De bestuursvoorzitter hekelt de vertragingstactieken van de zorgverzekeraars: ‘Overal in de wereld worden dergelijke protonenfaciliteiten gebouwd maar in Nederland zeggen de zorgverzekeraars uit financiële motieven: ‘We weten het niet zo zeker’. Ik heb me daaraan kapot geërgerd’.
UMCG
Nu regelt het UMCG het gewoon zelf. Aartsen hoopt aan voldoende investeerders te komen om een eigen protonencentrum te kunnen bouwen: ‘Als we die steun krijgen, gaan wij de marktwerking in december eens omdraaien. Dan maken we in de maand dat mensen kunnen overstappen een lijstje van zorgverzekeraars die ons wel contracteren voor de protonen en dan kunnen de patiënten zelf kiezen.’
Protonentherapie
Protonentherapie is een bestralingsvorm die veel nauwkeuriger is te richten dan de huidige radiotherapie. Hierdoor treedt minder schade aan het omringende weefsel op en kan bovendien de stralingsdosis op de tumor groter zijn. Buitenlandse protonencentra melden goede resultaten bij bepaalde vormen van kanker. Sinds begin vorig jaar zijn vier Nederlandse protonencentra in oprichting in het bezit van een vergunning van VWS: ZON PTC in Maastricht, Holland PTC in Delft, Amsterdam Proton Therapy Center en UMCG PTC in Groningen.
Zorgverzekeraars
Alle vier dachten binnen enkele jaren te kunnen openen. Totdat Zorgverzekeraars Nederland in juli 2014 besloot om slechts één centrum te contracteren. Onderzoek in opdracht van ZN wees namelijk uit dat de meerwaarde van protonentherapie voor grote groepen nauwelijks wetenschappelijk is bewezen en dat de investeringskosten erg hoog uitvallen. Econoom Marcel Canoy, medeauteur van het rapport, zegt tegen Zorgvisie: ‘Het gaat erom dat er niet hopeloos veel verzekeringsgeld wordt verkwist. In Duitsland behandelen de twee centra per jaar 400 patiënten en daar is al onbenutte capaciteit.’
Mededingingswet
Elk centrum heeft een businesscase opgestuurd naar ZN. Sindsdien ligt alles stil. Volgens ZN omdat de businesscases onderling nauwelijks vergelijkbaar zijn. ZN wil eerst gezamenlijke, transparante en objectieve criteria opstellen om de financiële informatie beter te kunnen interpreteren. Omdat het kiezen van maar één centrum problemen met de Mededingingswet zou kunnen opleveren, moet ook de ACM naar de plannen kijken. Aartsen: ‘Dat gaat zo weer een jaar duren. We kunnen dat in het belang van de patiënten niet laten gebeuren.’ Aanvankelijk leken de vier centra van plan om hun krachten te bundelen. Dat lijkt met de uitspraak van Aartsen niet meer het geval.