De Raad voor de Kinderbescherming is sinds 1 januari 2006 verantwoordelijk voor de toetsing op de beëindiging van ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen door Bureau Jeugdzorg. Naar aanleiding van het onderzoek naar de dood van Savannah zou de Raad voor de kinderbescherming de toetsende taak weer structureel gaan uitvoeren. Begin 2008 heeft de Inspectie Jeugdzorg onderzoek gedaan naar deze toetsing. De inspectie noemt de uitkomst van het onderzoek zorgelijk.

Meerdere oorzaken

Oorzaak voor de problemen rond de veiligheid bij terugplaatsing liggen zowel bij Bureau Jeugdzorg als bij de Raad voor de Kinderbescherming. Bureau Jeugdzorg legt besluiten niet op tijd voor aan de Raad en biedt vaak onvoldoende informatie. De Raad zorgt er op haar beurt onvoldoende voor dat ze de juiste informatie tijdig ontvangt. Ook is er geen sprake van een eenduidige werkwijze bij de toetsing, en is het vaak niet duidelijk op grond waarvan de Raad tot een ordeel komt.

Verbeterplan

Zowel de Raad als Bureau Jeugdzorg hebben naar aanleiding van het onderzoek kritisch naar zichzelf en de samenwerking gekeken en komen met een gezamenlijk verbeterplan, aldus de inspectie. De inspectie wil dat de Bureaus Jeugdzorg vanaf 1 januari 2009 alle meldingen, voorzien van inhoudelijke overwegingen, voorleggen aan de Raad. (Zorgvisie – Jolande den Hollander)

Lees ook:

Crisis Bureau Jeugdzorg Amsterdam duurt voort

Wachtlijsten jeugdzorg blijven groeien

Wachtlijsten en dure managers in jeugdzorg