De discussie over het zogenaamde preferentiebeleid, waarin zorgverzekeraars alleen de medicijnen van fabrikanten vergoeden die vijf procent boven de laagste prijs zitten, duurt voort. De branchekoepel voor de generieke geneesmiddelenindustrie (Bogin) is al uit het zogenaamde Transitieakkoord gestapt omdat verzekeraars weigeren het individuele preferentiebeleid op te geven. Het Transitieakkoord tussen het ministerie van VWS, farmaciekoepel KNMP, verzekeraarkoepel ZN, brancheorganisatie Nefarma en tot voor kort Bogin, behelst dat verzekeraars een gezamenlijk preferentiebeleid voeren voor drie medicijnen.

Prijsafspraak

Grote verzekeraars, zoals Uvit, CZ en Menzis hebben nu naast het preferentiebeleid voor de drie medicijnen uit het Transitieakkoord ook een eigen individuele preferentie beleid voor andere geneesmiddelen. “De rechter heeft gezegd dat het wettelijk is toegestaan voor verzekeraars om ook voor andere medicijnen een preferentiebeleid te voeren”, zegt ZN-woordvoerder Eric Bassant. “Sterker; het aanbod van KNMP en het eerdere aanbod van Bogin is eigenlijk een soort prijsafspraak. En Neelie Smit-Kroes houdt de mededinging in de farmaceutische industrie nauwlettend in de gaten.”

Tegen de afspraak

De voorzitter van Bogin, Frank Bongers, vindt de opstelling van ZN tegen de gemaakte afspraken. “In het Transistieakkoord hebben wij samen met VWS afspraken gemaakt. Nu hebben zorgverleners onderling afgesproken om van deze gemaakte afspraken af te stappen.” Volgens Bogin zullen fabrikanten van de markt worden afgesloten door de zorgverzekeraars. Bogin heeft eerder 300 miljoen euro geboden maar dat hebben de verzekeraars, net zoals het bod van KNMP, afgeslagen. Hoe het verder moet met het Transiatieakkoord zal in de toekomst in een door het ministerie georganiseerde overlegronde besproken worden. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen)

Lees ook:

NZa wil dure geneesmiddelen volledig vergoeden

Diana Monissen over dure geneesmiddelen