De onderzoekers keken naar 175 dementiepatiënten in zes geheugenpoliklinieken en de drie Alzheimer Centra te Nijmegen, Amsterdam en Maastricht. Het toeval bepaalde wie daarna voor de behandeling werd toegewezen aan de eigen huisarts of aan een geheugenpolikliniek of Alzheimercentrum. Zestig procent van de patiënten had een dementie van het Alzheimer type, waarbij de meeste patiënten een milde tot matige dementie hadden. Patiënten kregen wel of geen medicamenteuze behandeling, geheel volgens de richtlijnen voor medisch specialisten respectievelijk huisartsen.
Uitkomsten
‘Verrassend genoeg was er geen verschil in de kwaliteit van leven van de patiënten en de belasting van de mantelzorgers na zes en twaalf maanden, wanneer de patiënten door een huisarts of een specialist werden behandeld’, zo stellen de onderzoekers. Wel werd er een duidelijk verschil gevonden in de manier waarop huisarts en specialist hun patiënten behandelen. Marcel Olde Rikkert, klinisch geriater van het Radboud Alzheimer Centrum: ‘Specialisten op geheugenpoliklinieken wisselen bijvoorbeeld veel minder van medicatie en bouwen de medicatie ook langzamer op met goede monitoring. Huisartsen regelden daarentegen meer thuiszorg om de patiënt te ondersteunen.’
Behoefte is bepalend
Op basis van de gegevens concluderen de onderzoekers dat de behoeften van de patiënt bepalend moeten zijn voor de keuze van de behandeling en begeleiding; huisarts of specialist. Olde Rikkert: ‘Onderzoek naar de kosten van de behandeling in eerste en tweede lijn volgen binnenkort, maar lijken ook veel minder te verschillen dan nu nog algemeen wordt gesteld. Voor het beleid van de zorg voor demente patiënten kan dat belangrijke gevolgen hebben.’
(Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter | Foto: ANP )
Lees ook:
Minder dementie onder “jongere” ouderen
Betere zorg dementie door koppeling data
Doorbraak: medisch voedingsmiddel tegen dementie
Conclusion: No evidence was found that memory clinics were more effective than general practitioners with regard to post-diagnosis treatment and coordination care for patients with dementia. Without further evidence on the effectiveness of these modalities, other arguments, such as cost minimisation, patients’ preferences, or regional health service planning, can determine which type of dementia care is offered.
Deze conclusie klinkt toch ietsje anders dan:
Het onderzoek van het Radboud Alzheimer Centrum spreekt dat nu tegen.
Volgens mijn interpretatie zou het kunnen zijn dat….. Maar bewijs volgt.
zou het niet verstandiger zijn daarvoor een portaal in te richten?