Keuzehulpmiddelen, zoals het vaatkeurmerk of de borstkankermonitor, geven de patiënt meer inzicht in de kwaliteit van zorg bij een bepaalde zorgaanbieder. “De grootste groep die gebruik zal maken van de hulpmiddelen wordt doorverwezen door de huisarts”, verklaart Mascha van Dort, woordvoerder Kwaliteit in Zicht. “Daarnaast is het interessant voor mensen die niet tevreden zijn of iets missen bij hun huidige zorgaanbieder.”
Beste keuzehulpmiddel
Van Dort legt uit dat patiënten willen zien dat de zorg voldoet aan hun criteria. “Denk bijvoorbeeld aan bejegening, wachttijden, het behandelresultaat of het zorgaanbod. Bij een monitor kunnen zij zelf die criteria vergelijken die zij belangrijk vinden. Bij een keurmerk zijn deze punten verzameld en kunnen patiënten zien of een zorgaanbieder voldoet aan de eisen vanuit patiëntenperspectief.” Bij Kwaliteit In Zicht wordt momenteel onderzocht welk keuzehulpmiddel het meest effectief is voor patiënten. “Is dat een keurmerk of werkt een monitor beter? Dat kan bovendien per type zorg verschillen. We hopen eind 2012, begin 2013 meer duidelijkheid te hebben over wat precies werkt.”
Herkomst informatie
Momenteel halen de ondervraagden de informatie vooral bij hun huisarts. “Het is alleen niet altijd helder waar de huisarts op zijn beurt weer de informatie vandaan haalt”, vertelt Van Dort. “Misschien verwijst hij naar bekenden van hem of naar een ziekenhuis dicht in de buurt. Dat weten we nog niet.” Van Dort legt uit dat het van belang is om hulpverleners in de eerste en tweede lijn te informeren over de keuzehulpmiddelen. “Het is belangrijk dat zij weten welke keuzehulpmiddelen er zijn, zodat zij patiënten daarop kunnen wijzen.”
Samenwerking patiëntenorganisaties
Het programma Kwaliteit in Zicht is een samenwerkingsverband tussen het Astma Fonds, de Diabetesvereniging Nederland, De Hart&Vaatgroep, de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties, de Reumapatiëntenbond, de Vereniging Spierziekten Nederland, de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie en Zorgbelang Nederland. “Het is opvallend hoe goed deze organisaties samen kunnen werken”, meent Van Dort. “In eerste instantie dachten we dat er veel verschillen zouden zijn tussen de organisaties. Maar we hebben ontdekt dat criteria vaak voor meerdere aandoeningen gelden. Daardoor kunnen we samenwerken op veel vlakken. Zodoende blijft er meer tijd voor de organisaties om zich te richten op de aandoeningspecifieke onderdelen.” (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Zorgmanager en Talent van het Jaar 2012
De inschrijving voor de verkiezing van Zorgmanager en Zorgvisie Grow/Work Talent van het Jaar 2012 is gestart. Meer informatie en aanmelden
De uitkomsten zullen op delen wel aansluiten op de vragen en behoeften die er in de praktijk leven. De dialoog met de huisarts en de zorginstelling bepaalt en belemmerd veel waar de zorgvrager niet of wel betrokken wordt in de uiteindelijke keuzes voor de dienstverlening, behandeling het hulpmiddel of de voorziening.Een onafhankelijke (digitale) zorgcoach zou een hulpmiddel kunnen zijn om de persoonlijke keuzemogelijkheden en vragen overzichtelijk en inzichtelijk te maken. Maar de basis blijft hoe zorgaanbieders en zorginstellingen kijken naar de zorgvrager en zijn wensen en behoeften.
bespaar je de moeite
allemaal afgesproken werk!
Fijn om te lezen dat de PGO-organisaties elkaar zo leuk vinden, jammer dat dit dan het resultaat is van al dat gezellige overleg.
Iedereen wil alles weten, maar weinigen zijn bereid om de kennis op te doen. Dit onderzoek zegt daarom weinig. We moeten weten of de bestaande informatie bepalend is voor de keuze. Dat is waarschijnlijk niet het geval. En dan is het wel weer leuk om te onderzoeken waarom die gegevens niet worden gebruikt.