Wetzels maakt de opmerking in een reportage over appartementencomplex De Koekoek in Veenendaal. In het gebouw wordt door Quarijn zorg geleverd aan 39 bewoners en is speciaal ingericht om mensen met dementie zo prettig mogelijk te laten wonen.
Inrichting
Het appartementencomplex is gericht op het welzijn van mensen met dementie en de inrichting gaat zoveel mogelijk uit van de beleving van de bewoners. Naast de kamerdeuren van bewoners staan vitrines met herkenbare spullen zodat zij hun eigen kamer terug kunnen vinden. Daarnaast geeft de lambrisering met opstaand randje steun aan de bewoners. ‘Wanneer het zicht minder wordt, is het gevoel des te belangrijker.’ Omdat ouderen met dementie vaak slechter zien, is er ook extra sterke verlichting aangebracht. Om alles nog beter zichtbaar te maken, wordt veel met contrast gewerkt in het nieuwe gebouw. ‘Daarom is in de gangen een donkere rand langs de muren op de grond geplakt. En in de badkamers geven donkere kleurvlakken aan, dat daar iets ‘gebeurt’: achter de wastafel en het toilet en in de douchecabine zijn de tegels donker, en de overige muurvlakken zijn wit betegeld.’
Beleving van bewoner centraal
De bouw van De Koekoek was al een paar maanden begonnen voordat de intereurarchitect erbij betrokken werd. ‘Eigenlijk zijn we er te laat bij gekomen’, zegt Wetzels. ‘Bewegingsruimte bijvoorbeeld, die zo belangrijk is voor mensen met dementie, moesten we nu binnen de plattegrond zoeken. De oplossing was om gangen bij de leefruimte te trekken.’ Om die reden is het volgens Wetzels verstandig om vanaf het eerste begin een interieurarchitect te betrekken bij het project. Zeker wanneer specifiek voor een doelgroep wordt gebouwd. ‘Dan kan het gebouw “van binnen naar buiten” ontworpen worden, zodat de beleving van de bewoner centraal staat.’
Bekijk de complete reportage inclusief een serie foto’s (pdf)