Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zweedse kanttekening bij ‘zo lang mogelijk thuis’

Joris Slaets
‘Zo lang mogelijk thuis’ is het mantra in de Nederlandse ouderenzorg. Wie kan daar nu op tegen zijn? Het is wat ouderen zelf willen. De verzorgingshuizen hebben we al gesloten en alle zorg die we in een verpleeghuis leveren, kan in beginsel ook thuis. Weg met die dure en vrijheidsberovende instituten! Iedereen doet zijn best, maar zo gezellig als thuis wordt het daar toch niet.
Joris Slaets450.jpg
Foto: Joris Slaets

In mei was ik met de executive leergang van Leyden Academy op studiereis in Zweden. Daar hebben ze al in de jaren zeventig besloten om ouderen zo lang mogelijk in hun eigen huis te laten wonen. Het is indrukwekkend wat er in Zweden allemaal thuis geregeld wordt: een heel sociaal zorgstelsel met uitgebreide basispakketten, vrijwel geheel inkomstenonafhankelijk. De gemiddelde opnameduur in een verpleeghuis in Stockholm is minder dan zes maanden (zowel voor dementie als lichamelijke beperkingen) en op de afdeling geriatrie in een ziekenhuis zeven dagen.
Wat wij geriatrische revalidatie noemen, is in Zweden bijna helemaal thuis georganiseerd. Na een heupfractuur ga je als oudere niet naar een verpleeghuis, maar ben je binnen een week weer in je eigen huis met intensieve thuishulp, fysio- en ergotherapie. Daar valt veel voor te zeggen en het is ook met onderzoek onderbouwd: de revalidatie thuis is veel specifieker, het gebeurt in de eigen context en mensen zijn beter gemotiveerd. 

Dossier transitie langdurige zorg
De AWBZ is overgegaan naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet. Ook de Participatiewet en de Wet jeugdzorg worden gedecentraliseerd. Hoe verloopt deze enorme stelselwijziging? Lees meer >>

Ondersteuning mantelzorg wettelijk geregeld
Weer een lofzang op het Zweedse zorgmodel? Niet helemaal. Want ondanks de geavanceerde zorg thuis, gaat het niet goed met vele kwetsbare ouderen in Zweden. Gezondheid wordt vaak op één lijn gesteld met geluk, maar dit zijn verschillende dimensies. De zorg voorziet in behoeften, het beperken van narigheid. Maar dit gaat voorbij aan het verlangen: erbij horen, liefdevolle relaties, betekenis verlenen aan elkaar. Daar is ook in Zweden nog bar weinig aandacht voor.
De mensen die we spraken die verantwoordelijk zijn voor ontmoetingsplaatsen en ondersteuning van mantelzorgers, schetsten ons een haarscherp beeld van de situatie. Zij hebben hun eigen ‘beroep’ moeten uitvinden en werken zich een slag in de rondte om zeer geïsoleerde ouderen weer bij de gemeenschap te betrekken. Ze zijn nog met weinigen en krijgen een fooi vergeleken met de circa 12 miljard euro die er in Zweden omgaat in de ouderenzorg. Ze hebben wel iets heel belangrijks bereikt: Zweden heeft sinds 2009 een sociale wet die regionale overheden verplicht om de informele zorg te erkennen en te ondersteunen. Er zijn mensen aangesteld die de specifieke taak hebben om mantelzorgers te informeren en te helpen hun weg te vinden in de regionale voorzieningen en regels. Er zijn ook mensen die de behoeftes van de mantelzorg vaststellen en allerlei vormen van hulp indiceren. Het is het informele circuit, en wellicht alléén dit informele circuit, dat kan zorgen voor het herstellen van de sociale integratie van kwetsbare ouderen. En het is een misvatting dat onze samenleving dit zonder publieke middelen en expliciete steun vanuit de overheid kan realiseren.

In Zorgvisie magazine nr. 8 dat 29 juli verschijnt, leest u over de zoektocht naar meetbare kwaliteitszorg ‘nieuwe stijl’ in verpleeghuizen.

Nieuwe definitie van thuis
Laten we tot slot niet doorschieten in ‘zo lang mogelijk thuis’. Er zijn mensen voor wie de geborgenheid, veiligheid en kleine gemeenschappen in een instituut veel beter zijn dan zo lang mogelijk tussen de eigen bakstenen te blijven zitten. Wij bezochten in Stockholm het woonzorgcentrum Brommagården, kleinschalig wonen voor mensen met lichamelijke beperkingen en dementie, in een buitenwijk met een parkje en bos. Het gebouw, de omgeving, de houding van het personeel: alles is er gericht op maximale keuze- en bewegingsvrijheid. Geen deur is op slot, iedereen kan naar buiten. Loopt er eens iemand verloren, dan brengen buurtbewoners of de wijkagent de bewoner weer thuis. In de winter valt er soms iemand; dat risico neemt men voor lief. Mensen krijgen individueel de vraag wat ze willen eten en drinken en hoe ze hun dag willen doorbrengen.
Die keuzevrijheid net als thuis vereist een fysieke omgeving waarin dat kan. Ik doe een oproep aan architecten en planologen om een andere inhoud te geven aan het begrip ‘thuis’ binnen de context van ouderenzorg. Thuis als een plek waar mensen zich thuis voelen, maximaal de persoon kunnen zijn die ze graag willen (of kunnen) zijn en waar ze het gevoel hebben bij een gemeenschap te horen. Dat hoeft niet altijd hun ‘oorspronkelijke’ huis te zijn en ook geen instituut geïsoleerd van de samenleving. Lever maatwerk in dorpen en stadsdelen.
In Zweden is echt niet alles beter geregeld. Maar laten we leren waar we kunnen: koester en ondersteun de informele zorg en verklaar eigen huis en haard niet bij voorbaat heilig.

Joris Slaets is directeur Leyden Academy on Vitality and Ageing en hoogleraar ouderengeneeskunde aan het UMCG.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.