Het wetsvoorstel  moet randvoorwaarden stellen voor de elektronische uitwisseling van patiëntgegevens. Daarin zijn een aantal moties van de Tweede en Eerste kamer verwerkt. Maar dit voorstel leidt tot teveel vragen en zit niet goed genoeg in elkaar, volgens de schrijvers.

Bezwaar

In de brief benadrukken de partijen dat VWS voorbij is gegaan aan de bestaande concept Gedragscode Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (‘Gedragscode EGiZ’). Deze gedragscode is opgesteld met zorgkoepels, veldpartijen en het Nictiz. Het concept gaat in op de praktijk en geeft handvaten. En dat is juist wat de partijen missen in het nieuwe wetsvoorstel. Ook de samenhang ontbreekt. ‘Het wetsvoorstel is grotendeels een uitwerking van afzonderlijke moties van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.’ Tot slot loopt het nieuwe voorstel in verschillende opzichten te ver vooruit als het gaat om praktijk en wat technisch en qua kosten haalbaar is. Het gaat daarbij met name om de vereiste dubbele toestemming bij raadpleging, het recht om categorieën van zorgaanbieders uit te sluiten van elektronische gegevensuitwisseling en het recht op elektronisch inzage en afschrift.

Tijd en administratieve lasten

De partijen onderschrijven de wenselijkheid van goed geregelde randvoorwaarden. Wanneer dat niet gebeurt, verwachten zij dat het wetsvoorstel in de systemen, procedures
en in de hoofden van mensen veel tijd kan gaan kosten en enorme (administratieve)
lasten met zich mee kan brengen. In een aantal bijlages van de brief, vragen de partijen om opheldering over de opzet van VWS.

Reactie VWS

De brief werd op 1 maart aan de Tweede Kamer gestuurd, voorafgaand aan een rondetafelgesprek en schriftelijk overleg over de elektronische uitwisseling. VWS komt in een later stadium met een reactie.