Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Experts: wel degelijk knip in wijkverpleging

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
[Exclusief] Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS mag dan stellen dat er geen knip komt in de wijkverpleging, deskundigen zien dat toch anders.
Experts: wel degelijk knip in wijkverpleging
Foto: ANP Koen Suyk

De staatssecretaris erkent dat de coördinerende taken van de wijkverpleegkundige niet los kunnen worden gezien van de directe zorgverlening. In een akkoord over de wijkverpleging heeft hij het uitgangspunt van de ‘integrale uitvoering van de wijkverpleegkundige functie’ laten opnemen. Onderzoekers Lieke Oldenhof en Jeroen Postma van het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg zien dat als winstpunt. Uit hun proefschriften komt naar voren dat juist de samenhang tussen de verschillende werkzaamheden de wijkverpleegkundige zo waardevol maakt.

Maar ondanks de geruststellende woorden van Van Rijn, ontstaan er volgens hen toch gewoon twee types wijkverpleegkundigen. Dat komt door de manier waarop zorgverzekeraars inkopen. De S2-wijkverpleegkundige houdt zich bezig met de directe zorgverlening. Daaronder valt ook de indicatiestelling. Hier is veel meer geld mee gemoeid: 3,2 miljard euro. De S1-wijkverpleegkundige gaat naast zorgverlenen ‘wijkgericht werken’ door bijvoorbeeld deelname aan sociale wijkteams van gemeenten. Hiervoor is nu nog slechts 40 miljoen euro beschikbaar, maar dat wordt de komende jaren fors meer.

Wijkverpleegkundige+

Van Rijn ziet de S1-wijkverpleegkundige als een soort ‘wijkverpleegkundige+’. Die moet zich naast directe zorgverlening en contacten met gemeenten richten op de zorgmijders en mensen die de weg naar de zorg niet kennen. Deze mensen worden dan in de sociale wijkteams besproken en daarna doorverwezen naar de S2-wijkverpleegkundige of welzijnswerkers. Feitelijk maakt de staatssecretaris daarmee onderscheid tussen twee types cliënten. Een type dat relatief eenvoudig door de reguliere wijkverpleegkundige kan worden geholpen. En meer complexere patiënten die op het pad komen van de wijkverpleegkundige+ en het sociale wijkteam. De zorgprofessionals zullen dus zorgvragers moeten verdelen op basis van complexiteit. ‘Maar volgens welke criteria’, vraagt Oldenhof zich af. ‘En hoe wordt omgegaan met cliënten die “eenvoudig” zijn, maar toch een keer in het sociaal wijkteam moeten worden besproken? En wat gebeurt er als cliënten na verloop van tijd van “complex” naar “eenvoudig” gaan of andersom? Kortom, deze onderverdeling in typen cliënten dreigt te zorgen voor extra overleg, afstemming om te zorgen dat niet langs elkaar heen wordt gewerkt, overdracht en andere bureaucratische rompslomp, zonder dat de cliënt daar iets aan heeft. Daarnaast ontstaan er door de twee typen wijkverpleegkundigen twee ‘spillen’ in de wijk. Deze vorm van “spilstapeling”is wat ons betreft onwenselijk en vormt een bedreiging voor integrale zorgverlening.’

Oldenhof en Postma vinden het onderscheid dat verzekeraars maken ongewenst. ‘Wij blijven pleiten voor één type wijkverpleegkundige die zorg verleent en organiseert. Iemand die in eenvoudige en complexe gevallen een vertrouwensband opbouwt, verpleegkundige zorg verleent, zelfmanagement en informele zorg stimuleert, zorg coördineert, verwijst en gespecialiseerde zorg inschakelt wanneer dat nodig is. De “wijkverpleegkundige+” voegt wat ons betreft niets toe aan de kwaliteit van zorg en vergroot het risico op langs elkaar heen werken in de wijk.’

(BK)

 

3 REACTIES

  1. En dan te bedenken dat de zorgverzekeraars per 1 januari a.s. ook nog 20% bezuinigen op de uren. De client heeft dezelfde rechten als dit jaar…. dus alle clienten moeten worden bezocht door de wijkverpleegkundige S2 om in overleg de uren te korten. Goedemorgen Nederland, de verzekeraar waakt over ons….. maar wie blijft er nog over van ons zorgaanbieders?

  2. Lees alle reacties
  3. Ik denk dat het goed is om in deze discussie ook rekening te houden met de deeltijdfactor van wijkverpleegkundigen. De wijkverpleegkundige is namelijk geen functie in FTE maar gemiddeld genomen een vrouw met een arbeidscontract van 24 uur per week. Het is de vraag in hoeverre het realistisch is dat een individu binnen een werkweek van 24 uur in staat is om te participeren in een sociaal wijkteam, te zorgen voor indicatiestelling van cliënten, de administratie hiervan verzorgd en vervolgens ook nog de zorg zelf verleend. In deze lijn sluit ik mij ook aan bij het voorgaand bericht.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.