Tweehonderd gemeenten, (ruim de helft van alle gemeenten), namen deel aan de benchmark Wmo. De benchmark van SGBO geeft een overzicht op hoofdlijnen van hoe burgers door gemeenten worden betrokken bij het beleid, de organisatie, de uitvoering en de effecten van het Wmo-beleid.
Cijfer
Inwoners geven de gemeenten een 7,5 voor het loket in 2006, de voorganger van het huidige Wmo-loket. Dit is de centrale plaats voor alle informatie- en adviesvragen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.
Prestatievelden
Gemeenten betrekken vrijwel op alle prestatievelden hun inwoners bij de totstandkoming van het Wmo-beleid. Alleen voor ondersteuning en faciliteiten voor dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, kwetsbare personen en risicogroepen (OGGZ) en maatschappelijke zorg voor verslaafden is het percentage minder hoog. Deze doelgroep is echter minder goed toegankelijk.
Ggz-cliënten buiten beeld
Kennisinstituut MOVISIE kwam in november 2007 tot dezelfde conclusie. Gemeentelijke Wmo-loketten zien ggz-cliënten en mensen met een verstandelijke beperking over het hoofd bij het informeren, adviseren en ondersteunen. Deze cliënten zijn relatief nieuw voor gemeenten en worden beduidend minder genoemd als doelgroep voor het loket. Ook ontbreken voldoende specifieke voorzieningen voor homoseksuelen of is de toegankelijkheid ervan te beperkt. (SGBO)