De NZa had in de zomer van 2015 al het vermoeden van risicoselectie door zorgverzekeraars. Dat onderzoek was op het niveau van zorgverzekeraars. Hard bewijs ontbrak echter. Daarvoor was nader onderzoek nodig. Het eerste deel daarvan is nu af. Bij het vervolgonderzoek heeft de NZa voor het eerst op polisniveau onderzoek gedaan. Bij 7 van de 74 polissen zijn er opnieuw sterke aanwijzingen voor ‘segmentering op basis van gezondheidsrisico’s’. De verzekerden zijn vooral mensen met een goede of slechte gezondheid. Bij één  van deze zeven polissen is er een aanwijzing voor selectieve in- en uitstroom van verzekerden. Verder zijn er nog twintig polissen met beperkte aanwijzingen voor een selectieve in- en uitstroom van verzekerden.

Risicoselectie
Volgens de NZa kan dergelijke segmentering duiden op risicoselectie, maar valt nog steeds niet te concluderen of zorgverzekeraars doelbewust verzekerden selecteren op basis van gezondheidskenmerken. Daarvoor gaat de NZa nader kwalitatief onderzoek doen. Dat zal in de zomer van 2016 af zijn. Verzekeraars hebben op concernniveau overigens geen financieel voordeel van de polissen met ‘gezonde’ of ‘ongezonde’ verzekerden , omdat de positieve en negatieve resultaten elkaar opheffen.

Risicosolidariteit
De NZa heeft ook onderzoek gedaan naar de hoogte van het vrijwillig eigen risico. Hoe hoger het vrijwillig eigen risico, hoe positiever het vereveningsresultaat. Dat betekent dat de werkelijke zorgkosten een stuk lager zijn dan de van tevoren berekende zorgkosten. Verzekerden met een vrijwillig eigen risico van 500 euro, hadden gemiddeld een 350 euro hoger vereveningsresultaat. Ze betaalden gemiddeld 150 euro minder aan basisverzekering. Verzekeraars geven dus een deel van het voordeel door aan verzekerden via een lagere premie. De NZa waarschuwt dat dit duidt op een aantasting van de ‘risicosolidariteit’. Risicosolidariteit houdt in dat mensen met een kleine kans op ziekte evenveel premie betalen als mensen met een grote kans op ziekte.