Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog: Preventieakkoord had zoveel beter gekund

Jeroen van den Oever is directievoorzitter van Fundis, een groep van zorgaanbieders in Zuid-Holland en Utrecht.
Het Nationaal Preventieakkoord is te beperkt. De overheid moet verder kijken dan de opvoeding van de jeugd, betoogt Jeroen van den Oever. Want de ouderen dragen verreweg het meeste zorgleed. En veel daarvan is te voorkomen.
Jeroen van den Oever, directeur van Fundis en bestuurslid ActiZ

Voorkomen is beter dan genezen. Dat vindt nu ook het kabinet, getuige het preventieakkoord dat staatssecretaris Blokhuis onlangs heeft gepresenteerd.
Het is mooi dat de overheid eindelijk wil investeren in de gezondheid van haar bevolking, maar wat opvalt is de zeer beperkte horizon van dit akkoord. Minder roken, minder drinken en gezonder eten gaan onze gezondheid uiteraard ondersteunen. Maar of daarmee het grootste deel van de onnodige zorg in ons land wordt voorkomen, waag ik te betwijfelen. Er is immers zoveel meer in ons zorgsysteem dat makkelijk kan worden voorkomen. Daarvoor moet de overheid wel verder durven kijken dan de opvoeding van de jeugd. Want verreweg het meeste zorgleed wordt gedragen door de ouderen. En heel veel daarvan valt prima te voorkomen. Primaire preventie onder jongeren is belangrijk maar secundaire preventie in doelgroepen waar veel vermijdbare zorg voorkomt, is minstens zo nuttig.

Onnodig in het ziekenhuis

Veel ouderen belanden onnodig in het ziekenhuis. Onderzoeksbureau Fluent berekende in 2017 dat jaarlijks zo’n 800.000 65-plussers via de spoedeisende hulp in ziekenhuizen worden opgenomen. Zo’n 61 procent van hen komt daar eigenlijk onnodig. 19 procent van die opnames komt voort uit welzijnsklachten, bijvoorbeeld als gevolg van eenzaamheid of gebrek aan mantelzorg. 17 procent had kunnen worden voorkomen als de eerste lijn van huisartsen en andere zorgverleners voldoende had kunnen doen. En 24 procent  bestaat uit chronische patiënten die met betere monitoring en ondersteuning thuis niet naar het ziekenhuis hadden gehoeven. In totaal gaat het om 1,3 miljoen ligdagen per jaar in het ziekenhuis ter waarde van 1,4 miljard euro, die voorkomen hadden kunnen worden. Als we niets doen, groeien deze cijfers in 2030 naar 2 miljoen ligdagen en 2.2 miljard euro.

Investeren in secundaire preventie

Het is zeker niet alleen een economische noodzaak om te investeren in secundaire preventie. Voor kwetsbare ouderen is het gewoonweg niet gezond om in het ziekenhuis terecht te komen als er geen fysieke noodzaak voor is. Ze zijn vatbaarder voor besmettingen  en onderzoeksgrage dokters vinden altijd wel wat in een oud lichaam dat volgens hen om volgende interventies vraagt. Kwetsbare ouderen moeten bij voorkeur het ziekenhuis mijden maar komen daar ongewild maar al te vaak toch terecht.

Daar komt nog bij dat de ziekenhuizen steeds vaker met personeelstekortenkampen. Onnodige opnames zijn niet goed voor de gezondheid van betrokkenen, kosten de samenleving veel geld en belasten de organisaties van de ziekenhuizen. Secundaire preventie is daarmee van net zo’n groot belang voor onze samenleving als primaire preventie. Waarom doen we er dan niks aan?

Zorgverzekeraars zijn aan zet

De eersten die hieraan wat zouden moeten wíllen doen, zijn de zorgverzekeraars. Zij zijn immers degenen die deze onnodige meerkosten moeten betalen. Er is echter een zogenoemde perverse prikkel die hen tegenhoudt: elk jaar kunnen verzekerden naar een ander lopen; investeren in hun preventie komt dan de concurrerende verzekeraar ten goede. Preventie zit niet in het verzekeringspakket, dokters vragen er niet naar en het is geen onderscheidende kwaliteit bij het werven van nieuwe verzekerden: dus de drang om te investeren in preventie is bij hen niet groot.
Dat geldt op een andere manier net zo voor lokale overheden: zij zouden wel meer willen doen aan preventie voor kwetsbare ouderen in hun wijken maar hebben de middelen daar niet voor. En het kostenvoordeel van goede preventie valt uiteindelijk immers niet bij hen maar bij de zorgverzekeraars. Zo houden financiers elkaar gevangen en blijft het systeem kwetsbare ouderen vaak onnodig naar het ziekenhuis brengen. Shame!

Preventieakkoord met zorgverzekeraars en gemeenten

Het kan beter. Het volgende preventieakkoord van de staatssecretaris moet worden gesloten samen met zorgverzekeraars en gemeenten. Om te beginnen worden verzekeraars verplicht om 1 procent van hun budgetten te storten in een preventiefonds. Gemeenten, huisartsen, verpleegkundigen en anderen worden met deze middelen gefinancierd om ouderen op een betere manier thuis, in de wijk en in de eerste lijn  te verzorgen. De investering in deze preventie is nuttig en nodig. En is ook moreel rechtvaardig: deze ouderen hebben vaak 15 tot 25 jaar langer premie betaald dan zij die op hun 60-ste aan ‘snelle ziektes’ zijn overleden. Dat is 60 tot 100.000 euro meer waarvan verzekeraars best een stukje opzij kunnen leggen voor dit – voor iedereen – nuttige doel.

Jeroen van den Oever, directeur van Fundis, een zorgnetwerk in Midden-Nederland.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.