Tien onderdelen van de kindergeneeskundige zorg worden geconcentreerd in telkens twee universitaire medische centra (umc’s). Dat gebeurt in landelijke expertisecentra. Doel is de kwaliteit en de efficiency te verbeteren. Van tien belangrijke onderdelen van kindergeneeskunde, waaronder kinderoncologie, kinderreumatologie, kindernefrologie (nieraandoeningen) en de stamceltransplantaties, is vastgelegd welke centra over de beste expertise beschikken. In de andere ziekenhuizen kunnen kinderen alleen nog terecht voor diagnostiek. De kinderhartchirurgie is al geconcentreerd in een aantal centra.
Gunning
In de Volkskrant zegt scheidend voorzitter van de NFU Louise Gunning: “Het is heel spannend, bestuurlijk maar ook inhoudelijk. Er moet worden geschoven, umc’s raken onderdelen van de zorg kwijt. Dat kan alleen omdat ze de competitie opzij zetten. Ze kunnen enorm met elkaar blijven wedijveren maar om internationaal mee te tellen, is het veel beter om te gaan samenwerken.”
Kwaliteit
Concentratie van zorg leidt tot betere kwaliteit, omdat artsen meer patiënten behandelen en dus meer ervaring opdoen. Dat is vooral van belang in de kindergeneeskunde waar het aantal patiënten klein is. Ook de efficiencyslag is van belang. “Als we met minder geld meer willen bereiken, kunnen we niet in alle centra alle vormen van zorg blijven aanbieden.” (Zorgvisie – Wouter van den Elsen / Twitter)
Lees meer:
Umc’s gaan door met concentratie centra kinderoncologie
Kinderoncologisch centrum komt in Amsterdam
Betrek kinderen vaker bij besluitvorming over kankerbehandeling
Louise Gunning benoemd tot hoogleraar Gezondheid en Maatschappij
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.
Het is toch al heel lang bekend – en door onderzoek onderbouwd – dat het concentreren van topzorg leidt tot kwaliteitswinst? Dat heeft alles te maken met de expertise en skills die het gehele team pas kan opdoen bij voldoende volume. Als we het belang van de patient voorop stellen dan maken de UMC’s hierover afspraken, en wordt er geconcentreerd. Als we daarentegen het belang van de eigen instelling/opleiding laten prevaleren, dan doen we de patient tekort.
drie vragen blijven vooralsnog onbeantwoord:
1. wat betekent een dergelijke concentratie voor de opleidingscapaciteit op de betrokken specialismen en voor de opleiding van de artsen in het algemeen?
2. levert een dergelijke operatie inderdaad de bezuinigingen op of worden de kosten alleen verschoven? en voor een deel afgewenteld op de patiënten?
3. en last but not least: wat betekent de concentratie van de behandelopties voor het contact tussen de patiëntjes en hun ouders en omgeving? want die contacten zijn immers ook belangrijk voor het herstelproces.