Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties12

Persoonlijke verzorging hoort bij de gemeente

Verpleging en verzorging horen niet bij elkaar. Juist de huishoudelijke verzorging en de begeleiding passen bij verzorging.
Persoonlijke verzorging hoort bij de gemeente
Foto: Zion Jongstra

Op Zorgvisie.nl stond op 17 september een artikel met de kop ‘Langdurige zorg: Verpleging en verzorging horen bij elkaar‘. Dit is de mening van de meeste grote thuiszorgorganisaties die graag de huidige situatie in stand willen houden, maar op rationele gronden is een andere combinatie veel logischer. Het zijn juist de huishoudelijke verzorging en de begeleiding die passen bij de persoonlijke verzorging.

Als voornaamste argumenten voor de stelling zijnin het artikel twee quotes van bekende thuiszorgdirecteuren opgetekend. Zo zegt Jos de Blok van Buurtzorg Nederland: ‘Willen professionals een cliënt goed helpen, dan horen verzorging en verpleging bij elkaar’. En volgens Rob van Dam van Amstelring ‘scheelt het een hoop afstemmingsproblemen als je in de wijk de verpleging en de verzorging in een team kunt organiseren’. De basis voor het betoog ligt dus in afstemming tussen verpleging en verzorging. Maar hoe belangrijk is die eigenlijk?

Overlap

Bureau HHM concludeerde in 2012 in zijn rapportage dat van alle cliënten met persoonlijke verzorging slechts 17 procent (!) deze dienst afneemt in combinatie met verpleging. Nog eens 8 procent neemt persoonlijke verzorging af in combinatie met verpleging en begeleiding. Totaal ontvangen dus 25 procent van alle cliënten verzorging in combinatie met verpleging, waarbij is opgemerkt dat 8 procent van hen ook begeleiding afneemt, een dienst die zeker overgaat naar de gemeenten.

Van alle cliënten die persoonlijke verzorging ontvangen, krijgt 52 procent vanuit de Wmo-gefinancierde huishoudelijke verzorging. Als wij kijken naar alle vanuit de Wmo-gefinancierde dienstverlening (inclusief de begeleiding vanaf 2015) is dit bijna 100 procent. Dus nagenoeg alle cliënten die gebruikmaken van persoonlijke verzorging krijgen verschillende Wmo-gefinancierde diensten, waarvan de huishoudelijke verzorging de belangrijkste is.

Samenhangende activiteiten

Het is duidelijk dat de overlap van verzorging en verpleging beperkt is. Een ander argument zou kunnen liggen in de samenhang van de aard van de activiteiten. Het grootste deel van de handelingen binnen de persoonlijke verzorging bestaat precies uit datgene wat de titel aangeeft: ‘verzorgende activiteiten’, die geen medisch aspect bevatten. Dit zijn activiteiten zoals helpen met wassen, aankleden en andere persoonlijke verzorging. Slechts een heel klein deel van de handelingen heeft een medisch aspect, zoals assisteren bij het innemen en toedienen van medicijnen of sondevoeding.

De huishoudelijke verzorging heeft juist veel gemeen met persoonlijke verzorging en begeleiding. Want het betreffen niet-medische handelingen die cliënten helpen om zo lang en goed mogelijk zelfstandig thuis te wonen.

Werk en werkgelegenheid

In het artikel betoogt Jos de Blok: ‘Voor professionele zorg thuis heb je minimaal een hbo-opgeleide wijkverpleegkundige nodig’.  Echter, van zorg in de medische zin van het woord is bij een combinatie van persoonlijke en huishoudelijke verzorging geen sprake. Dit is een vorm van persoonlijke ondersteuning die prima kan worden uitgevoerd door medewerkers met een lagere opleiding. Door de verzorgende activiteiten uit te laten voeren door hoogopgeleide verpleegkundigen maken we de verzorging onnodig duur. Daarbij komt dat algemeen wordt verwacht dat er een tekort zal ontstaan aan verpleegkundigen, terwijl het juist de lager opgeleiden zijn waarvoor de werkgelegenheid afneemt.

Coördinatie in de wijk

Er is de laatste tijd veel te doen over coördinatie binnen de wijk. En terecht, want daar valt veel te winnen. Door een wijkgerichte aanpak kan de klantgerichtheid verbeteren en de kosten worden verlaagd. Als de persoonlijke verzorging overgaat naar de gemeente betekent dit dat financiering voor persoonlijke ondersteuning binnen de wijk uit één bron komt. Dit is een belangrijke stimulans of zelfs een voorwaarde voor goede coördinatie. Wanneer de persoonlijke verzorging echter wordt overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet, bewegen we in tegengestelde richting. Dan komt er in iedere wijk naast de gemeente ook nog een handvol verzekeraars. Dit levert alleen maar extra coördinatievraagstukken op in plaats van oplossingen.

Tarieven onder druk

Tot slot de kosten. Het zijn de sterk gestegen kosten die de primaire aanleiding vormen voor de veranderingen. Persoonlijke verzorging kost nu gemiddeld ruim 45 euro per uur. Voor huishoudelijke verzorging wordt binnen de Wmo gemiddeld iets meer dan 20 euro betaald. Dit terwijl het bruto uurloon van een helpende en verzorgende slechts 4 respectievelijk 5 euro hoger ligt dan dat van een medewerker in de huishoudelijke verzorging. Zorgorganisaties vrezen daarom – waarschijnlijk terecht – dat tarieven onder druk komen te staan als de persoonlijke verzorging overgaat naar de Wmo. Niet alleen kan op uurtarieven worden bespaard, de grootste potentie ligt in effectievere dienstverlening. Door huishoudelijke verzorging en begeleiding met persoonlijke verzorging slim te combineren kan het aantal uren dat wordt ingezet, worden teruggebracht zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening.

Resumerend

Door de relatief eenvoudige dingen ook werkelijk eenvoudig te maken en goed te coördineren, houden wij de zorg betaalbaar en kunnen de hoogopgeleide verpleegkundigen zich richten op hetgeen waarvoor ze zijn opgeleid: zieke mensen verplegen. Door medische en niet-medische taken duidelijk te scheiden, stimuleren wij ook mantelzorg en vrijwilligers. Zij kunnen immers uitstekend diensten verlenen bij ondersteunende taken, maar niet bij verplegende taken. Laten wij daarom vooral een duidelijk onderscheid maken tussen zorg en persoonlijke ondersteuning. Dit betekent verandering voor veel zorgorganisaties, maar is goed voor cliënten, medewerkers en voor de schatkist!

 


Zion Jongstra, algemeen directeur TSN Thuiszorg

12 REACTIES

  1. het bureau HHM schrijft over abstracte cijfers dat het pruductie aandeel klein tov verpleging. Inmiddels is wel gebleken dat bureau HHM veelal naast de feiten zit. Dit bureau is uit op chaos. Dat levert veel werk op om voorstellen te lanceren over korte termijn oplossingen. Mijn advies negeer HHM

  2. Lees alle reacties
  3. Het probleem is dat zorgaanbieders die zowel verpleging als verzorging in de aanbieding hebben, de neiging hebben allerlei handelingen te laten uitvoeren door lageropgeleide mensen, soort taakherschikking. Als vb noem ik blaasspoelen bij een man met een blaascatheter. Het lijkt niet zo’n ingewikkelde handeling, men doet het een keer voor, en de ongeschoolde krijgt een certificaat, ze heeft een competentie verworven en mag de handeling uitvoeren. Helaas wist ze niet hoe belangrijk de juiste temperatuur van de vloeistof is en heeft de client 2 dagen zodanige blaaskrampen gehad, dat een ziekenhuisopname nodig was. Dit is geen ‘voorbehouden’handeling, zoals wel meer verpleegkundige handelingen in de thuiszorg. Een tillift is ook zo’n tricky item. Uit Arbo overweging zou voor veel thuiszorgclienten eigenlijk gewerkt moeten worden met een tillift. Gaat de zorgverzekeraar die beschikbaar stellen om te voorkomen dat opname in verpleeghuis uitgesteld kan worden? Of gaan we die huren bij een regionaal Wmo uitleenbedrijf?
    Ik vind dat de overheid heel duidelijke regels moet gaan geven om te voorkomen dat de financiers, zorgverzekeraars en gemeenten, naar elkaar staan te wijzen en de klant in zo’n moeilijke positie ook nog zijn recht(?) op goede persoonlijke verzorging en verpleging moet bevechten.

  4. Wat jammer dat we niet op de essentie van de discussie komen (zie de eerste reactie). Net zo lang draaien tot het in je straatje past, dat is menselijk en doen we allemaal weleens. Helpen we Van Rijn niet meer als we het getouwtrek tussen participatie, ondersteuning, zorg, ziekte en de bijbehorende wetten loslaten en de BURGER nu aan zet laten? Het gaat tenslotte toch over zijn/haar lijf! WIE wast U straks?

  5. In het verlengde op bovenstaande reactie is er nog een andere reden voor de heer Jongstra om dit alles zo neer te schrijven zoals hij dat doet: TSN is ooit op gericht vanuit een groot schoonmaakgigant om in de markt van de thuiszorg met name in huishoudelijke dienstverlening te penentreren…! Jammer dat hij in zijn betoog vergeet om te melden dat de belangrijkst drijfveer is dat TSN de kans voorbij ziet komen om in het verlengde van de huishoudelijke hulp ook de persoonlijke verzorging te gaan contracteren bij de geementen waar men nu als TSN al actief is.! Geen probleem, maar benoem het dan gewoon.! De inhoudelijke redenatie die hij er nu op na houd raakt kant nog wal, maar dat is hem vergeven gezien het feit hij nog nooit echt met het bijltje van de echte zorgondernemer ‘gehakt’ heeft…

  6. In diezelfde jaren negentig is er gepoogd een knip aan te brengen in de ziekenhuis-vervangende zorg in de thuissituatie en de reguliere (wijk-)verpleging/verzorging. De eerste ging, als kortdurende zorg, via de zorgverzekering en de tweede viel onder de AWBZ.
    Binnen een jaar werd deze ‘knip’ teruggedraaid, citaat:
    ‘Door de knip in de thuiszorg wordt kortdurende thuiszorg na opname in een ziekenhuis niet vergoed door de AWBZ maar vanuit het budget van het ziekenfonds. Deze maatregel, pas dit jaar ingevoerd, wordt per 1 januari (1998,Willie) al weer ongedaan gemaakt, omdat het in de praktijk onwerkbaar bleek. Vanaf 1 januari valt alle thuiszorg weer onder de AWBZ’
    Lees meer op deze pagina:
    http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2601232/1997/09/23/Jaar-respijt-voor-thuiszorg.dhtml

  7. De ellende is begonnen in de jaren negentig toen er geindicieerd moest worden: een thuiszorg cliënt kreeg een productcode PV of code Verpleging. En het gevolg was veel administratie, in codes opgedeelde financiering.
    Terwijl de praktijk zo vaak een overlap heeft.
    het gebeurd vaak dat, in het belang van de cliënt, er bij een indicatie PV ook af en toe verpleegkundige inzet plaatsvind.
    Bovendien is bij veel pers.verzorging een medische oorzaak de reden van zorgvraag. Zoals bv chronische ziekte, handicap ouderdom, slechte zelfzorg bv tgv alcoholisme, psychische/psychiatrische problemen enz.
    Dit moet niet door een WMO-consulent ‘geregeld’ worden maar door zorg profs gecoördineerd en begeleid worden.

  8. Het artikel geeft volgens mij een eenzijdig beeld van de mogelijkheden. Er zijn straks twee belangrijke wijkgerichte voorzieningen. De eerste of anderhalve lijnsvoorziening van de huisarts (gezondheidscentrum) samen met gespecialiseerde practitioners en de gemeentelijke wmo (wijk)infrastructuur. PV heeft met huishoudelijke verzorging vanuit de processen weinig overlap. Huishoudelijke verzorging is een goed en op gezette tijden voor een periode van een uur of meer ingeroosterde voorziening. PV daarentegen zou een voorziening moeten zijn die geheel op klantwens momenten plaats vindt. Dat verklaart ook grotendeels het verschil in kostprijs. En juist vanuit deze processen heeft het veel meer organisatorische overlap met Verpleging. Niet voor niets dat juist Jos de Blok een groot voorstander is van de overheveling naar de ZVW. Hij toont bovendien aan dat zijn concept goedkoper is en tot hoge klanttevredenheid leidt! Het andere argument is natuurlijk dat er wel degelijk klanten met overlap van PV en VP zijn. Dat betekent dat we binnen PV een afbakening moeten maken wat onder de WMO en wat onder de ZVW valt. En bij additionele VP behoefte bij een klant die voorheen alleen PV had moet je dan ook de financieringsvorm wijzigen. Dat maakt het allemaal administratief veel complexer. Ik heb het gevoel dat de statistische benadering ons in dit geval geen klantgerichte oplossing oplevert.

  9. Volledig eens met Henk. Dit is inderdaad statistiek van de koude grond. Je kunt hem net zo goed omdraaien. ZVW heeft al jarenlang 100% dekking (huisartsenzorg, farmacie, medische hulpmiddelen, tandarts…). Dus we moeten niet alleen Verzorging maar ook de Huishoudelijke Verzorging naar de ZVW brengen….
    Dit redeneert voort op een bij elkaar gepolderde functionele benadering van de thuiszorg die nooit heeft gedeugd. Is er eigenlijk wel eens een fatsoenlijk onderzoek gedaan naar de effecten van die functionele benadering?

  10. Vreemde redenering. De lichtste vormen van zorg komen uiteraard het meest voor en hebben dus ook de meeste overlap met alle andere vormen van zorg. Dus als we lichte zorg naar gemeenten overhevelen moeten volgens deze redenering ook alle zwaardere zorg naar gemeenten, want ja veel overlap.
    Laten we de redenering eens omdraaien. De 25 procent die zowel verpleging als verzorging nodig heeft betreft natuurlijk de zwaarste gevallen. Het aandeel van de feitelijke zorgverlening dat bij deze groep terecht komt, is daarom veel hoger dan die 25 procent. Als we de verpleging overhevelen naar de Zvw is het logisch de lichtere zorg te laten volgen, want ja veel overlap en een groot deel van de totale zorgvraag.
    Allemaal flauwekul natuurlijk. Het probleem is dat er wordt gedacht vanuit verstrekkingen en welke knippen daartussen ontstaan en niet vanuit mensen. De problemen ontstaan omdat het kabinet wil dat mensen met een vrij zware zorgbehoefte niet meer in aanmerking komen voor integrale zorgfinanciering uit de AWBZ. Die knip is verkeerd gelegd.

  11. Er wordt in de hele discussie nauwelijks stil gestaan bij de moreel-ethische kant van het verhaal. Professionele persoonlijke verzorging ontleent haar recht aan het grondwettelijk recht op bescherming van onze lichamelijke integriteit (grondwet art.11).
    Niet meer zelf kunnen opstaan, niet meer zelf kunnen douchen, niet meer zelf naar het toilet kunnen gaan, dat betekent de meest basale verschijningsvorm van zelfregie overgeven aan een ander. Het gaat dus om de invulling van die ander bij het ondersteunen van de zelfregie. Alleen de zorgvrager heeft het recht om te bepalen wie die ander is. Als die ander in eigen vertrouwde kring gevonden wordt is dat waardevol (er zijn nu al vele mantelzorgers die zich ook bij de persoonlijke verzorging inzetten!). Maar als die ander er niet is dan moet er op professionele zorg teruggevallen kunnen worden, dat is een fundamenteel recht en zorgt, vanwege de professionele distantie, juist voor behoud van zelfregie. In de Wmo is dat recht niet gegarandeerd!
    Met de petitie ‘WIE wast U straks?’ wordt vanuit de ethische kant gepleit voor het behoud van ons huidige recht op professionele zorg. Lees meer op de website: http://www.wiewastustraks.123website.nl

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.