Twaalf AWBZ-instellingen vormen sinds 1994 het werkverband De Open Ankh. Ze werken samen op het gebied van inkoop, ict, zorginnovatie en vastgoedbeleid, en bankieren gezamenlijk.
Coöperatieve vereniging
Maar het werkverband voldeed niet meer, legt Hans Hoek uit. De organisatieadviseur van bureau C3 begeleidt de overgang naar de nieuwe samenwerkingsvorm: de coöperatieve vereniging. Daarin hebben de leden meer zeggenschap. “De samenwerking leverde niet op wat het zou kunnen, omdat soms maar dertig procent van de instellingen deelnam aan een project. In de coöperatieve vereniging is er een duidelijke procedure voor goede ideeën. Ik verwacht dat de instellingen daardoor meer samen doen en een sterkere marktpositie zullen krijgen.”
Good Governance
De coöperatieve vereniging biedt ook meer helderheid over wie binnen De Open Ankh waar voor verantwoordelijk is. In het werkverband kregen zorginstellingen altijd automatisch twee leden van het bestuur van De Open Ankh in hun eigen raad van toezicht. Die waren naast bestuurder dus ook toezichthouder. De coöperatieve vereniging maakt een einde aan het dragen van dubbele petten.
Vastgoed
Nog een andere belemmering voor deelname aan De Open Ankh werd al op 1 januari weggenomen. Zo zijn zorginstellingen niet meer verplicht hun vastgoed over te dragen aan De Open Ankh. Of er in de toekomst een gezamenlijk vastgoedbedrijf komt, is nog onderwerp van studie. Maar leden behouden altijd de vrijheid om daaraan deel te nemen.
Alternatief voor fusie
De nieuwe samenwerkingsvorm vormt voor middelgrote organisaties een aantrekkelijk alternatief voor fuseren omdat ze hun zelfstandigheid behouden, stelt Hoek. Tien middelgrote zorginstellingen willen onderhandelen over deelname. Van de oorspronkelijke leden zijn de ggz-instellingen GGZ Drenthe en de Symfora groep afgevallen. Nieuw zijn de twee gehandicaptenzorgaanbieders De Zijlen en Noorderbrug. (ZorgVisie – Bart Kiers)