Of de wettekst van de Wlz kwalitatief goed is en of de wet uitgesteld moet worden, waren gisteren de hoofdkwesties. Op de vraag van Tweede Kamerlid Mona Keijzer (CDA) of er iemand  van de aanwezigen vertrouwen heeft dat de transitie van langdurige zorg goed zal komen, blijft het lang stil. Tot Jantine Kriens, directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het woord neemt. ‘Ik verbaas mij over deze vraag. We krijgen afgelopen weekend ‘out of the blue’ te horen dat de verzekeraars ineens de Wlz willen uitstellen. Omdat ze hun declaratiesystemen niet op tijd aangepast krijgen. Dan zeg ik: je zet maar een tandje bij. Laat het alsjeblieft niet zo lang duren. We zijn al tien jaar in discussie over deze overheveling en ik constateer dat uitstel juist leidt tot meer onzekerheid  voor gemeenten en dat we juist achterop komen doordat we steeds uitstellen.’

Geld als water

De zorgverzekeraars worden vertegenwoordigd door Ton van Houten, bestuursvoorzitter Zorg en Zekerheid en VRZ Zorgverzekeraars. Hij vraagt zich wat het probleem is als de wet een jaar uitgesteld wordt. ‘Ik zie niet in waarom de Wlz iets later ingevoerd kan worden dan de Wmo en de aanpassing van de Zorgverzekeringswet (Zvw). We zien nu dat er geld als water bij moet bij de overheveling van zorg naar de gemeenten om het haalbaar te maken. Met uitstel voorkomen we dat dit ook voor de Wlz nodig is.’ Hierop reageert Kamerlid Vera Bergkamp (D66) dat de samenwerking tussen verzekeraars en gemeenten in het transitietraject schijnbaar nog wat te wensen overlaat.

Wal en schip

De verzekeraars krijgen bijval van directeur Aad Koster van brancheorganisatie ActiZ. ‘Ook ik zie niet in welke mensen precies tussen wal en schip zullen vallen als we de Wlz een jaartje uitstellen. Zeker niet met de garantie dat zij in het overgangsjaar dezelfde rechten houden.’ Hiermee reageert Koster onder ander op Julie Meerveld van Alzheimer Nederland. Zij vreest dat de onduidelijkheid alleen maar groter wordt voor haar achterban als de drie grote zorgwetten niet gelijktijdig worden ingevoerd. Van de aanwezige Kamerfracties spoort de oppositie, onder aanleiding van het CDA, aan op uitstel. De coalitiepartijen VVD en PvdA bieden hierover echter geen enkele ruimte.