Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

‘Het zou een eis moeten zijn om de effecten van een innovatie te bekijken’

[Exclusief] In de toekomst komt de nadruk meer op de informele zorg in de buurt te liggen. De vraag die Anna Nieboer van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg stelt, is wat voor consequenties dat heeft voor verschillende kwetsbare groepen patiënten.
Anna Nieboer van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg
Anna Nieboer van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg - Foto: Levien Willemse

Op 1 november sprak Nieboer haar oratie Houdbare zorg en ondersteuning in tijden van crisis uit. Ze heeft daarmee het ambt aanvaard van bijzonder hoogleraar sociaal-medische wetenschappen vanwege het Erasmus Trustfonds aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Ook u vindt dat de overheid en de markt er onvoldoende in slagen om de almaar stijgende vraag naar zorg te temperen?

‘Ja, net als vele anderen vind ik ook dat de overheid en de markt daarin hebben gefaald. Om het zorgstelsel in de toekomst te behouden, is de participatiesamenleving, waarin (chronische) patiënten zelf een actievere rol spelen in hun eigen gezondheid en ondersteund worden door een netwerk van zorgverleners, buurtbewoners en familie, onvermijdbaar. Wat kunnen patiënten zelf doen om gezond te blijven? Maar ook, slagen zij er in om voldoende sociale contacten te houden? Juist als je ziek bent, zijn deze zaken moeilijker.’

Een voorbeeld van een project waarin zo’n ondersteunend netwerk een belangrijke rol speelt, is het Rotterdamse ‘Even buurten’. U heeft dat project geëvalueerd. Wat zijn de bevindingen?

‘Tot nu toe wordt de zorg uitbesteed aan professionals. Dat is niet meer houdbaar. Steeds meer mensen willen als ze ouder worden op een goede manier thuis blijven wonen, in hun eigen buurt. Zorgprofessionals, in dit geval welzijnswerk of de wijkverpleegkundige, speelden in dit project slechts een verbindende rol. Zij zorgen ervoor dat alles rondom de patiënt op rolletjes loopt. Zij schakelen het informele netwerk in. Interessant hierbij is wat je van wie kunt verwachten. Het is niet de bedoeling dat de buurvrouw de patiënt gaat wassen, maar ze kan wel een boodschap doen of koken.’

U wilt als bijzonder hoogleraar proberen ook andere grote veranderingen in de zorg te monitoren. Waarom?

‘Ik denk en zie dat innovaties niet goed geëvalueerd worden. Ook de grote veranderingen rond de AWBZ die nu spelen worden niet systematisch onderzocht. Natuurlijk zijn er proactieve zorgmanagers die wel de regie in handen nemen. Zij werken bijvoorbeeld samen met de eerste lijn en vragen of wij meekijken naar de effecten van een innovatie. Maar heel vaak wordt het gewoon gedaan en niet gekeken naar wat het oplevert. Het zou een eis moeten zijn om de effecten van een innovatie te bekijken. Alleen zo kan er in de toekomst van geleerd worden.’

Een ander speerpunt van u is nagaan wat veranderingen in de zorg teweegbrengen voor specifieke groepen, als kwetsbare ouderen, lageropgeleiden en allochtone Nederlanders. Het programma Diseasemanagement Chronische Ziekten (DMCZ) uit 2008, gesponsord door ZonMw, had als doel de toename van chronische ziekten af te vlakken, complicaties te voorkomen en de kwaliteit van leven van chronisch zieken te verbeteren. Wat heeft dit opgeleverd?

‘Diseasemanagement is een brede manier van behandelen door een team van professionals vanuit de huisartsenpraktijk, georganiseerd rondom de patiënt. Uit de evaluatie blijkt dat de samenwerking tussen professionals verbetert, dat chronisch zieke patiënten baat hebben bij de aanpak, maar dat er bij patiënten die er ernstiger aan toe zijn, zoals patiënten met co-morbiditeit en ernstigere vormen van COPD, minder goede resultaten behaald worden. We zagen nauwelijks verschil in resultaten tussen hoger- en lageropgeleiden, maar het is voor de maatschappij wel belangrijk daar op te letten, aangezien lager opgeleiden juist een slechtere gezondheid hebben.’

Wat verwacht u van uw nieuwe functie?

‘Ik voorzie genoeg interessante onderzoeksprojecten. Want hoewel er nu veel aandacht gaat naar de participatiesamenleving en de informele netwerken, is het nog steeds interessant om de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn in de gaten te houden. Wat is ervoor nodig om die samenwerking te verbeteren? Hoe kan de eerste lijn beter georganiseerd worden? Het is complexer geworden. Voorheen draaide het om de overheid en de markt, nu komt er meer druk op de patiënt als speler in de zorg. De komende jaren zal er veel veranderen.’

 

 

 

2 REACTIES

  1. Mooi en zinnig artikel. Het evalueren van innovaties ontbreekt op tal van terreinen. Dat zien wij bijvoorbeeld bij de ontwikkeling en inzet van moderne technologische hulpmiddelen, überhaupt een domein waarvoor in beleid en politiek nauwelijks structureel een plaats is. Terwijl moderne hulpmiddelen zoveel te bieden hebben. Heb mw. Nieboer hierover toch eens een mailtje gestuurd.

  2. Lees alle reacties

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.