Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Aanvraag wmo-hulpstukken wordt steeds moeilijker

Verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg vinden het aanvragen van hulpmiddelen nog steeds ingewikkeld. Dit blijkt uit een evaluatie van aanpassingen in de wet- en regelgeving rond de verstrekking van hulpmiddelen aan thuiswonende mensen met een chronische ziekte of handicap.
Aanvraag wmo-hulpstukken wordt steeds moeilijker

Het aanvragen van hulpmiddelen moest eenvoudiger en doelmatiger worden, zo schrijft vakblad Tijdschrift voor verpleegkundig experts (TVZ). Hiervoor voerde het ministerie van VWS vanaf 2008 twee belangrijke maatregelen door. Ten eerste zouden zorgverzekeraars meer rekening gaan houden met de wens van de aanvrager van een hulpmiddel. Deze wijziging staat bekend onder de naam functiegerichte aanspraak Zvw. Dit betekent dat de zorgverzekeraar bij een aanvraag van (verpleeg)hulpmiddelen uitgaat van de beperking of stoornis die moet worden opgeheven in plaats van dat deze uitgaat van een vaste lijst met hulpmiddelen.

Minder regelingen

De tweede aanpassing die is doorgevoerd is het terugbrengen van het aantal regelingen voor het aanvragen van hulpmiddelen van drie naar twee. Voorheen werden hulpmiddelen verstrekt via de AWBZ, de Wmo of de zorgverzekering, al naar gelang de aard van de aanvraag (langdurig of kortdurend, in bruikleen). Sinds 2013 vallen verpleegartikelen in bruikleen niet langer onder de AWBZ maar onder de zorgverzekeringswet. Er is wel een onderscheid gebleven tussen kortdurend gebruik via de Zvw en langdurig gebruik via de Wmo.

Onderzoek

Op verzoek van het ministerie van VWS heeft het Nivel in 2013 onderzocht in hoeverre deze maatregelen er in de praktijk voor hebben gezorgd dat het aanvragen eenvoudiger is geworden. Hiervoor heeft het Nivel 171 leden van het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten gevraagd naar hun ervaringen. Daarnaast hebben 92 verpleegkundigen en 96 verzorgenden werkzaam in de thuiszorg, een vragenlijst ingevuld. Het Nivel doet verslag van deze evaluatie in het rapport ‘Een hulpmiddel via de zorgverzekeraar’.

Onvoldoende

De meest aangevraagde hulpmiddelen waren: incontinentiemateriaal, elastische kousen, hoortoestellen, injectiespuiten en glucosemeters of meetstrips. De gebruikers van de hulpmiddelen en de thuiszorgmedewerkers hebben tot nu toe nog weinig gemerkt van de functiegerichte aanspraak. Bijna de helft van de aanvragers geeft aan dat er is gevraagd naar hun wensen, maar of hier ook daadwerkelijk rekening mee is gehouden is niet duidelijk. Bijna een kwart vond dat het hulpmiddel niet voldoende op hun situatie was afgestemd. Verder bleek dat aanvragers nog steeds tegen een geringe keuze in leveranciers en een beperkte keuze in type hulpmiddelen aanliepen.

Knelpunt

Het overhevelen van de AWBZ-hulpmiddelen naar de Zorgverzekeringswet en de WMO heeft niet overduidelijk tot een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure geleid, volgens de cliënten en de thuiszorgmedewerkers. Het belangrijkste knelpunt dat door de cliënten werd genoemd is dat zij steeds weer opnieuw informatie moeten geven over hun probleem of situatie. De thuiszorgmedewerkers lopen vaak tegen het probleem aan dat zij van te voren niet in kunnen schatten of een hulpmiddel alleen tijdelijk (maximaal ca. 26 weken) nodig is en dus via de zorgverzekeraar moet worden aangevraagd, of dat het gaat om langdurig gebruik, waarbij de aanvraag via de gemeente (Wmo) loopt. Ruim 60 procent van de thuiszorgmedewerkers die hulpmiddelen hebben aangevraagd, heeft meegemaakt dat een als tijdelijk aangevraagd hulpmiddel moest worden omgezet naar langdurig of permanent gebruik. Het blijkt vervolgens veel tijd en inspanning te kosten om het hulpmiddel alsnog via de Wmo te verkrijgen.

Betere afstemming

Een flink aandeel thuiszorgmedewerkers (40 procent) pleit voor een betere afstemming tussen zorgverzekeraars en gemeenten. Twee derde van de cliënten gaf aan dat zij niet afwijzend staan tegenover uitwisseling van informatie tussen hun zorgverzekeraar en gemeente, als dit voorkomt dat zij steeds opnieuw instanties moeten informeren. Een betere en directere afstemming tussen zorgverzekeraars en gemeenten lijkt een van de stappen naar een eenvoudigere aanvraagprocedure. Verder beveelt het Nivel onder andere aan om hulpverleners en gebruikers beter te informeren en voor te lichten over de functiegerichte aanspraak.

3 REACTIES

  1. Lees alle reacties
  2. Kortom, het rapport gaat voor 90% over hulpmiddelen via de zorgverzekeraar. De kop refereert slechts aan Wmo-hulpstukken en is daarmee onjuist. Ook het plaatje getuigt van weinig kennis: de rollator valt niet onder de Wmo en niet (meer) onder de ZVW.
    Wmo schrijf je als Wmo. Niet WMO (Wet op het Medisch-wetenschappelijk Onderzoek) en niet wmo.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.