Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties5

Ggz kan inkoopbeleid verzekeraars ondersteunen

Mark van Dorresteijn
De ggz kan het inkoopproces van verzekeraars ondersteunen door zelf brede veldnormen op te stellen en te implementeren. Zorgaanbieders kunnen zo zelf voorkomen dat het inkoopproces extra werk oplevert. Dat stelt minister Schippers van VWS in antwoorden op Kamervragen van Henk van Gerven van de SP.
Ggz kan inkoopbeleid verzekeraars ondersteunen

Van Gerven stelt de vragen na een eerder bericht op Zorgvisie over het inkoopbeleid van zorgverzekeraars in de ggz. De ggz-aanbieders klagen dat verzekeraars strenger zijn en minder zorg inkopen. Bovendien wordt de ggz overspoeld met bureaucratie.

Veldnormen

Aan dat laatste kunnen aanbieders zelf ook iets doen, oppert Schippers. ‘Zorgverzekeraars stellen eisen aan zorgaanbieders met het oog op de kwaliteit en de transparantie van de zorg. Het doel hiervan is betere zorg voor de patiënt. Dat doel onderschrijf ik. Tegelijkertijd zie ik dat het voor zorgaanbieders extra werk oplevert om aan alle verschillende eisen te voldoen. Dat extra werk zou beperkt kunnen worden doordat veldpartijen met elkaar veldnormen opstellen, bijvoorbeeld voor het hoofdbehandelaarschap of voor wat in een verwijsbrief zou moeten staan of voor een uniform screeningsinstrument voor huisartsen.’ Ze vindt wel dat zorgverzekeraars de mogelijkheid moeten behouden om zich te onderscheiden van elkaar en zij moeten de kwaliteit kunnen blijven bevorderen, ‘maar professionals en zorgaanbieders kunnen bijdragen aan het beperken van de administratieve lasten door breed gedragen veldnormen op te stellen en te implementeren.’

Discussie over contract

De zorgaanbieders in de ggz klaagden ook over het gebrek aan discussie met de verzekeraars. Door het grote aantal zorgaanbieders verliepen de contractonderhandelingen digitaal. Zorgaanbieders kunnen daardoor ervaren dat er geen andere keuze is dan te tekenen bij het kruisje, geeft Schippers toe. ‘Uiteraard is het wel van belang dat de zorgverzekeraar goed bereikbaar is voor de zorgaanbieders, dit is ook een aandachtspunt in de “Good contracting practices” van de Nederlandse Zorgautoriteit. Deze “Good contracting practices” worden momenteel geëvalueerd en zullen nog dit voorjaar geactualiseerd worden.’ De NZa verwacht dat partijen zich aan de geschetste kaders houden. Gebeurt dat niet, dan kan de NZa nadere regels stellen.

Monitor Zorginkoop 2014

De NZa kwam gisteren ook met de monitor Zorginkoop 2014. Daarin stelt de NZa voor dat zorgverzekeraars nog scherper in gaan kopen. Niet-gecontracteerde zorg moet, als het aan de NZa ligt, niet langer vergoed worden. Ook moet het inkoopproces eerder van start gaan zodat zorgaanbieders meer tijd hebben voor de onderhandelingen. Ook stelt de NZa geen noodzaak te zien om de inkoopmacht van zorgverzekeraars aan banden te leggen. Aanbieders in de ggz hadden daarom gevraagd omdat vanwege de zeer beperkte onderhandelingsruimte. ‘Enige inkoopmacht aan de kant van de zorgverzekeraars is juist nodig om de publieke belangen voor de verzekerden en patiënten te beschermen’, aldus de NZa.

Zorginkoop

Zorgverzekeraars kopen zorg in bij zorgaanbieders. De contractonderhandelingen verlopen niet altijd even gemakkelijk. Hoe het de partijen vergaat, leest u in het dossier zorginkoop.
Bekijk het dossier

5 REACTIES

  1. Het zou fijn zijn als de minister zegt dat zij een doel ondersteunt, dat ze aangeeft op basis van welke evidentie zij dat is gaan doen. Door inzichtelijk te maken hoe ze aan haar bevinding komt, kunnen we dan allemaal nagaan of de bewering valide is.

  2. Lees alle reacties
  3. Ik begrijp de reactie van Peter en Rotimm. Daarom is er ook behoefte aan een onafhankelijk en overkoepelend kader op initiatief van het werkveld/klantproces zelf, en op basis waarvan zorgondernemers en branches op hun eigen wijze notitie nemen van- en invulling geven aan kwaliteit, continuiteit en onderscheidende meerwaarde. Maar dat inzet en uitkomst hiervan op klant- en organisatieniveau wel op valide wijze inzichtelijk te maken is voor de stakeholder en naleving van het kader onafhankelijk getoetst.
    Zorgverzekeraars en gemeenten zouden zich op hun beurt eveneens aantoonbaar consistent moeten verhouden tot reguliere wetgeving en afspraken rondom inkoop en contractering. De taak van NZA en VWS om de uiteindelijke spelregels vast te stellen. Regionale ”Verdeel en heers cultuur” moet worden voorkomen of plaatsmaken voor landelijke standaardisatie van een integraal ondernemerskader en randvoorwaardelijke uitgangspunten. Zodat er een gedeeld referentiekader ontstaat waarlangs alle betrokkenen op aanspreekbaar zijn vanuit de ordening en functiescheiding van het zorgstelsel.

  4. Eens met Peter van Drunen. Veelal als het veld dingen zelf ontwikkeld, gaan verzekeraars er mee aan de haal. Neem ook de zorgvraagzwaarte, waarvan iedereen weet dat dit in een ontwikkelstadium bevindt. Als het aan verzekeraars ligt, wordt het al bepalend binnen de DBC’s. Mirro screener wordt ingevoerd door Achmea voor de basis ggz, terwijl het instrument zelf nog niet eens wetenschappelijk goed onderzocht is. Partijen moeten er mee gaan werken, anders dreigt een korting van 15%. Terwijl huisartsen al weer aan een ander instrument werken en veel instellingen en praktijken het dus met veel hangen en wurgen voor 1 of 2 jaar moeten invoeren. En zo zijn er meer voorbeelden uit het verleden en het heden te noemen.
    Door alle opgelegde eisen ontstaat een bureaucratische wereld die niets meer met patientenzorg te maken heeft (weglekken van geld voor goede zorg). Maar door alle krimp en tariefsverlagingen, in combinatie met de toenemende eisen, is er ook weinig ruimte meer voor innovatie en het nader afstemmen van die veldnormen (die er overigens ook al heel veel zijn). Een neerwaartse spiraal, waaraan de minister zich lijkt te onttrekken.

  5. De suggestie die uit de reactie van de Minister spreekt is dat zorgverzekeraars zo streng zijn omdat het veld in gebreke zou blijven bij de ontwikkeling van ‘brede veldnormen’. Dit is deels terecht, maar deels ook pure lariekoek. Immers: ook wanneer het veld veldnormen ontwikkelt, storen zorgverzekeraars zich daar niet aan, en stellen zij vrolijk aanvullende regels. Dit geldt bij voorbeeld voor het hoofdbehandelaarschap in de GGZ: er ligt een veldnorm, onderschreven door de minister, maar zorgverzekeraars legen deze naast zich neer, en komen zonder enige argumentatie met eigen regels. Dit leidt ertoe dat zorgprofessionals die volgens de veldnorm als hoofdbehandelaar op mogen treden, in de praktijk door zorgverzekeraars worden uitgesloten van het hoofdbehandelaarschap. Ditzelfde geldt voor evidence based practices: er is een wereld aan veldgedragen richtlijnen, maar zorgverzekeraars komen vrolijk met eigen richtlijnen en instrumenten, in de regel met een belabberde wetenschappelijk onderbouwing.
    De situatie is niet dat veldpartijen niets doen en zorgverzekeraars dus hun verantwoordelijkheid nemen. De situatie is dat het veld afspraken maakt, waar ook zorgverzekeraars bij betrokken zijn, en dat zorgverzekeraars vervolgens de ruimte nemen en krijgen om de afspraken aan hun laars te lappen, en eigen aanvullende regels te stellen. Dat is geen marktwerking, maar eenzijdig misbruik van marktmacht.

  6. Branche (breed) veldnormen vaststellen is een buitengewoon goed idee. Helemaal als dit vanuit het zorgondernemend werkveld zelf wordt aangedragen of omarmd. Initiatief tot pro-actieve verantwoording hoort qua ordeningsbeginsel ook daar, en niet bij randvoorwaardelijke stakeholders (financier, beleidsmaker,toezichthouder). Hoewel we vandaag nog in de impasse leven wat dit betreft. Partijen houden elkaar in de greep wat betreft maatschappelijke verantwoording.
    Zou het Improvement Model als keurmerk nieuwe stijl, afzonderlijke branches kunnen overbruggen in 2014/2015? Ja dat kan! Omdat de positie van de klant/burger/verzekerde qua normering en indicatoren identiek en op uniforme wijze navolgbaar is en onafhankelijk toetsbaar (certificerende instelling). Daarnaast zorgt de verwijzing naar van toepassing zijnde kwaliteitsrichtlijnen van Trimbos, Vilans, Inspectie etc (zoals gebundeld door het Nederlands kwaliteitsinstituut) ervoor dat het professionele- en strategische terrein dat branches vertegenwoordigen bewaard blijft.
    Het zou dan wel wenselijk/noodzakelijk zijn wanneer zorgverzekeraars algemene criteria indikken en uniformeren. Dat er dan wat onderscheidende criteria overblijven is prima, maar de basis zou prima gebundeld moeten kunnen worden nietwaar? Geldt toch ook voor gemeenten eigenlijk?

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.