Ze hebben onderzoek gedaan naar de betekenis van bestuurders in allianties en netwerken. Op 25 april promoveren ze gezamenlijk aan de universiteit van Tilburg.
Beweegredenen bestuurders
Kaats en Opheij concluderen dat bestuurders hun energie vooral richten op ‘leuke dingen doen met leuke mensen’. Ze kiezen voor initiatieven die er voor hen persoonlijk toe doen, met mensen met wie het klikt. De beweegredenen van bestuurders in samenwerkingsverbanden zijn voor slechts circa vijftien procent gebaseerd op rationele argumentaties. In het openbaar zullen ze hun verhaal echter in bedrijfskundige en rationele termen verwoorden.
Samenwerkingsproces
Opheij en Kaats zagen dat succesvol samenwerken niet vanzelfsprekend is. Gebruik van ervaringen, bedrijfskundige inzichten en modellen leidt niet tot succesvolle allianties en netwerken. Er gebeuren in een samenwerkingsproces iedere keer weer dingen die niet vanuit de kennis en theorieën te verklaren zijn. Reden voor het tweetal om de rol van de bestuurder in samenwerkingsverbanden wetenschappelijk te onderzoeken.
Opheij en Kaats zijn beiden adviseur bij Twynstra Gudde. In 2005 schreven zij, samen met Philip van Klaveren, het boek Organiseren tussen Organisaties, waarvan inmiddels de derde druk is verschenen.
Lees ook:
Bestuurders moeten leren simultaan schaken
Salaris zorgbestuurders stijgt opnieuw