door directe verhuur aan de cliënt, nieuwe functies, onderhuurders, afstoting). De gemeenten zullen de, voorheen door de zorginstelling geleverde zorg, middels de Wmo, beschikbaar moeten stellen. De overige, in het oude systeem via de AWBZ afgedekte diensten zoals maaltijdvoorziening, schoonmaak en wasservice zal de klant, net als de huur, zelf moeten betalen.
Verzorgingshuis is ook straks de beste plek voor ouderen
Foto: ANP Photo

Inzet van de operatie ‘scheiden wonen zorg’ is feitelijk de (vergoedingen voor) verzorgingstehuizen afschaffen. Bijkomstigheid is dat de bewoners noch hun problemen kunnen worden ‘afgeschaft’. Die zijn er, en die blijven komen. Langer thuis (blijven) wonen is het devies, maar er zal een grote groep zijn die ‘te goed’ is voor het verpleeghuis, maar ‘te slecht’ voor zelfstandig wonen. Een groot deel van deze groep lost zijn eigen probleem op: door mantelzorg, bijbetalen voor extra hulp, of bewoning van een appartement in een seniorencomplex met alle noodzakelijke voorzieningen. Voor de sociaal en financieel bevoorrechten zijn dat voor de hand liggende mogelijkheden. Maar er is ook een groep met een beperkt sociaal vangnet, een laag pensioen en geen afgelost eigen huis of ander vermogen. Wat kunnen deze mensen eigenlijk betalen, en waar kunnen zij in de toekomst terecht?

Wie betaalt: bepaalt
De meest recente data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2010) geven inzicht in het inkomen van 65-plussers. Uit hun grafiek (zie bijlage) is af te leiden dat circa 25 procent van de 65+-huishoudens ( 450.000) naast de AOW een aanvullend inkomen heeft van maximaal 500 euro per maand. De groep die een aanvullend inkomen (pensioen) heeft tot 1000 euro per maand is bijna 50 procent ofwel een kleine 900.000 huishoudens.

Rekensom
Een rekensom op basis van de door het Nibud geïnventariseerde gemiddelde uitgaven voor ouderen leert dat een alleenstaande met een AOW-uitkering en een aanvullend pensioen van 250 euro (circa 20 procent van de huidige populatie verzorgingshuisbewoners) in staat is ongeveer 450 euro huur te betalen. Hierbij is rekening gehouden met een bijdrage aan algemene diensten (receptie, tuinonderhoud, huismeester) van 150 euro per maand, wat laag is. Het bijgevoegde dashboard 1 laat dit zien. Overige diensten, zoals wassen en schoonmaak, zijn hier niet in meegenomen.

Besteedbaar bedrag
Ook de groep met een hoger pensioen en/of vermogen komt op hetzelfde besteedbare bedrag voor de huur uit, vooral doordat het recht op huurtoeslag wegvalt.Dashboard 2 laat een situatie zien met een pensioen van 650 euro en een vermogen van 50.000 euro. De vrij te besteden uitgaven liggen bij eenzelfde huur (450 euro) en dezelfde overige uitgaven rond het minimum dat gewenst is: 293 euro per maand. Ter vergelijk: een verzorgingshuis ontvangt momenteel ongeveer 800 euro aan woonvergoeding plus ruim 900 euro voor overige hotelmatige voorzieningen (de zogeheten verblijfskosten als eten en schoonmaak) per maand per bewoner. Nogal een verschil!

Geclusterde woningen
De vraag is hoe de toekomstige zorgbehoeftige ouderen een beschutte omgeving geboden kan worden met de benodigde faciliteiten. Ze kunnen niet in hun huidige woningcorporatiewoning blijven wonen en vervangende voorzieningen zijn in de meeste gemeenten niet beschikbaar. De oplossing zal liggen in geclusterde woningen van beperkte afmeting. Immers, om budget over te houden voor de inkoop van de benodigde extra zorg en ondersteuning kan niet te veel aan de huisvesting (huur) worden besteed.

Verzorgingshuizen
De bestaande verzorgingshuizen zijn dan tóch de meest voor de hand liggende oplossing. Vooral gebouwen die al grotendeels zijn afgeschreven, bieden de ruimte voor bescheiden één- of tweekamerappartementen en zijn zodoende exploitabel bij een lage huur. Van belang is dat de zorginstelling de aanvullende diensten af gaat prijzen: inzicht in kosten en (mogelijke) opbrengsten.

Budgetten
Daarnaast is er de uitdaging om binnen de beschikbare budgetten ook nieuwe complexen te ontwikkelen. Daarbij zullen, voor de verschillende doelgroepen (zowel in financiële – als in sociaal-economische zin) verschillende concepten ontwikkeld moeten worden: de een hecht nu eenmaal meer aan ruimte en minder zorg, voor de ander is het omgekeerd. Dat de ouderenzorg in alle opzichten een maatje kleiner wordt voor een grote groep mensen behoeft verder geen betoog.

Taak voor de gemeente
Voor de gemeente ligt er ook een taak. Zelfs in de bij wijze van grap aangekondigde bejaardenhuisvesting in de voormalige Koepelgevangenis in Breda zou de sobere huisvesting ongeveer 900 euro per maand kosten. Voor de groep 65+-huishoudens met een aanvullende pensioen tot 1.000 euro in de maand en zelfs een gedeelte van de groep met een hoger aanvullend inkomen is dat te duur. In samenwerking met zorginstellingen en corporaties zijn zeker creatieve oplossingen mogelijk, maar de groeiende handicaps van deze groep inwoners vraagt om meer. Bijvoorbeeld aanvullende inkomenssteun om een menswaardig bestaan te garanderen.

Overleg gewenst
Om bovenstaande problematiek het hoofd te bieden, is overleg gewenst. Tussen gemeente, woningcorporatie en zorginstelling. Samen moeten zij vaststellen hoe groot de (toekomstige) problemen zijn. Goed inzicht in de doelgroepen – voor ‘wie’ maak je ‘wat’ –, leefstijl en budget is daarbij noodzakelijk. Daarna kunnen bijbehorende oplossingsrichtingen worden bepaald. Stilzitten is geen optie, de grijze golf komt er aan.

 

Michiel Wentges, algemeen directeur BoB Advies
Bekijk hier dashboards 1 en 2

8 REACTIES

  1. Lees alle reacties
  2. @Biba Troost schrijft: ”en laat mensen die serieus nadenken over problemen en mogelijke oplossingen in de zorg met rust”.
    Dat soft nadenken heeft nu na dertig jaar een onbetaalbare en — door iedereen zo gezien — een slechte zorg opgeleverd.
    Flink blijven nadenken, daar komt een patient op tijd mee op het toilet, buiten dat hij of zij uren in de eigen …. zit en dan heeft hij plots ook lekker warm eten, etc etc.

  3. Wanneer stopt Adje Rem en zijn klik het algemene onzingezwets. Ventileer je maatschappelijke frustratie ergens anders en laat mensen die serieus nadenken over problemen en mogelijke oplossingen in de zorg met rust. Als je werkelijk zo begaan bent met de zorg, vervuil dan niet de inhoudelijke discussies met altijd dezelfde opmerkingen, ongeacht de thema. Het klinkt als een kapotte LP.

  4. @adje rem. Midden in de roos. Geweldig. Vooral de euthanasie-zin; die mag van mij zo spoedig mogelijk 100% gedoogd worden; ik heb teveel ellende gezien van manieren van oud worden en zeker van manieren van een definitief einde.
    De tragiek van de vele manieren van ouder worden heeft veel te maken met de steeds meer binnentredende Oost Europese toestanden in onze verpleeg en verzorgingstehuizen; nog even en de oudjes zeggen: de koolsoep vond ik koud en de chappie en wiskas was teveel en het laatste toetje is een half jaar geleden en dat was ook nog over de datum.

  5. Er staat één klein zinnetje in dit artikel dat waarschijnlijk een groot probleem kan vormen: ‘Van belang is dat de zorginstelling de aanvullende diensten af gaat prijzen: inzicht in kosten en (mogelijke) opbrengsten.’ Mij lijkt dat de enige manier om dit affectief af te prijzen is: achterwege laten van deze diensten die in de alinea erboven nog worden aangeduid met ‘benodigde diensten’, ze zijn wel nodig dus. Dat werpt de vraag op welke diensten niet meer door de instelling geleverd worden en wie dan deze taken voor de bewoners zal verrichten.

  6. Een praktisch probleem bij deze transitie is hoe gemeenten straks omgaan met de bestemmingswijziging van oude verzorgingshuizen. Het verhuren van appartementen in verzorgingshuizen aan de doelgroep ZZP1-4 past niet binnen de ‘maatschappelijke bestemming’, maar vraagt om een woonbestemming. Zijn hier al praktijkvoorbeelden van bekend hoe partijen hiermee om gaan?

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.