Het advies van het CTG/Zaio van staatssecretaris Ross is tot stand gekomen op basis van een inventarisering van 2005. Hieruit blijkt dat zorgkantoren in sommige regio’s de contracteerruimte volledig opmaken, terwijl andere geld overhouden. Met een herverdeling van het beschikbare AWBZ-budget denkt het CTG/Zaio dat er beter kan worden ingespeeld op lokale tekorten.
Reguliere contracteerruimte
Volgens ZN is de situatie in 2006 niet te vergelijken met 2005. Van de reguliere contracteerruimte voor de AWBZ van 17,7 miljard euro rest er nog een bedrag van 197 miljoen euro. Volgens ZN is dit bedrag vrijwel geheel gereserveerd voor voorlopige afspraken met zorgaanbieders. Dat deze afspraken nog niet in de boeken van het CTG zijn terug te vinden is niet meer dan een administratieve kwestie.
Geld overhouden
ZN heeft ook principiële bezwaren tegen een herverdeling. De zorgkantoren moeten de vrijheid hebben om het contracteerbeleid op lokale omstandigheden aan te passen. Dat sommige zorgkantoren vorig jaar geld overhielden is ondermeer te danken aan het streven naar meer doelmatigheid. Ettelijke zorginstellingen moesten geld terug betalen voor niet-geleverde zorg. ZN vindt dat zorgkantoren niet gestraft moeten worden voor dergelijk actief beleid. Bovendien is ZN bang dat bij een herverdeling de extra AWBZ-middelen in aparte landelijke potjes terecht komen. Dit komt de doelmatigheid niet ten goede. (Philip van de Poel)