Verpleeghuizen krijgen jaarlijks 2,1 miljard euro extra. Maar slechts 5 procent van de ouderen profiteert daarvan. Veruit de meeste ouderen wonen thuis. En dat worden er steeds meer. Alleen lukt het langer thuis wonen soms niet meer. Vroeger waren er verzorgingshuizen, maar die zijn in 2012 in rap tempo afgebouwd. ‘De afbouw van de verzorgingshuizen was te radicaal en te snel. De combinatie met de bezuinigingen van de decentralisaties van zorg naar gemeenten was funest. Het is de hoogste tijd dat de politiek investeert in nieuwe vormen van wonen en zorg’, zegt GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet. Op 17 december bespreekt de Vaste Kamercommissie van VWS haar initiatiefnota ‘Lachend tachtig: initiatiefnota voor een toekomstbestendige ouderenzorg’. Ellemeet zit bij die gelegenheid op de stoel van minister Hugo de Jonge van VWS. Hij zit bij dit Kameroverleg aan tafel als haar adviseur, op de plaats waar gewoonlijk zijn ambtenaren zitten.
Afbouw verzorgingshuizen
Het is PVV-Kamerlid Fleur Agema die de abrupte afbouw van verzorgingshuizen in 2012 aan de kaak stelt. Het toenmalige kabinet verhoogde tegelijkertijd de drempel voor toelating tot verpleeghuizen, waardoor steeds meer ouderen langer thuis bleven wonen. De decentralisatie van zorg gaf gemeenten meer verantwoordelijkheid bij het langer thuis wonen van ouderen. Die overheveling van taken ging gepaard met een forse bezuiniging. Ellemeet signaleert het allemaal in haar initiatiefnota en constateert dat er daardoor een groot gebrek is aan nieuwe woonzorgvoorzieningen. Recente cijfers van het CBS maken het gebrek aan geschikte woonzorgwoningen extra urgent. Het CBS voorspelt dat bijna driekwart van de 550.000 huishoudens die er tot 2030 bijkomen eenpersoonshuishoudens zijn. Dit zijn grotendeels 65-plussers die alleen wonen. Dat komt vooral door verweduwing, maar ook steeds vaker door scheiding.
Verplichting voor gemeenten en woningcorporaties
Om te zorgen voor meer geschikte woonvormen met zorg in de wijk wil Ellemeet woningcorporaties en het lokaal bestuur verplichten om samen met huurders en ouderenbonden bindende afspraken te maken over passende woningen voor ouderen. Maar minister De Jonge vindt dat te ver gaan. ‘De gemeente is de regisseur bij wonen. Zo hebben we het in Nederland nu geregeld.’ Hij verwijst naar onderzoek van minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken. Zij komt binnenkort met een evaluatie of gemeenten en woningcorporaties de ambities voor het realiseren van ouderenwoningen waarmaken. ‘Daar wil ik niet op vooruitlopen.’
Sociaal domein en zorg
De politiek heeft de thuiswonende ouderen in beeld. Het regent initiatiefnota’s op het terrein van de thuiswonende ouderen. Op initiatief van D66-Kamerlid Vera Bergkamp heeft minister De Jonge de Commissie toekomst thuiswonende ouderen in het leven geroepen, onder leiding van Leon van Halder. De SP nam het initiatief tot Buurtzorghuizen. Naast geschikte woningen besteedt Ellemeet in haar initiatiefnota ‘Lachend Tachtig’ aandacht aan een goed samenspel tussen zorg en het sociale domein. Zij noemt Amsterdam-Noord als voorbeeld. Daar werken het lokaal bestuur, het BovenIJ Ziekenhuis, de wijkteams van de gemeente, intramurale ouderenzorgaanbieders, wijkverpleging, huisartsen en zorgverzekeraars intensief samen op het gebied van kwetsbare ouderen. Alleen stuiten dit soort initiatieven op de belemmerende wet- en regelgeving van ‘domeinoverstijgende’ samenwerking. Een vraagbaak op het ministerie zou kunnen helpen. Ellemeet dient hierover een motie in, waar de minister welwillend tegenover staat. ‘Het oordeel is aan de Kamer.’
Tijdelijke verblijfbedden
Ook haar motie over tijdelijke verblijfbedden voor kwetsbare ouderen als alternatief voor een ziekenhuisopname krijgt steun van de Kamer en de minister. In de praktijk zijn er drie soorten tijdelijke verblijfbedden. Via de Wmo zijn er bedden voor intensieve respijtzorg. De Wlz kent crisisbedden. En de Zorgverzekeringswet kent de eerstelijnsverblijfsbedden (ELV). Soms vindt een wijkverpleegkundige een vrij bed, maar kan die niet worden gebruikt omdat het bed het verkeerde label heeft. De motie roept op om de oudere in zo’n geval het bed toe te kennen. Achteraf kan dan worden bepaald onder welke vlag de bekostiging valt.
Acute ouderenzorg
Ook Ellemeets derde motie krijgt een positief advies. Die roept het kabinet op om nieuwe goede voorbeelden rond de acute ouderenzorg, zoals de wijkkliniek in Amsterdam, een plek te geven in het kennisplatform dat VWS laat maken rond ‘de juiste zorg op de juiste plek’. De Kamer stemt donderdag 20 december over de moties.