Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Sociale mededinging

Hetti Willemse
We hebben allemaal wel ergens zo’n stapel kopieën liggen van interessante artikelen. Een paar daarvan kwamen weer op mijn netvlies toen ik de berichten las over het door de leden van ActiZ verworpen akkoord, dat het bestuur van ActiZ had willen afsluiten met de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) over een spijtoptantenregeling.
Sociale mededinging

Zorgorganisaties die in het verleden concurrentiebeperkende afspraken hebben gemaakt, zouden die kunnen melden bij een commissie met leden van zowel ActiZ als de NMa en er zo met een schikking vanaf kunnen komen.

Als door een wesp gestoken

De leden van ActiZ willen geen schikking, maar het debat aangaan over de spanning tussen de Mededingingswet, kwaliteit van zorg en het belang van de cliënt. De NMa, zo lees ik in de Zorgvisie-weblog van Krista Kroon van 26 mei reageert als door een wesp gestoken op de afwijzing en gaat nu op de harde lijn verder. Deze primaire reactie van de NMa is begrijpelijk; zij voelt zich in haar geloofwaardigheid aangetast. Toch moet de autoriteit zich herpakken en niet in haar boosheid blijven zitten. Het als een blind paard doorgaan op de harde lijn tast namelijk de geloofwaardigheid van de NMa aan. Want er is best wat aan de hand als je de onderstaande ‘Onder professoren’ leest…

Mededinging is geen doel op zich

In het aprilnummer van Verzekerd!, het relatieblad van de Nederlandse verzekeraars, zegt Tom Ottenvanger, advocaat en hoogleraar Europees recht en mededingingsrecht dat mededinging geen doel op zich is. Hij stelt dat bedrijven maatschappelijk verantwoord met elkaar moeten concurreren. Het mededingingsrecht biedt daar ruimte voor als we bereid zijn de wettelijke kaders anders uit te leggen. Hij geeft als vrij vertaald voorbeeld dat de wet nu in beginsel samenwerking verbiedt, tenzij deze de economische vooruitgang dient. Thans wordt economische vooruitgang klassiek gedefinieerd, namelijk als economische groei. Ottenvanger vindt dat we deze benadering moeten nuanceren. Hij stelt de vraag: “Een leefbare aarde is toch ook vooruitgang?” Ottenvanger pleit dus voor een ruimere interpretatie van de regels en een voortrekkersfunctie van de Nederlandse Mededingingsautoriteit om meer ruimte te bieden voor maatschappelijk verantwoord concurreren.

Economische, sociale en ecologische waarde

In het Financieele Dagblad van 3 april stelt Enno Masurel, hoogleraar Duurzaam ondernemen en directeur van het VU Center for Entrepeneurship dat maatschappelijke waarde de optelsom is van economische waarde, sociale waarde en ecologische waarde. Hij benoemt positieve en negatieve sociale waarden, zoals veiligheid van de medewerkers of de bijdrage aan het milieu. Mijns inziens zijn de opvattingen van Ottenvanger en Masurel evengoed van toepassing op de gezondheidszorg en daarbinnen specifiek op de spoedeisende, complexe en chronische zorg. Juist voor de gezondheidszorg geldt dat de mededingingsregels niet alleen in termen van economische waarde dienen te worden toegepast. De sociale waarde, de bijdrage van de sector aan de maatschappij en haar individuele burgers moeten mijns inziens benoemd worden en onderdeel uit gaan maken van het toetsingskader van de NMa.

Sociale baten

Dit vergt ook grote inspanningen van de (chronische) zorgsector zelf. De sector moet duidelijk maken wat die sociale baten zijn. Niet omdat het moet van de overheid of het zorgkantoor, maar omdat hij het wil om zo in betere zorg en welzijn aan zijn cliënten te kunnen voorzien. Er lijken mij voldoende voorbeelden in de gezondheidszorg te vinden waarbij dankzij onderlinge afspraken tussen aanbieders de zorg voor cliënten is verbeterd en daarmee meer maatschappelijk nut is bereikt. Zoals de afspraak tussen ziekenhuizen in een regio over de beschikbaarheid van spoedcapaciteit zodat de ambulance direct naar het ziekenhuis rijdt waar ruimte is in plaats van een rondje te moeten rijden en de huisarts niet alle ziekenhuizen hoeft af te bellen terwijl hij zich zorgen maakt over de situatie van de patiënt bij wie hij op huisbezoek is.

Afspraken ten gunste van de cliënt

De Amsterdamse verpleeghuizen hadden een plaatsingsbemiddelingsbureau. De opnames werden centraal geregeld waardoor de beschikbare capaciteit optimaal werd benut ten behoeve van de cliënten die het meest urgent zorg nodig hadden. Afspraken over een gezamenlijk regionaal arbeidsmarktbeleid kunnen bijdragen aan minder onderling verloop van personeel waardoor de cliënt niet telkens opnieuw hoeft te wennen aan een nieuwe medewerker.

Het zijn allemaal afspraken waarin je concurrentiebeperking kunt ontdekken als je daar op uit bent. Maar het zijn ook afspraken die een enorme waarde bieden aan individueel en maatschappelijk nut. Als je daar open over bent en de uitwerking in de praktijk publiekelijk verantwoordt, kun je niet van ‘achterkamertjes’ afspraken worden beticht.

Neem goede voorbeelden over en maak beter toetsingskader

Kortom, zorgaanbieders maak duidelijk in maat, getal en inhoud wat je diensten en maatschappelijke en economische waarden van samenwerkingsafspraken zijn en neem (nieuwe en oude) good practices in de praktijk over. En NMa, kom met een toetsingskader waarin de balans van economische, sociale en ecologische waarden tot zijn recht komt.

De maatschappij en haar burgers zijn jullie er nu en in de toekomst dankbaar voor.

Hetti Willemse

Publicarea

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.