Een voorschrijvend arts moet bij ieder contactmoment met een patiënt beschikken over een actueel medicatieoverzicht. Dat staat in de huidige Richtlijn overdracht van medicatiegegevens. Huiskes: ‘In de praktijk hebben artsen hun eigen dossier prima op orde. Maar als er meer zorgverleners zijn, raakt die info toch versnipperd. Landelijk delen we veel informatie in het Landelijk Schakelpunt. Maar die is vaak achterhaald, omdat het over geleverde medicatie gaat, en niet over afspraken die iemand maakt met zijn arts.’

Twee minuten per consult

Spijkers: ‘Daarom steken apotheken en ziekenhuizen veel tijd in het verifiëren van die overzichten bij de patiënt. Dat proberen ze telefonisch te doen, of live, vlak voor een consult. Alleen lukt dat lang niet altijd, dus moet in veel gevallen de specialist tijdens het consult zelf de medicatie doorspreken met de patiënt. Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld twee minuten per consult te kosten. Op jaarbasis tikt dat wel aan. Dat is zonde van de tijd.’

De Sint Maartenskliniek heeft daarom inhoudelijk geadviseerd bij het ontwikkelen van een medicatieverificatiemodule in het online persoonlijk gezondheidsdossier Zorgdoc, die automatisch digitale bronnen raadpleegt. Huiskes: ‘Dan gaat het om de dossiers in het ziekenhuis en van het Landelijk Schakelpunt. Op basis daarvan kunnen we de patiënt in de online module een goed onderbouwde inschatting van zijn medicatiegebruik presenteren. Twee weken voor een patiënt op consult komt, vragen we hem om dat dossier online te bekijken en waar nodig bij te werken. Vóór een consult kijkt een assistent naar de mutaties, stelt het overzicht samen en brieft de specialist op zaken die het waard zijn om te bespreken.’

Iedereen erachter

Spijkers: ‘Voor het programma draaide, waren we twee jaar voorbereiding verder. Er moest ook nogal wat geregeld worden. De module moet toegang krijgen tot de gegevens waar het om gaat, moet die vervolgens begrijpelijk presenteren, én de patiënt moet ook daadwerkelijk zijn gegevens kunnen wijzigen. Bovendien is eHealth nog steeds nieuw en moeten artsen het ook vertrouwen, wil je er een succes van maken.’

Huiskes: ‘Daarom hebben we het van meet af aan multidisciplinair aangepakt, samen met specialisten, patiëntenpanels, polikliniekmedewerkers, apothekers en apothekersassistenten en met steun van de Raad van Bestuur. Iedereen moet er ook achter staan, anders heeft het weinig zin. We zijn de implementatie begonnen op de polikliniek Reumatologie, vanwege de grote rol die medicatie daar speelt. De meerwaarde was daar voor iedereen helder.’

Efficiënter en beter

Inmiddels draait het systeem al anderhalf jaar. Huiskes: ‘50.000 uitnodigingen hebben we in die tijd verstuurd. En in bijna de helft van de gevallen heeft de patiënt ook daadwerkelijk online zijn gegevens gecontroleerd en bijgewerkt. Sommige patiënten geven live medicatieverificatie echter de voorkeur. Dat is wel veel tijdrovender: met 1 fte kun je jaarlijks 37.500 online verificaties doen, en maar 9000 live of telefonisch.’

Of dankzij de nieuwe verificatiemethode minder voorschrijffouten gemaakt worden, moet nog worden onderzocht. Spijkers: ‘Dat is een verband dat lastig aan te tonen is. We weten wél zeker dat we efficiënter werken, terwijl de kwaliteit minstens gelijk is gebleven. En hoe groter je ziekenhuis, hoe groter de winst van zo’n online systeem. Het scheelt de specialist tijd, de patiënt is beter voorbereid en meer betrokken, en tijdens consulten is er meer ruimte voor de inhoud van de behandeling. Reden genoeg om door te gaan, en dit systeem ook uit te rollen naar andere afdelingen.’