Wmo-wethouder Paul Blokhuis van gemeente Apeldoorn zegt dat het overschot verschillende oorzaken heeft. Ten eerste zijn door regels van het Rijk veel mensen voor de eigen bijdragen acht euro méér gaan betalen. “Daar kunnen gemeenten niets aan doen, dat is staatsbeleid”, zegt Blokhuis. Apeldoorn hield ook geld over vanwege vervuilde bestanden. “Daardoor dachten we meer zorguren te moeten leveren.” Daarbij komt dat aan een deel van de vijfduizend klanten in de gemeente geen zorg geleverd kan worden vanwege een nijpend personeelstekort. Daardoor blijft ook geld op de plank. “Op de ergste momenten hebben we te maken met een wachtlijst van driehonderd mensen”, aldus Blokhuis.
Nieuwe Wmo-aanbesteding
De wethouder verwacht het overgebleven geld volgend jaar hard nodig te hebben. “Door de nieuwe herverdeling van de Wmo-budgetten zijn wij een nadeelgemeente. We gaan er ongeveer een miljoen euro op achteruit.” Daarnaast is Apeldoorn bezig met een nieuwe aanbesteding in de thuiszorg. De verwachting is dat zorgaanbieders hogere tarieven zullen vragen. “En door de pakketwijzigingen in de AWBZ zal er komend jaar ook meer zorgvraag op het bordje van de gemeenten komen te liggen”, aldus de wethouder. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen)
Lees ook:
Bos roomt Wmo-winst gemeenten af
Zorggeld gemeenten terug in schatkist
‘Gemeenten zitten op 200 miljoen Wmo-geld’
Gemeenten bieden thuiszorgaanbieders helpende hand
Mijn reactie is tekstueel incompleet. Er hoort te staan: Sinds de invoering van de WMO bepaalt de gemeente de grondslag voor de eigen bijdrage voor beschikkingen die zij zelf heeft opgesteld. De bewering van Blokhuis dat regels van het rijk ertoe leiden dat de grondslag voor de eigen eigen bijdrage met 8 euro per uur is verhoogd, isabsoluut niet waar.
Sinds de invoering van de WMO bepaalt de gemeente de grondslag voor de eigen bijdrage voor beschikkingen die zij zelf heeft opgesteld. De bewering van Blokhuis dat regels van het rijk ertoe leiden dat de grondslag voor de eigen eigen bijdrage met 8 euro per uur is absoluut niet waar.