Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties7

‘Boekhouders doen Wmo-aanbesteding’

Mark van Dorresteijn
Het zijn de boekhouders die in gemeenten de Wmo-aanbestedingen organiseren en niet de ambtenaren die inhoudelijk verstand hebben van wonen, zorg en welzijn. Dat blijkt uit het nog niet gepubliceerde onderzoek 'Governance of local care and social service' van de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
‘Boekhouders doen Wmo-aanbesteding’

De reden is dat gemeenten bang zijn dat fouten in de procedures en het discrimineren van zorgaanbieders op basis van selectiecriteria leiden tot boetes en claims, licht Kim Putters, hoogleraar management van zorginstellingen, toe in een groot interview in de papieren Zorgvisie-nieuwsbrief, nr. 34, die vandaag verschijnt. “Maar dat is niet terecht. De aanbesteding, dat ben je zelf. Je maakt de selectiecriteria als gemeente zelf. Wil je dat goed doen, dan moet je de inhoudsdeskundige ambtenaren juist van begin af aan betrekken bij het opstellen van de procedures voor aanbestedingen.”

Geen paradigma-shift Wmo

De Erasmus-onderzoekers concluderen ook dat van de beoogde paradigma-shift nog niet veel terecht is gekomen. De Wmo moest het denken en doen over huishoudelijke zorg en maatschappelijke ondersteuning veranderen. De wet geeft gemeenten de verantwoordelijkheid om burgers zo te ondersteunen dat zij naar tevredenheid kunnen participeren in de samenleving. Maar in de praktijk lukt dat nog niet erg, omdat gemeenten te veel naar politiek Den Haag kijken. “Dat heeft financiële redenen. Er is angst dat er niet genoeg geld is om de Wmo uit te voeren.”

Verkokering Wmo en AWBZ

Een andere oorzaak is de verkokering van de zorgsectoren. “Zowel qua wetgeving als in uitvoering werkt dat belemmerend. De Rijksoverheid moet uitwisseling tussen Wmo en AWBZ niet alleen wettelijk mogelijk maken, maar ook zorgen dat de verantwoordingsinstanties als het zorgkantoor en het CAK daar aan meewerken.”

Te krampachtig

Putters vindt dat het Rijk en gemeenten te krampachtig doen over de Wmo-aanbestedingen. “Het ministerie van VWS zou meer moeten doen om angst bij gemeenten weg te nemen in plaats van alleen te waarschuwen voor boetes. Wethouders moeten niet alleen op hun Wmo-potje zitten, maar nieuwe wegen bewandelen. Ze moeten langs de mazen van de wet gaan. Als na een paar jaar blijkt dat gemeenten niet meer zijn dan uitvoeringsorganen van het Rijk, dan is de Wmo in mijn ogen mislukt.”

Alarmbellen

Op de vraag of de komende bezuinigingen de krampachtigheid juist niet zullen versterken, antwoordt Putters dat die juist kansen bieden. “Dat geeft een sense of urgency. Vooral voor kleine gemeenten is het erop of eronder. Als blijkt dat een kleine gemeente de Wmo-taken niet vorm kan geven, staat het voortbestaan op het spel. Dan verdwijnt zo’n gemeente bij de herindeling. De alarmbellen moeten rinkelen.”

Wmo-congres

Op het Zorgvisie-congres ‘De Wmo: sturen op prijs en kwaliteit’ op 5 oktober bespreken de Erasmus-onderzoekers hun brede onderzoek naar de praktijk van de Wmo. Buurtzorg-directeur Jos de Blok zal de filosofie van Buurtdiensten uiteen zetten. (Zorgvisie – Bart Kiers)

Neem een abonnement

Neem een abonnement op Zorgvisie en lees het volledige interview met Kim Putters in nieuwsbrief nr. 34. In het augustusnummer van Zorgvisie-magazine heeft Putters met de andere Erasmus-onderzoekers een artikel geschreven over de hoofdlijnen van het onderzoek.

7 REACTIES

  1. Zolang de burgers niet actief betrokken worden bij de aanbestedingen Wmo zal de paradigma-shift ook nooit gerealiseerd worden. Aanbesteden is uberhaupt in strijd met het doel van de Wmo: regel het lokaal, horizintaal. Het lijkt of iedereen het uiteindelijke doel uit het oog is verloren.

  2. Lees alle reacties
  3. Ik ben zeer benieuwd naar de onderzoeksgegevens. Ben het helemaal niet eens met de bewering dat er “boekhouders” aan het roer staan bij aanbestedingen. Ik heb afgelopen jaren meerdere aanbestedingen Hulp bij het huishouden begeleid als extern adviseur en zorg er juist voor dat eerst de beleidsmensen hun wensen op tafel krijgen en steeds betrokken blijven in het proces, want zij zijn meestal ook verantwoordelijk voor de uitkomsten. Pas in tweede instantie wordt dan de financiele en juridische ruimte beoordeeld.
    Ik ben van mening dat het misschien een wat omslachtige methode lijkt om het aan te besteden, maar ook bij andere vormen van contracten sluiten gaat het er om dat ze in de praktijk werkelijk tot hun recht komen. Of je nu aanbesteedt , convenanten sluit of subsidies verstrekt: het gaat om een garantie op goede uitvoering voor de clienten. Dat bereik je het beste door een zorgvuldige voorbereiding, liefst met inbreng van clienten (Wmo-raad), regievoerders (Ambtenaar) en de aanbieders. Het kost in alle gevallen veel tijd en zorgvuldigheid om dat goed geregeld te krijgen. Ik durf te stellen dat er veel situaties zijn in Nederland waar dat al aardig lukt.
    Weliswaar vindt er inderdaad geen paradigma-shift plaats, maar dat heeft ook tijd nodig. We spreken namelijk wel even over een cultuurverandering bij de ambtenaren, maar ook bij de clienten. In theorie kun je wel stellen dat het met de Wmo anders zal moeten worden, maar veranderprocessen kosten tijd. De eerste tekenen van andere aanpak in gemeenten worden duidelijker en we moeten vertrouwen blijven houden. Niet achteroverleunen en al gauw tevreden zijn, maar ook niet in paniek gaan raken.

  4. Bij de aanbestedingen in de thuiszorg is het in de grote steden geschreven en uitgevoerd door inhoudsdeskundige. Bij kleinere gemeente is er veelal geen budget voor een (dure) inhoudsdeskundige/beleidsmedewerker. Dit wordt door (senior) beleidsmedewerker opgepakt en vaak hap snap erbij gedaan, waardoor het soms tot een enorme chaos leid(de)omdat men eenvoudig weg te weinig verstand van zaken heeft.

  5. Ben erg benieuwd naar het onderzoek. heb nog nooit meegemaakt en kan me ook niet voorstellen dat er Wmo-aanbestedingen worden uitgevoerd zónder dat de inhoudelijke ambtenaren zwaar betrokken zijn. Dat uiteindelijke bij de vórm van de aanbesteding ook een belangrijke rol is weggelegd voor juristen lijkt me logisch.
    ben het met de onderzoekers eens dat er van een paradigma-shift nog geen sprake is geweest, maar bespeur dat veel gemeenten nu toch bezig zijn met (het denken over) een Kanteling-achtige beweging.

  6. de fout zit in de structuur: niet de uiteindelijke belanghebbende, de patiënt/zorgvrager, is de opdrachtgever maar de gemeente. daarvoor is bewust gekozen, vooral om financiële redenen. maar daardoor werden de bedragen zo groot dat aanbesteden, in veel gevallen zelfs europees, verplicht werd en moest een heel circus worden opgetuigd. bovendien is dit beleidsmatig goeddeels aangestuurd door politici die intrinsiek overtuigd zijn dat handelen door marktpartijen per definitief tot financieel en economisch optimale resultsten leidt en die marktpartijen dus zo min mogelijk in de weg willen leggen. daarbij is dus de eindafnemer feitelijk van de markt buitengesloten.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.