VGZ laat weten dat de huisartsen die nog niet hebben getekend, 93 procent van hun basiszorg wel gewoon vergoed krijgen. Dat is alle basiszorg, de zorg voor de huisartsenpost en ketenzorg. De discussie draait om de zogeheten M&I-verrichtingen, waarvan vooral spiraaltjes als voorbeeld dienen. VGZ-woordvoerder Karen van Rijsewijk: ‘Vorig jaar kreeg een huisarts 55 euro voor het plaatsen van een spiraaltje. De NZa heeft daar nu een tarief van 18 euro voor vastgesteld. Dat hangt samen met de nieuwe huisartsenbekostiging die dit jaar is ingegaan. De compensatie zit in het inschrijftarief en ook via het derde segment van de bekostiging kunnen huisartsen bij ons extra verdienen. In totaal komt de gemiddelde huisarts zo op 57 euro uit. Het lijkt er sterk op dat huisartsen de contracten niet goed hebben gelezen of begrepen.’

VGZ zegt voorstander te zijn van een substitutie van ziekenhuiszorg naar de huisartsenpraktijk. Daarom koopt VGZ naar eigen zeggen 6 procent meer in, uit eigen middelen, terwijl landelijk 2,5 procent is overeengekomen.

Probleem speelt ook elders

Zorgmakelaar Ger Jager vertegenwoordigt de huisartsen. Volgens hem gaat het om niet meer dan 73 procent van de zorg die huisartsen vergoed krijgen. Jager zegt dat het probleem niet alleen bij VGZ ligt; het gaat om alle contracten van zorgverzekeraars. ‘VGZ heeft pech dat het net in zijn regio’s is.’ Per regio koopt de verzekeraar met het grootste marktaandeel de huisartsenzorg in. De andere zorgverzekeraars sluiten een volgcontract af met de huisartsen. Dat betekent dat in de regio’s Noord-Holland-Noord en Noord-Limburg ook de contracten met andere zorgverzekeraars niet zijn getekend. Omgekeerd geldt: in regio’s waar andere zorgverzekeraars leidend zijn, hebben huisartsen ook met VGZ een contract. Jager zegt dat de zaak nu ‘muurvast’ zit. Hij is niet onder de indruk van de 6 procent die VGZ noemt: ‘Daar moeten huisartsen later voor boeten. Er is namelijk een macrobeheersinstrument afgesproken bij de hoofdlijnenakkoorden. Als huisartsen te veel verrichtingen doen, krijgen ze later een generieke korting.’

Onvrede

LHV zegt de brede onvrede die leeft onder huisartsen te herkennen. Huisartsen zouden geen ruimte krijgen van zorgverzekeraars om over de inhoud van het contract te onderhandelen. De LHV wil de discussie over al dan niet misbruik van marktmacht naar een hoger bestuurlijk plan tillen. Zorgverzekeraars Nederland zegt best met de LHV in gesprek te willen gaan, maar dan moeten de veldpartijen wel eerst de contractbesprekingen voor 2015 hebben afgerond.