De NVZ heeft naar eigen zeggen een uiterste poging gedaan om tot een afspraak te komen. Maar de Federatie Medisch Specialisten (FMS) en de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) hebben het laatste NVZ-bod woensdagavond 28 oktober van tafel geveegd. De NVZ heeft de afgelopen maandag de indruk gehad dat de LAD en de FMS bereid waren tot een compromis. ‘Bij de totstandkoming van de AMS in 2014 was al overeengekomen om de vrijvallende werkgeverspremie minus de (toen nog niet bekende) overheidskorting uit te geven aan een tegemoetkoming. Ook in de afgelopen maanden is er op deze wijze in het overleg gerekend en gezocht naar een oplossing. Totdat de LAD, FMS en FBZ vorige week met een tegenvoorstel kwamen waarmee ze de overheidskorting terzijde schoven en een meer dan volledige compensatie vroegen’, schrijft de NVZ in een persverklaring.

Tegenvoorstel LAD en FMS

Het tegenvoorstel van de LAD en de FMS bevat een volledige compensatie op het premieniveau van 2014. Maar dat ligt hoger dan in 2015, het jaar waarin de premies vrijvallen. Ook willen de medisch specialisten de garantie dat bij een toekomstige verdere verlaging van de aftoppingsgrens dezelfde maatregelen worden genomen. Ten slotte willen LAD, FMS en FBZ aanvullend een extra compensatie voor deeltijders.

Onacceptabel voor NVZ

Voor de NVZ zijn deze eisen niet acceptabel. Het voorstel leidt tot extra kosten die niet gedekt worden door de vrijvallende werkgeverspremies die de ziekenhuizen daadwerkelijk ontvangen. Bij uitvoering moeten deze extra kosten worden betaald door de patiënten of door de medewerkers met een inkomen onder de 100.000 euro. Deze consequentie, met mogelijk een verlies aan enkele honderden arbeidsplaatsen, wil de NVZ niet voor haar rekening nemen.

Voorstel NVZ

Vanuit het uitgangspunt ‘de ziekenhuizen hoeven er niet beter van te worden maar ook niet slechter’ heeft de NVZ naar eigen zeggen de vakbonden een uiterst voorstel gedaan. In dit voorstel geven de ziekenhuizen alle middelen die vrijkomen (werkgeverspremies minus het deel dat de overheid inneemt) uit aan de tegemoetkoming. Dit komt neer op een jaarlijkse tegemoetkoming van 6,25% over het pensioengevend inkomen boven de 100.000 euro. Dat is meer dan de helft van het vrijvallende werkgeversdeel in de pensioenpremie. De NVZ wil dit overeenkomen voor 2015 en 2016, om later met de vakbonden afspraken te maken over de vorm waarin dit nadien gecontinueerd kan worden.

Advies aan de NVZ-leden

Na het mislukken van het overleg, zijn de onderhandelingen in een impasse geraakt. Het NVZ-bestuur zal zich vrijdag beraden op de uitkomst van de onderhandelingen en te nemen vervolgstappen. De onderhandelingsdelegatie adviseert het NVZ-bestuur om de tegemoetkoming van 6,25% nu reeds toe te kennen. Dit is van belang omdat de ‘100.000-plussers’ voor 12 november moeten besluiten over deelname aan het netto pensioenproduct van PFZW. Daarna kan dat niet meer.