In de vijf jaar tijd dat Houtman werkt als directievoorzitter is het mes gegaan in de administratie en het overleg bij
Belastinggeld
“Het geld moet zo zuinig mogelijk worden besteed”, aldus Houtman in BN/DeStem, “maar tegelijkertijd moet de zorg die we leveren wel voldoende zijn. Soms moet je uitleggen dat je dienstverlening – veelal opgelegd door het Rijk – onvoldoende dreigt te worden. Wat wij de technische hygiënezorg noemen, bijvoorbeeld. De GGD moet van de overheid alle peuterzalen en kinderdagverblijven controleren en die zijn in aantal ontzettend toegenomen. Verder hebben we voor de opvoedingsondersteuning, zoals minister Rouvoet dat graag ziet, geen mensen.”
Overdrijving
Reden voor ongerustheid is er niet, volgens Houtman. “Nee, sommige gemeenteraadsleden overdrijven de gezondheidsrisico’s wat. En wij geven aan dat de grenzen van het opkrikken van de doelmatigheid bereikt zijn: na drie jaar nullijn kunnen we het met het huidige budget niet meer opknappen. Het zou ook simpeler kunnen, als bijvoorbeeld voor een stichtingsvorm was gekozen.”
Productiviteit
Houtman ziet een omslag in het denken als de belangrijkste reden voor de toegenomen productiviteit. “We hebben het leiderschap hersteld. De democratie van de werkvloer is omgeruild voor deskundigheidsmacht: de directie bepaald wat er gebeurt. Daarnaast hebben we de in Nederland gebruikelijke vrouwelijke mentaliteit – het zorgzaam zijn naar collega’s – ingeruild voor een meer mannelijke: medewerkers moeten zelf verantwoordelijkheid nemen en elkaar daarop aanspreken. En dat is een hell of a job.” (Zorgvisie – Nico van Wijk)
Lees ook