Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties4

6 misverstanden over Wmo 2015

Mark van Dorresteijn
Over de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning in 2015 bestaan nog veel misverstanden. Weet u hoe het echt zit? De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is onderdeel van de grote zorgtransitie van Rijk naar gemeenten. Veel misverstanden hebben betrekking op de eigen bijdrage, dagbesteding en het wegvallen van ondersteuning.
6 misverstanden over Wmo 2015

Misverstand 1: Als ik veel inkomen of vermogen heb, krijg ik geen maatschappelijke ondersteuning

Gemeenten mogen cliënten geen ondersteuning weigeren. Dus ook niet omdat ze een hoog inkomen of veel vermogen hebben. Gemeenten mogen wel een hogere eigen bijdrage vragen aan cliënten met meer inkomen of vermogen. Maar nooit hoger dan de eigen bijdrage volgens het uitvoeringsbesluit Wmo. In het uitvoeringsbesluit staan regels voor de eigen bijdrage. Die regels gelden voor alle gemeenten. Gemeenten mogen maar op één manier afwijken van de regels in het uitvoeringsbesluit: ze mogen een lagere bijdrage vragen, geen hogere. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, de leeftijd en de gezinssamenstelling. Het CAK int de eigen bijdrage. Lees meer over de eigen bijdrage in de Wmo.

Misverstand 2: Kinderen, vrienden en buren worden verplicht mij te helpen

De Wmo 2015 stelt hulp door kinderen, vrienden of buren niet verplicht. Ze zijn dus nooit verplicht om te helpen. Gemeenten mogen wel onderzoeken of het sociale netwerk de cliënt kan helpen. De gemeente kan ook rekening houden met deze hulp als ze een aanbod doet aan de cliënt. In het gesprek met de cliënt moet de gemeente ook vragen of de mantelzorger hulp nodig heeft bij het uitvoeren van zijn taken. Lees meer over verplichte mantelzorg.

Misverstand 3: Als het geld bij de gemeente op is, krijg ik geen ondersteuning meer

In de wet staat dat de gemeente maatschappelijke ondersteuning moet bieden als iemand niet zelf of met hulp van zijn netwerk kan meedoen in de samenleving of zelfredzaam kan zijn. Gemeenten moeten altijd aan deze wettelijke plicht voldoen. Ook als het geld op is. Lees meer over de zogenoemde ‘compensatieplicht’ van gemeenten.

Misverstand 4: Mijn gespecialiseerde dagbesteding wordt wegbezuinigd en de gemeente zal mij afschepen met een algemene voorziening, zoals een activiteit in het buurthuis

Gemeenten moeten passende ondersteuning bieden aan mensen als ze niet zelf of met hulp van hun netwerk kunnen meedoen of zelfredzaam kunnen zijn. Voor sommige mensen is een activiteit in het buurthuis passend. Bijvoorbeeld een koffieochtend bezoeken om eenzaamheid te voorkomen. Voor andere mensen is gespecialiseerde dagbesteding nodig. Bijvoorbeeld om te leren hoe ze structuur aanbrengen in hun dag. In dat geval moeten gemeenten gespecialiseerde dagbesteding aanbieden. Uit het onderzoek dat de gemeente doet, blijkt welke ondersteuning passend is voor een cliënt. Lees meer over algemene- versus individuele voorzieningen.

Misverstand 5: De gemeente mag mijn pgb afpakken

Na onderzoek kunnen gemeente een cliënt een maatwerkvoorziening aanbieden. Een maatwerkvoorziening is een individuele voorziening. Voorbeelden zijn een woningaanpassing of specialistische dagbesteding. Mensen die een maatwerkvoorziening krijgen, kunnen kiezen voor een persoonsgebonden budget (pgb). Maar alleen als ze voldoen aan twee voorwaarden. De eerste is dat de cliënt het pgb goed moet kunnen beheren. De tweede is dat de cliënt met het pgb veilige en goede ondersteuning moet inkopen. Lees meer over het pgb in de wmo.

Misverstand 6: Gemeenten krijgen de beschikking over mijn medische dossier

Gemeenten krijgen geen medische dossiers te zien. De gemeente mag bijvoorbeeld alleen weten dat iemand een indicatie voor de nieuwe Wet langdurige zorg heeft. De gemeente krijgt niet te zien wat er in het dossier staat. De gemeente mag alleen gegevens bekijken als u daar toestemming voor geeft. En alleen als het voor uw aanvraag voor hulp belangrijk is. Bovendien hebben alle artsen, ook de huisarts, een medisch beroepsgeheim.

Gemeenten krijgen gegevens om de juiste ondersteuning te kunnen regelen per cliënt. Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) en zorgkantoren leveren een selectie van de indicatie en declaratiegegevens. Toestemming van de cliënt is voor deze overdracht niet nodig. Nadat uw gemeente uw gegevens heeft ontvangen kan de gemeente contact met u opnemen om bijvoorbeeld te praten over uw ondersteuning.

De gemeente krijgt geen (medische) dossiers. Zijn die gegevens wel nodig voor een goede beoordeling van uw ondersteuningsbehoefte? Dan zal de gemeente u vragen die gegevens aan te leveren. Of uw toestemming vragen om die gegevens op te vragen bij bijvoorbeeld de aanbieder. Lees meer over gegevensuitwisseling in de Wmo.

Meer misverstanden

Bekijk de overige misverstanden op de campagnewebsite van VWS over de zorghervorming. Daar staan ook nog misverstanden over de Jeugdwet, Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet.

Transitie langdurige zorg

De AWBZ gaat in delen over naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet. Ook de Participatiewet en de Wet jeugdzorg worden gedecentraliseerd. Hoe verloopt deze enorme stelselwijziging?
Bekijk het dossier

4 REACTIES

  1. Lees alle reacties
  2. N.a.v. misverstand 10. De verplichting geldt wel m.b.t. zorgvuldig onderzoeken voor dat je weigert: keukentafelgesprek! Zie vonnis over een casus in Fries dorpje,Dantumradeel, o.i.d. Of de slaagkans van een proces nihil is, moet in de loop van 2015 blijken. De aanname ‘nihil:is m.i. te voorbarig! Ton Jacobs.

  3. Misverstand 7: Door de hervorming langdurige zorg (HLZ) ontstaat meer zorg op maat.
    > Voorheen had u bij een zorgzwaartepakket (zzp) 3-4 de keuze om thuis te blijven wonen of in een verzorgingshuis te gaan wonen. Nu moet u thuis blijven wonen. De rijksoverheid beperkt de maatwerkmogelijkheden sterk door die opgelegde extramuralisatie, en de gemeenten krijgen er geen thuiszorgmaatwerkinstrumenten bij — de wijkverpleging wordt niet naar hen overgeheveld en de rest van de thuiszorg was al hun domein.
    Misverstand 8: De HLZ was echt nodig want o.a. de intramurale ouderenzorg werd onbetaalbaar.
    > In 1980 woonde nog 48% van de 80-plussers in verzorgingshuizen, in 2010 nog maar 13%(!). Dat is geheel vanzelf gegaan, daar was geen wet voor nodig.
    Misverstand 9: Als niet-vermogende oudere kan ik net zo veel zorg krijgen als wel vermogende.
    > Alleen vermogende ouderen met zzp 3-4 kunnen straks nog hun intrek nemen in een verzorgingshuis. Niet-vermogende kunnen dat niet betalen.
    Misverstand 10: Ik hou qua thuiszorg net zo veel rechten.
    > Waar gemeenten tot nu verplicht waren mensen met een beperking te ondersteunen (de gemeentelijke compensatieplicht), vervalt dat verplichtende karakter in de nieuwe WMO. Weliswaar kan een oudere beroep aantekenen tegen een gemeentelijk individueel zorgbesluit, maar de kans dat een hulpbehoevende oudere zo’n juridisch proces aangaat en — tijdig — wint moet als nihil beschouwd worden.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.