Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

‘Betere uitwisseling verhoogt cliëntveiligheid’

Mark van Dorresteijn
Ggz-instellingen kunnen hun cliëntveiligheid verbeteren door het elektronisch patiëntendossier (epd) van McKesson en het elektronisch voorschrijfsysteem (evs) van FarMedvisie te combineren. Dat stellen Jan Wouda van McKesson en Robert van Wijk van FarMedvisie. ‘Dankzij de koppeling worden gegevens zorgvuldiger uitgewisseld tussen de instelling en de apotheek. Daarnaast kan de psychiater direct zien of de medicijnen die hij voor wil schrijven, conflicteren met de huidige medicatie.’
‘Betere uitwisseling verhoogt cliëntveiligheid’
Foto: ANP - Lex van Lieshout

Waarom zijn jullie gaan samenwerken?

Wouda: ‘Wij bieden een epd voor de intra- en extramurale ggz, een onderdeel daarvan is de medicatiebewaking. Vijf jaar geleden zijn we gaan samenwerken met FarMedvisie, omdat dat volgens ons de beste oplossing is om medicatie voor te schrijven.’
Van Wijk:
‘De meeste ggz-instellingen hebben geen eigen apotheek. Cliënten krijgen vaak een recept mee en gaan daarmee naar hun eigen apotheek. Door onze samenwerking krijgen apotheken en zorginstellingen veel beter inzicht in het medicijngebruik van de cliënten.’

Wat levert de koppeling tussen beide systemen op?

Wouda: ‘Door de combinatie van het epd en evs kunnen zorgverleners en apothekers veel beter informatie uitwisselen. Wanneer een zorgverlener iets aanpast op medicatiegebied, is de apotheek direct op de hoogte, en andersom. Wanneer een cliënt een recept meekrijgt, is het vaak onzichtbaar voor de ggz of de cliënt de medicatie ook ophaalt. De koppeling zorgt er dus gelijk voor dat alle partijen op de hoogte blijven van de cliënt. Bovendien hoeft alles maar een keer vastgelegd te worden.’
Van Wijk:
‘Voor artsen is het bijkomende voordeel dat zij bij het voorschrijven direct een melding krijgen wanneer een medicijn conflicteert met allergie, aandoening of de huidige medicatie. Een voorbeeld is het medicijn lithium tegen manische depressiviteit. Als een arts besluit om daar de pijnstiller brufen bij voor te schrijven, geeft het systeem een melding. Brufen kan de bijwerkingen van lithium namelijk versterken. Het is dan verstandiger om bijvoorbeeld aspirine voor te schrijven. Wanneer de arts ervoor kiest het conflict te accepteren, dient hij de cliënt een verklaring mee te geven zodat de apotheker ziet waarom gekozen is voor afwijking.’

De eerste controle verschuift dus naar de arts?

Van Wijk: ‘Inderdaad. Het komt nog steeds voor dat apothekers de eerste controle uitvoeren nadat de dokter iets heeft voorgeschreven. Dan ben je eigenlijk te laat. De psychiater moet zelf geattendeerd worden op mogelijke conflicten.’
Wouda:
‘We krijgen van artsen terug dat zij het elektronische werken en vastleggen heel prettig vinden. In de meeste gevallen weten zij wel welke medicijnen niet samen kunnen, maar voor de uitzonderingen is het erg handig. Daarnaast leren zij wat bij, waardoor ze niet telkens dezelfde fouten maken.’

En hoe zit het met de veiligheid van uitwisseling?

Wouda: ‘We proberen zo veel mogelijk te werken met standaarden voor uitwisseling van medische informatie. Denk aan HL7, ICD-10 en Edifact. Het epd en evs zijn nog steeds twee losse systemen. De zorgprofessional moet bekend zijn aan beide kanten om toegang te krijgen tot het voorschrijfsysteem. Daarnaast is de uitwisseling beperkt tot de noodzakelijke gegevens: naw-gegevens, medicatie en waar de cliënt wordt behandeld. Dat kan intramuraal zijn of ambulant. Een apotheker krijgt dus geen inzage in de behandeling van de cliënt, het gaat puur om de medicatieveiligheid.’

Wat is de volgende stap?

Van Wijk: ‘De toedieningsregistratie gaat momenteel nog op papier. Dat willen we digitaliseren. We verwachten zeer binnenkort met de eerste pilot te starten. Verder komt het verstrekkingsbericht van de apotheek nog niet altijd automatisch in het epd terecht. Daar willen we ook verder mee.’
Wouda
: ‘In het epd draait het vooral om uitbouwen van zorgpaden en zorgprogrammering. Behandelingen zijn steeds meer voorgeprogrammeerde routes en daar hoort medicatie bij. Wanneer een zorgpad wordt gestart, kan het systeem automatisch de bijbehorende medicatie bestellen. Deze optimalisatie moet natuurlijk wel evidence based zijn, dus het wordt een langetermijntraject. Een andere stap die we willen zetten, is de koppeling van het labsysteem aan het epd. Bij bepaalde medicatie is het belangrijk dat cliënten regelmatig hun bloed laten onderzoeken om te zien of het aantal bloedplaatjes op het juiste niveau ligt. Door deze informatie te koppelen aan het epd, kan de cliënt nog scherper in de gaten worden gehouden. Uiteindelijk willen we steeds meer intelligentie in het systeem stoppen zodat steeds meer significante informatie bij elkaar kan komen.’

1 REACTIE

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.