Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Pleidooi voor een epd

Erwin van Asselt
Ik heb nooit getwijfeld aan de professionaliteit van alle doctoren, verplegers en specialisten op ons pad, maar signaleerde wel hoe moeilijk het kennelijk is om alle relevante informatie over onze zoon paraat te hebben.
Erwin van Asselt

Even een klein stukje terug: april 2011. De invoering van het elektronisch patiënten dossier (epd) werd door de Senaat afgekeurd. Daar waren verschillende redenen voor, zo redeneerden GroenLinks, SP, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP en PvdA. Het was niet duidelijk waartoe het wetsvoorstel diende en er waren volgens alle betrokkenen grote veiligheidrisico’s verbonden aan het epd. Recent heb ik zelf weer eens mogen ervaren hoe doelmatig en efficiënt een epd zou zijn geweest.

Pijnlijke bult
Ik heb het ziekenhuis vaker dan me lief is moeten bezoeken met mijn oudste zoon; voor onderzoeken, doorverwijzingen en second opinions. Meer dan eens heb ik me afgevraagd waarom alle in- en extramurale zorgverleners zo matig geïnformeerd leken. Ik heb nooit getwijfeld aan de professionaliteit van alle doctoren, verplegers en specialisten op ons pad, maar signaleerde wel hoe moeilijk het kennelijk is om alle relevante informatie over onze zoon paraat te hebben. Dat wordt nog lastiger naarmate de tijd verstrijkt. Het dossier wordt immers dikker.
Afgelopen week overkwam het me opnieuw. Ik ging met mijn zoon langs bij de huisarts omdat hij gebeten leek door een vreemd insect dat een wel erg grote, pijnlijke bult op zijn pols achterliet. Ik wilde de ziekte van Lyme uitsluiten. De dokter zag er aanvankelijk geen kwaad in en adviseerde het ons nog eens een weekje aan te zien. De bult werd groter en de pijn heviger. Dus belden we een week later opnieuw. De assistent informeerde naar de bult: grootte, kleur en andere bijzonderheden. Ik suggereerde een foto toe te sturen per e-mail. Dan hoefde mijn zoon geen school te missen, kon ik gewoon naar mijn werk en kon onze huisarts beoordelen of we toch even langs moesten komen op de praktijk. Dit behoorde helaas niet tot de mogelijkheden. Opnieuw het advies het nog eens een weekje aan te zien.

Bloedmonster
De week daarna waren we meer dan bezorgd. De bult was weliswaar niet nog groter geworden, maar was nu felrood en deed veel pijn. Op vrijdagmiddag konden we langskomen. De huisarts stak een flinke naald in de bult en zoog er een behoorlijke klont bloed uit. Op dit resultaat was overduidelijk niet gerekend. De huisarts verborg haar onzekerheid vakkundig en herpakte zich resoluut. Ze besloot ons door te verwijzen naar de spoedeisende hulp waar we ons zaterdagochtend konden melden. Een verwijsbrief zou niet nodig zijn.
Zaterdagochtend liepen we wat onwennig door het ziekenhuis. Eenmaal op de spoedeisende hulp bleek al snel dat we niet heel erg spoedeisend waren. Andere mensen waren dat wel en kregen terecht direct hulp. Aan de balie werd gevraagd om een verwijsbrief. Ons antwoord dat er geen verwijsbrief was, leidde tot driftig getelefoneer. Toen we aan de beurt waren, lieten we wat beschaamd de rode vlek zien die inmiddels een stuk kleiner was geworden. Een verpleegkundige stelde de bekende vragen: hoe lang de bult er al was, hoeveel pijn het deed of er sprake was geweest van koorts en zo nog wat routinevragen. Ze vroeg ons ook naar de aantekeningen van de dokter en of we niet iets van een verklaring bij ons hadden waarom het bloedmonster niet voor onderzoek was doorgestuurd. Wij konden haar niet helpen. Licht verontwaardigd liep ze weg om een collega te consulteren. Wij mochten blijven wachten in de zaal waar patiënten worden binnengereden vanuit de ambulance. Gelukkig was het er net even rustig.

Pc niet vergrendeld
Het wachten duurde lang en dan gaat een mens onwillekeurig zijn omgeving verkennen. In het midden van de zaal stond een grote tafel. Toen ik erlangs liep zag ik allerhande aantekeningen en dossiers liggen, waaronder die over mijn zoon. Er was ook een computer beschikbaar en op het beeldscherm waren gegevens zichtbaar van een patiënt die vermoedelijk voor ons was geweest. Alles was toegankelijk; de pc was niet vergrendeld. Het doorzoeken van de database was kinderspel geweest als ik er interesse in had gehad.
De verpleegkundige keerde terug, nu meer opgetogen. Ze had nieuwe instructies gekregen en doorzocht alle aantekeningen nogmaals. Zonder iets te zeggen beende ze opnieuw weg en kwam ditmaal terug met een collega die zich niet voorstelde. Hij kwam direct ter zake, keek ernstig naar mijn zoon en stelde dezelfde reeks vragen als zijn collega eerder had gedaan. Hij wist het ook niet.

Vierkoppig team
Dan moest er maar een dokter komen. Inmiddels hadden we vrijwel de hele ochtend op de spoedeisende hulp doorgebracht. Een nieuw, vierkoppig team trad aan. Een aantal van hen was student veronderstelde ik, maar zeker wist ik het niet, want niet-voorstellen leek tot het protocol te behoren. De mevrouw uit hun midden wierp een al even doortastende blik op de pols van mijn zoon als haar voorgangers. En stelde opnieuw dezelfde vragen, maar ook wie onze huisarts was. En wat de reden van de doorverwijzing was en of we zelf misschien een idee hadden wat de diagnose kon zijn. Dat hadden we niet, maar we dachten er langzamerhand goed aan te doen om gewoon naar huis te gaan. Spoedeisend leek het ons allerminst en misschien moesten we het dan toch maar weer een weekje aanzien nu de bult toch flink was gekrompen in vergelijking tot de weken ervoor? Dat leek haar ook een goed idee, maar niet zonder ons een doorverwijzing te geven voor de poli Chirurgie. Zo gingen we niet met lege handen naar huis. We mochten maandag meteen bellen.

Naar de poli Chirurgie
Maandagochtend. Dezelfde vragen. Hoe lang? Hoe groot? Koorts? Misselijkheid en/of duizelingen? We waagden het nog eens voor te stellen om een foto per e-mail te sturen? Liever niet; de dokter wilde ons persoonlijk zien. Zoveel hoffelijke aandacht konden we natuurlijk niet weigeren en dus gingen we nog maar eens richting ziekenhuis. Het was al een beetje vertrouwd. De dokter had helaas weinig tijd en vroeg terloops nog eens naar de doorverwijzing van de huisarts. Tsja. Bij het ontbreken van enige informatie werd nogmaals een professionele blik op de pols van mijn zoon geworpen waarop de dokter wijselijk sprak: ‘De natuur is onvoorspelbaar maar vindt haar weg. Soms ten goede en soms ten kwade. Dit komt wel goed’.
Om ons heen hadden we inmiddels toch aardig wat indruk weten te maken bij buren, vrienden en familie. Huisartsenbezoek, spoedeisende hulp en ter afsluiting nog even naar Chirurgie. Het moge duidelijk zijn: het was een stuk efficiënter en goedkoper geweest wanneer alle zorgverleners aantekeningen hadden kunnen maken in een centraal dossier. Ik schat in dat ik dan met ten hoogste twee bezoeken aan zorgverleners klaar was geweest. Nog mooier zou het zijn wanneer ik zelf informatie had kunnen toevoegen. Bijvoorbeeld wanneer en hoe de bult was ontstaan en allerlei details die ik vergat toen ik de verschillende doctoren sprak.

‘Vervloekte epd’
Mijn huisarts stuurde zo’n twee jaar geleden een brief waarin hij fel van leer stak tegen het vervloekte epd. Ik heb veel begrip voor de zorgen van mijn huisarts over privacybescherming, gegevensbeveiliging en verzakelijking in de zorg. Helaas ben ik te vaak met het gebrek aan samenwerking tussen zorgverleners geconfronteerd. Daar is geen enkel excuus meer voor anno 2013.

Erwin van Asselt, product manager MyHealth Online & Psygis Quarant, schreef deze column op persoonlijke titel

2 REACTIES

  1. Dank @dokterdam voor de uitgebreide reactie. Eens, de titel dekt het stuk niet helemaal, maar volgens mij wordt dit verderop voldoende duidelijk, niet? Ik begrijp dat een foto niet in alle gevallen voldoende is, maar om bijvoorbeeld het verloop van een aandoening te beoordelen kan het in sommige gevallen wel een prima hulpmiddel zijn. Het is mij opgevallen dat er bijvoorbeeld met name voor huidaandoeningen enorm veel fora zijn waar patiënten elkaar onderling adviseren. Natuurlijk moet hier voorzichtig mee worden omgesprongen, maar juist voor huidaandoeningen lijkt dit in een aantal gevallen wel uitkomst te bieden.
    Het opnieuw stellen van vragen kan ik ook volgen, maar wil je als arts niet altijd weten en zien welke afwegingen een collega heeft gemaakt? Dit lijkt me wel en vanuit het perspectief van een patiënt wil ik dit zeker.
    Waar het mij in dit stuk vooral om te doen is, is het gebrek aan samenwerking tussen zorgverleners. In dit voorbeeld heeft dit geleid tot het nodeloos consumeren van kostbare zorgdiensten, een flinke tijdsinvestering (ook aan mijn kant) en verwarring over de diagnose en eventuele aanpak. Het voorbeeld staat niet op zich; ik heb vaak een beroep moeten doen op zorgspecialisten voor mijn zoon. Ik ben dankbaar voor alle aandacht en begeleiding maar geloof ook dat zorg aanmerkelijk efficiënter georganiseerd kan worden. Een gekoppeld EPD draagt in grote mate bij aan dit doel.

  2. Lees alle reacties
  3. Beste heer van Asselt,
    in uw verhaal lees ik een heleboel, maar zeker geen pleidooi voor een gekoppeld EPD.
    Allereerst voor de duidelijkheid: uw huisarts heeft alle dossiers in de computer staan, dus u heeft al een EPD, maar dat is niet gekoppeld met het ziekenhuis.
    Als huisarts zie ik wel waar de verbeterpunten zitten. En die zitten met name bij uw huisarts. Dat zij de bult zelf wil zien en niet op een foto af wil gaan vind ik helemaal terecht (op een foto is dit gewoonweg niet goed te beoordelen). Na het prikken in de bult gaat het echter mis.
    1) als huisarts zorg je natuurlijk voor een goede overdracht en in dit geval voor een verwijsbrief. Dit had heel veel vragen van verpleegkundigen en artsen voorkomen.
    2) de vraag is waarom u pas een dag later op de spoedeisende hulp moest komen? In mijn beleving is de SEH er voor directe zorg. Als deze bult langer kon wachten, had dit wellicht ook op maandag op de poli gekund.
    3) uiteraard had u op maandag ook nog eens met de huisarts telefonisch kunnen overleggen of bezoek aan de poli nog wel nodig was nu de bult geslonken was
    4) dat men binnen het ziekenhuis ook beter met 1 electronisch dossier kan werken, ben ik volledig met u eens
    5) als arts mag je nooit volledig afgaan op wat de voorgaande arts in het dossier heeft gezet. Juist het meerdere keren bevragen van een patient levert vaak aanwijzingen op voor de correcte diagnose. En juist het geschakelde EPD (LSP) vormt hier een groot risico voor.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.