Volgens GroenLinks kan een ziekenhuisfusie nadelig uitpakken voor patiënten: ‘wachttijden worden langer, de prijs voor zorg stijgt en patiënten hebben minder keuzevrijheid.’ Daarom wil de partij dat samenwerking tussen ziekenhuizen een aantrekkelijker alternatief wordt dan fuseren. Ziekenhuizen zouden een fusie vaak verkiezen boven samenwerking, zo zegt de partij, om minder risico te lopen op het gebied van mededinging en dat zou in het nadeel zijn van de patiënt.
Wetsvoorstel
Bij de Tweede Kamer ligt al een tijd het wetsvoorstel ‘Herpositionering taken NZa en deregulering’. Tijdens de lange formatieperiode lag behandeling van dit wetsvoorstel stil. Het voorstel maakt het mogelijk om de voorgenomen concentratie te laten toetsen op nadere eisen, die bij ministeriële regeling moeten worden bepaald. Deze eisen betreffen in de zorg te waarborgen, publieke belangen.
Cliëntenraad
Paul Cohen, voorzitter cliëntenraad VUmc, merkt in de praktijk nog niets van onrust onder patiënten van het VUmc. ‘Er zijn grotere zorginstellingen binnen de regio Amsterdam en ook het Erasmus MC en het UMCG zijn even omvangrijk als de Amsterdamse alliantie. Er zijn ook geen concrete gevallen bekend van zorgvragers die genoemde umc’s mijden uit angst daar slachtoffer te worden van bureaucratie. De patiënt oordeelt nog steeds primair op grond van de reputatie van een zorgaanbieder waarbij die van de beide alliantiepartners al sinds jaar en dag goed uit de jaarlijkse CQ-index komen.’
‘Contractenhandel’
Cohen wijst op een fenomeen waar patiënten nu al degelijk last van hebben: de hinder die zorgvragers ondervinden van de ‘contractenhandel’ die in toenemende mate gaande is tussen verzekeraars en zorginstellingen. ‘Menig patiënt voelt zich ‘afgescheept’ met een doorverwijzing naar een voor hem/haar onbekend lokaal ziekenhuis omdat de aandoening in kwestie niet complex is. Vooral patiënten die een langere relatie onderhouden met ‘hun’ ziekenhuis voelen zich hierdoor gedupeerd. In deze categorie bevinden zich vooral ouderen die hechten aan de gegroeide band met een zelfde zorgverlener, ontstaan tijdens soms langdurige behandeltrajecten. Minstens zo onaangenaam voor patiënten van VUmc/AMC is de capaciteitsafname bij bepaalde afdelingen. De dwang om alleen complexe zorg te verlenen heeft hier, omwille van de kostendekkendheid, de personele bezettingsgraad verschraald. Wachtlijsten zijn hiervan het gevolg en het samengaan van beide Amsterdamse umc’s biedt nu juist een mogelijkheid bij uitstek om deze tendens te doorbreken.’
VUmc/AMC
Bestuursvoorzitter VUmc Wouter Bos somt de hoofdredenen voor de fusie van beide umc’s op: ‘Het is niet zinvol als twee umc’s op nog geen 10 kilometer afstand van elkaar in één stad van nog geen miljoen inwoners, het zelfde proberen te doen. Met name niet als de activiteiten hoog complex zijn en zeer specialistische kennis en vaardigheden vereisen en in die zin ook vaak duur zijn. Duplicatie kan dan leiden tot verlies van kwaliteit en doelmatigheid.’ De tweede reden is de snel toenemende internationalisering van het speelveld op het gebied van medisch wetenschappelijk onderzoek. Ieder afzonderlijk verliezen beide umc’s terrein, terwijl ze zich na een fusie zouden kunnen meten met bijvoorbeeld het Erasmus MC, Karolinska, Leuven en de Londense universiteitsziekenhuizen.
Governance
Zouden de ziekenhuizen blijven samenwerken en niet fuseren dan dreigt er volgens Bos een onoverzichtelijke kluwen van financiën en verantwoordelijkheden te ontstaan. ‘Een stapeling van samenwerkingsverbanden leidt al snel tot onoverzichtelijke governance. Dat zouden wij niet aan de premiebetaler willen en kunnen uitleggen. Het probleem wordt overigens nog groter als we ons bedenken dat artsen in een umc ook onderzoeker, opleider en docent zijn. De governance wordt nog onoverzichtelijker als een collega wel in zijn rol als arts maar niet in zijn rol als onderzoeker of opleider in het samenwerkingsverband mee doet. En dus krijg je ook hier een dynamiek van steeds meer samenwerking waarop een fusie uiteindelijk qua governance een transparanter antwoord is.’