Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties5

Laffe verontwaardiging over Brandon

Waar komen 'misstanden' in de zorg, zoals de situatie van de vastgeketende Brandon, vandaan? En hoe terecht is de verontwaardiging van de samenleving?
Laffe verontwaardiging over Brandon

“Kunnen er dan niet vijf potige en sterke mannen een uurtje met Brandon buiten een potje gaan voetballen?” Dit was een kenmerkende vraag van EO-coryfee Andries Knevel. Hij kon de beelden van Brandon in zijn ‘cel’ nauwelijks verdragen. Meneer van der Linde, de verantwoordelijk manager, probeerde zijn beleid met alle kracht te verdedigen. Daarin slaagde hij slechts gedeeltelijk, want de verontwaardiging van meneer Knevel, die leek te spreken namens de gehele samenleving, maakte het hem wel moeilijk. “Misschien moeten wij de regels maar eens ter discussie stellen”, opperde meneer Drooge van het platform voor mensen met een verstandelijke beperking. Toch ging hij daarna gauw mee in de verontwaardiging van de samenleving neergezet door meneer Knevel.

Maar is deze verontwaardiging terecht, of is Brandon het voorbeeld, misschien wel de uitwas van een nieuw systeem? Immers in 2007 heeft de overheid met instemming van het parlement (wij dus) een nieuw financieringssysteem voor de care geïntroduceerd. Deels om de kosten in de hand te houden en deels om te zorgen dat de cliënten krijgen waar ze recht op hebben.

Schrijnende gevallen

In het verleden, zeg maar drie jaar terug, mochten instellingen zelf bepalen waar het geld naartoe ging. Schrijnende gevallen als Brandon kregen dan iets, vaak erg veel, meer om de nodige ondersteuning bij deze complexe zorgvragen te kunnen betalen. De instelling koos er vaak voor deze extra kosten te ‘verhalen’ op andere cliënten door hen iets minder te geven. Met de nieuwe financiering is dat moeilijker geworden, en terecht. Het nieuwe systeem geeft iedereen inzicht wat er voor iedere cliënt aan financiële middelen beschikbaar is. Daarnaast heeft de overheid (alweer wij dus) het totale budget voor de care bevroren. Concreet betekent dit, dat iedere (werkende) Nederlander de premie die hij of zij voor deze zorg per maand betaalt (300 euro) hoog genoeg vindt.

Jammer dat dit niet boven tafel komt. Ome Henk en tante Ingrid mopperen en huilen mee op verjaardagen over de misstanden in de zorg, Brandon, 24-uursluiers, geen wandeling, et cetera, maar vergeten gemakshalve erbij te zeggen dat ze weigeren meer te betalen (onderzoek Volkskant 2009), omdat het wel genoeg is. Ze leggen de last volledig bij de betrokken mensen in de zorg. De rapen zijn gaar? Je eigen rapen zul je bedoelen! Deze hypocriete kijk op de problemen ontlokt ons de uitspraak dat het om ‘laffe’ verontwaardiging gaat.

Eigen koopkracht eerst

Laf, omdat we als samenleving niet de verantwoordelijkheid nemen om deze zaken op te lossen. Laf, omdat onze eigen koopkracht boven alles gaat. Laf, omdat we betrokken werkers in de zorg opzadelen met een geweldige spagaat, een onmogelijkheid. Laf, omdat we in onze veilige omgeving maar afgeven op de inefficiëntie van de zorg. Laf, omdat we geen verantwoordelijkheid nemen voor onze keuzes. Gewoon laf dus.

Misschien kunnen de medewerkers van de instelling waar Brandon woont wel anders. Misschien hebben ze niet de juiste inschattingen gemaakt. Maar laten we ze helpen in plaats van de grond in te trappen met onze ‘laffe’ verontwaardiging.

Neem uw eigen verantwoordelijkheid in deze! Kijk verder dan uw eigen koopkracht en zorg dat mensen die ondersteuning nodig hebben ook de middelen krijgen om deze zorg te organiseren. Toon nu eens moed. Daar hebben Brandon en zijn omgeving meer aan.

Hans van Oosten, John Sijnke, Jos Kruger

Stichting Spot

5 REACTIES

  1. Toen mijn zusje aan het einde van de jaren zestig in ’s Heerenloo ging werken kon ze daar smakelijk over vertellen.
    “Er waren verschillende soorten, vertelde ze, maar globaal gezien zijn er drie soorten: “debielen, idioten en krankzinnigen”. De krankzinnigen heb ik nog niet gezien, die zitten in de kelder, in kooien”.
    Het kan zijn dat ik het niet exact onthouden heb, ik heb het over meer dan veertig jaar geleden, maar wij begrepen; er zijn mensen die niet meer te redden zijn. Die alleen maar kunnen worden geïsoleerd omdat ze voor zichzelf en de anderen gevaarlijk zijn.
    Verder dachten wij daar ook niet over na, het was een andere wereld, die van mijn zus. ’s Heerenloo, dat lag ver weg, in het bos, net als de meeste instellingen.
    Mijn zus zat dat ook dwars, dat isolement. En toen ze paviljoenhoofd was geworden kwam ze op het idee om met een hele bus bewoners eens langs te komen. Opeens vulde onze woonkamer zich met mensen waarvan wij in eerste instantie behoorlijk schrokken. Later werd het heel gezellig, wij verbaasden zich over hun directheid en hun affectieve mogelijkheden. Het was leerzaam.
    Goddank is er veel veranderd. Verstandelijk beperkten, zo noemen wij hen tegenwoordig, zijn uit de kast gekomen. Voor een deel althans. Naarmate er meer contacten zijn ontstaat er ook meer begrip. En inzicht hoe je met elkaar om moet gaan.
    Toch blijven er mensen als Brandon die heel speciale zorg nodig hebben. Kennis en vaardigheden schieten te kort. En dan blijft alleen het tuigje over, de vrijheidsbeperking. Daar is algemene opwinding over; dat mag je niemand aandoen, is het breed gedragen gevoel. Maar ook is er nog niemand gekomen die een oplossing heeft.
    Alle zorg, zoals die door de samenleving is geregeld evolueert. Wij krijgen steeds mee inzicht in de optimale behandeling van al die klachten en aandoeningen die mensen moeten ondergaan.
    Maar niemand kan het verdriet van een moeder lenigen die lijdt omdat haar kind aan de muur moet worden geketend. Überhaupt kan niemand een oplossing bieden waar mensen verdriet hebben om hun zieke levenspartner, hun vriend, hun familielid.
    Konden wij maar meer doen met die affectie die de bron is van dat verdriet. Die affectie is ook een band, een tuigje waarmee mensen aan elkaar vast zitten. Alleen, die binding maakt juist vrij, maakt los. Ik kan het niet zomaar op formule brengen of tot een protocol omsmeden. Maar ik denk dat bij de affectie de sleutel is te vinden om het probleem te ontgrendelen waarin iedereen is vastgeraakt.

    Gert F. Dekker
    Ziekenhuispastor Gelderse Vallei

  2. Lees alle reacties
  3. Ondanks alle bezuiningsrondes kan je mij niet vertellen dat iemand niet eens in de drie jaar naar buiten kan onder begeleiding. Het is een totale verantwoordelijk van medewerkers, managers en directeuren van de zorginstelling. Stop eens met het verschuilen achter politiek en denk meer ondernemersgericht.

  4. Beste Hans,
    Het is inderdaad laf om verontwaardigd te zijn zonder de feiten te kennen. Echter je maakt een cruciale fout om te denken dat het met alleen maar meer geld beter gaat. De instrumenten die de zorgverleners kunnen en mogen inzetten worden niet door de hoogte van de premie bepaald. Ze worden bepaald door diegene die de vergoedingen van de zorgverlener regelt. Ik werk in de zorg en ben van mening dat het met meer zorg en minder bureaucratie veel beter zal gaan. Laat iemand een beslissing nemen die verstand heeft van de zorg in plaats van iemand die verstand heeft van kosten. Het kost namelijk altijd teveel! Was de oude situatie waarin de echt zware gevallen meer kostte dan de lichtere gevallen echt zo slecht? Of werd er voor iedere patient gezorgd op een voor die patient aanvaardbaar niveau? Dat is een afweging die door professionals gemaakt moet worden. Niet door kostenkijkers…. Als we, Nederland, die regie weer teruggeven aan de zorgverlener en deze ondersteunen en faciliteren met de vergoedingen in plaats van beperken en restricties invoeren kan de zorg een stuk goedkoper. Dit even los van het feit dat de media Brandon erg spannend gemaakt heeft door juist in te spelen op de verontwaardiging en het gevoel dat we “te weinig” krijgen. Dit ook even tegen de mensen die dagelijks in het veld werken en zich tussen 2 vuren begeven: de zorg en de vergoeding…

  5. eens met deze verzuchting. maar dat onslaat de vertegenwoordigers van de instellingen niet van de plicht zich tegenover hun patiënt en diens naasten te verantwoorden, en tegenover de samenleving. daarbij moeten ze niet bang hoeven te zijn de bal daar te leggen waar die hoort. anderzijds moet iedereen die de instelling verwijten maakt zich realiseren, dat ook hij getroffen kan worden door een lot dat leidt tot een zeer zware afhankelijkheid van zorg. en dat de solidariteit die we betonen aan anderen ook een soort verzekering is waaruit in zo’n geval de zorg die hij nodig heeft wordt betaald. want betaald moet er worden.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.