Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Er zat iets bestuurlijks aan te komen’

Eindredacteur
Ze was net stafvoorzitter af en dacht bij het Zaans Medisch Centrum weer 'gewoon' de patiëntenzorg in te gaan. Maar toen kreeg Marja Ho-dac een telefoontje waarin ze gepolst werd voor het bestuur van Alrijne Zorggroep.
'Er zat iets bestuurlijks aan te komen'

Een opvallende stap van medisch specialist bij het Zaans Medisch Centrum naar bestuurder bij Alrijne. ‘Kennelijk, ik heb mijn telefoon af en toe uit moeten zetten, anders kwam ik niet meer aan mijn patiënten toe. En die hebben me hier nog wel even nodig. Ik ben de afgelopen jaren hier naar deze stap toegegroeid, er zat iets bestuurlijks aan te komen. Ik kwam destijds van het AMC naar het ZMC om de dialyseafdeling hier mee op te bouwen. Daarna dacht ik eigenlijk terug te gaan naar het AMC en me weer aan de wetenschap te wijden. Maar het was hier zo leuk dat ik ben gebleven. We hebben later nog samen met het Westfries gasthuis een tweede dialyseafdeling gerealiseerd.’

Gaat u het dokteren missen? ‘Vast. Ik geniet van mijn patiënten. Je doet zo’n studie om dokter te worden. Toen ik hier kwam, zag ik mezelf echt niet in het stafbestuur zitten. Maar ik had al direct met de organisatorische kant van het ziekenhuis te maken door de dialyse en de HKZ, en door mijn betrokkenheid bij patiëntveiligheid. En tot mijn eigen verrassing vond ik dat heel leuk; mensen meenemen in veranderingen bijvoorbeeld.  Kwam ik voorheen helemaal enthousiast terug van een nefrologiecongres, nu kwam ik met hetzelfde enthousiasme terug van een congres over verandermanagement en kwaliteit. Ik merkte dat ik meer de neiging had om over de organisatie te leren dan over mijn vakgebied. Dat die kant van mij hier zo sterk is  ontwikkeld, is ook te danken aan de raad van bestuur. De bestuursleden hebben mij als stafvoorzitter overal bij betrokken en steeds de kans gegeven ervaringen op te doen op bestuurlijk vlak. Maar toen begin juli mijn voorzitterschap van de medische staf eindigde, zag ik mij gewoon weer de patiëntenzorg induiken. Tot dat telefoontje half juli. Tijdens mijn vakantie werd ik gepolst voor de functie bij Alrijne. Daar heb ik toen wel een paar nachten wakker van gelegen.’

Over wakker liggen gesproken: lag u vorige week maandag wakker van de uitspraak in de zaak Meavita? ‘Als je de verantwoordelijkheid voor een zorgorganisatie op je neemt, weet je dat je erop afgerekend wordt als het misgaat. En dan kom je met je hoofd in de krant. Het is een andere verantwoordelijkheid dan die van de dokter, die op de patiëntenzorg wordt beoordeeld. Hoewel ik vind dat je als medisch specialist ook medeverantwoordelijk bent voor hoe die zorg georganiseerd is in het ziekenhuis. Ik ben dus niet bang voor die verantwoordelijkheid, maar wel blij dat ik het samen met twee heel ervaren bestuurders ga doen. Om het goed te doen, ben je van elkaar afhankelijk: je moet onderling goed samenwerken en goede contacten hebben in de organisatie, samen optrekken. Alrijne voelt wat dat betreft veilig.’

Bent u voldoende toegerust voor de positie? ‘Ik heb genoeg  bestuurlijke ervaring om aan de slag te gaan, maar ik moet uiteraard nog groeien en mij verder ontwikkelen als lid van de raad van bestuur. Daar heb ik veel zin in en daar krijg ik van Alrijne ook alle kans voor.’

Gaat uw inkomen erop achteruit? ‘Ja, ik ben vrijgevestigd medisch specialist en krijg nu te maken met de WNT. Dat is een keus. Je neemt het mee in je beslissing maar er tellen andere dingen dan het inkomen. Het roept wel reacties op in de trant van “dus je gaat harder werken en minder verdienen? Waarom doe je het dan? Je hebt het toch naar je zin?”. Tja, dit lijkt me gewoon nog leuker.’

Een vaak gehoord tegenargument in de WNT-discussie is dat de raad van bestuur niet minder mag verdienen dan anderen in het ziekenhuis. ‘Moet de baas het meeste verdienen? Ik weet het niet. Een excellente medewerker moet naar behoren beloond worden. Je wilt niet dat alle goede mensen naar het buitenland of zbc’s vertrekken. Natuurlijk moeten we zuinig zijn op publieke middelen. Maar dat gaat niet alleen over salarissen. Met het tegengaan van verspilling valt veel meer te winnen.’

U stapt op een mooi moment in bij Alrijne. Het fusieproces is achter de rug. ‘Zeker, en voor zover ik nu kan beoordelen is dat proces voorspoedig verlopen. In de gesprekken met gremia die ik daar heb gevoerd, hoorde ik steeds weer hoe goed ze waren meegenomen in het hele proces. Iedereen staat klaar om er iets moois van te maken. Er ligt een prachtig strategisch beleidsplan waar de ambitie vanaf spat. En ik mag nu meewerken aan de realisatie daarvan, zoals de rve’s van de grond tillen, mijn Lean-ervaring inzetten voor procesoptimalisatie en de twee culturen verder in elkaar vlechten.’

Valt de verpleeghuiszorg ook binnen uw portefeuille? ‘Ik word in eerste instantie verantwoordelijk voor de zorgportefeuille van de gefuseerde ziekenhuizen. Er zijn wel raakvlakken in de keten. Als internist en nefroloog heb ik veel oudere patiënten die het ziekenhuis in- en uitgaan. Daar valt veel te verbeteren. Als er ergens iets niet goed gaat, dan is het wel in de overdracht. De afstemming tussen eerste en tweede lijn is heel belangrijk voor de kwaliteit van leven in de laatste fase. Wie doet welk stukje zorg en op welke plek moet dat dan gebeuren? In het ZMC heb ik al gewerkt aan een betere afstemming en ik verwacht dat in Alrijne, waar ze ver zijn met geriatrische revalidatie, nog meer mogelijkheden zijn.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.