In 2013 en 2014 houdt de zorgautoriteit verscherpt toezicht in de GGZ. Onlangs pakte de toezichthouder drie zorgaanbieders in de GGZ aan. Twee ervan brachten behandelingen in rekening die niet geleverd waren en de derde werkte niet mee aan controles door de zorgverzekeraar. Ook voerde de NZa intensieve gesprekken met vier zorgverzekeraars over de wijze waarop zij declaraties in de GGZ controleren.
Uitsluiten
De NZa schrijft: ‘Zorgverzekeraars hebben een cruciale taak in het tegengaan van onjuiste zorgrekeningen, maar hebben hiervoor nu te weinig mogelijkheden. De zorgverzekeraars moeten nu namelijk ook declaraties van zorgaanbieders waar geen contract mee is, (deels) vergoeden. Om te zorgen dat de verzekeraars hun controlerende taken beter kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk dat artikel 13 van de Wmg snel aangepast wordt. Dan hebben verzekeraars wél de mogelijkheid om bijvoorbeeld in de inkoop zorgaanbieders uit te sluiten die niet correct declareren.’
Declaraties
Zelf heeft de NZa haar regels voor het declareren in de GGZ op een aantal belangrijke punten aangescherpt. Wie hoofdbehandelaar mag zijn, is beperkt en op de declaraties moet duidelijk staan welk beroep en verantwoordelijkheden die heeft en welke medebehandelaars betrokken zijn. Ook moet de (in)direct patiëntgebonden tijd vermeld worden, net als de zorgvraagzwaarte. Verder is er in de bekostiging onderscheid gemaakt tussen zorg die wel en niet in het basispakket zit, zodat een zorgaanbieder onverzekerde zorg niet als verzekerde zorg kan declareren.
Artikel 13 van de Wmg? De schrijver bedoelt vast artikel 13 van de Zvw.