Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Keteninnovatie: effecten in beeld

Mark van Dorresteijn
Bij ketenzorg zijn de kosten en baten voor de verschillende partners vaak onduidelijk. TNO vond een manier om vooraf de effecten van keteninnovatie te berekenen.
Keteninnovatie: effecten in beeld

Om de komende jaren de ‘dubbele vergrijzing’ in de zorg het hoofd te kunnen bieden, is verhoging van arbeidsproductiviteit bij gelijke – of liever nog hogere – kwaliteit van de zorg noodzakelijk. Keteninnovatie, vernieuwing over de grenzen van de zorginstelling heen, biedt hierbij kansen. Maar wat levert keteninnovatie op en voor wie? Zoals gebruikelijk bij innovatie gaan ook hier de kosten voor de baten uit. Daar komt bij dat bij een keteninnovatie het ook nog eens heel lastig is om zicht te krijgen op de verdeling van kosten en baten over de betrokken instellingen. En dat terwijl een gedegen inzicht essentieel is om een goed onderbouwde businesscase te kunnen maken.

Twee instrumenten

TNO Kwaliteit van Leven heeft in 2007 twee samenhangende instrumenten ontwikkeld om de effecten op onder meer arbeidsproductiviteit en de kosten en baten van eenvoudige zorginnovaties te kunnen berekenen: het Meetinstrument ArbeidsInnovatie (MAI) en de Kosten/Baten tool (KoBa).

De MAI biedt inzicht in het effect op de arbeidsproductiviteit en de kwaliteit van de zorg op procesniveau. De KoBa berekent de kosten en baten van de zorginnovatie, rekening houdend met onder meer investeringskosten, exploitatiekosten en inkomsten, en vraagt om een indicatieve evaluatie van een aantal andere effecten, zoals kwaliteit van de arbeid en doorlooptijd.

Beide instrumenten vergelijken de huidige situatie (nulmeting), de beoogde nieuwe situatie (virtuele meting) en de uiteindelijke nieuwe situatie (effectmeting). TNO heeft deze instrumenten aangepast voor een complexe keteninnovatie: het nieuw op te richten Expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) in Den Bosch.

Innovatie in het expertisecentrum

Het expertisecentrum is een samenwerkingsverband van drie instellingen: het Jeroen Bosch Ziekenhuis, revalidatiecentrum Tolbrug en de Reinier van Arkelgroep. De innovatie behelst de integratie van intake, diagnostiek en advisering voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in een expertisecentrum. Hierbij zetten de drie partijen een NAH-consulent (een ervaren en speciaal opgeleide verpleegkundige of een nurse practitioner) in voor de screening van patiënten. Het nieuwe werkproces zal georganiseerd worden rond een tweewekelijks multidisciplinair overleg tussen de specialisten en een spreekuurcarrousel.

Een andere blik

De projectleider van het expertisecentrum, Marieke van den Heuvel, heeft samen met professionals van de drie instellingen en onder begeleiding van TNO beide instrumenten ingevuld voor zowel de huidige als de beoogde nieuwe situatie. Van den Heuvel: “Het invullen van de MAI vergt van de professional een andere blik op de werkprocessen en de tijdbesteding aan activiteiten. Professionals konden met de feedback vanuit het Meetinstrument ArbeidsInnovatie aangeven hoe de processen efficiënter gemaakt konden worden. We konden de MAI en de KoBa in principe zelfstandig invullen. Voor de KoBa is het raadzaam een dbc-specialist uit de instellingen erbij te betrekken, vanwege de ingewikkelde financieringssystematiek. Voor deze zorginnovatie was de begeleiding van TNO nuttig voor tips bij het invullen van de instrumenten en vanwege hun constructief-kritische inbreng bij het nadenken over de nieuwe situatie.”

Enorme arbeidsbesparing

De vergelijking tussen de nul- en de virtuele meting laat een potentiële arbeidsbesparing zien van ongeveer 65 procent. Deze vrijgekomen capaciteit kan gebruikt worden voor reductie van de formatie of verhoging van de declarabele productie. Deze enorme arbeidsbesparing weegt ruimschoots op tegen de investeringskosten. Ook op andere criteria, zoals kwaliteit van de zorg, doorlooptijd, kwaliteit van de arbeid en aansluiting bij de kernwaarden van de instellingen heeft het expertisecentrum een positief effect.

Financiering gekregen

De stevige onderbouwing van het expertisecentrum met behulp van beide instrumenten heeft de businesscase richting de financiers versterkt. Mede op grond van deze businesscase hebben de zorgverzekeraars financiering toegekend voor een pilot van een jaar. De pilot is in september 2009 van start gegaan. In de pilot worden de MAI en de KoBa opnieuw toegepast, nu voor een effectmeting.

Wieke Bockstael (TNO), Marieke van den Heuvel (Reinier van Arkel Groep) en Erna de Kleijn (TNO)



Voor meer informatie naar aanleiding van dit artikel, bel of mail naar mede-auteur Wieke Bockstael (023 554 94 09, wieke.bockstael@tno.nl).

1 REACTIE

  1. De inleiding hierboven zegt voldoende. Quote: Kosten voor de baat is gebruikelijk bij innovatie, maar in dit geval zal het nog razend moeilijk zijn om een goed onderbouwde businesscase te maken.Unquote Conclusie geen cent investeren in dit project !!! Ga praten met ervaringsdeskundigen op de werkvloer en bouw op basis daarvan aan het verkrijgen van inzichten, die je gaat delen met de bronnen van jouw verworven kennis, in de taal, die zij spreken. Advies: bouw aan businesscases in je eigen tijd, bijv. op vakantie.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.