Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Hugo de Jonge dreigt met lagere vergoeding niet-gecontracteerde zorg

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
Het kabinet wil dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars beter hun best doen om contracten af te sluiten. Als het aandeel van niet-gecontracteerde zorg in de wijkverpleging en ggz blijft stijgen, gaat minister Hugo de Jonge van VWS de wet aanpassen om de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg te verlagen.
Minister Hugo de Jonge van VWS
Minister Hugo de Jonge: ‘Het kan niet zo zijn dat we op één plek te veel zorg leveren en dat op een andere plek mensen verstoken blijven van zorg.' Foto: VWS

Het afsluiten van contracten moet voor zorgaanbieders de norm zijn, schrijft de minister aan de Tweede Kamer. Niet-gecontracteerde zorg maakt de zorg onnodig duur en vormt daarom een belemmering voor goede betaalbare zorg. Hogere zorgkosten leiden tot hogere premies. De niet-gecontracteerde zorg leidt ook tot een oneerlijke verdeling van zorg. ‘Het kan niet zo zijn dat we op één plek te veel zorg leveren en dat op een andere plek mensen verstoken blijven van zorg. De beschikbare zorg moet eerlijk worden verdeeld en de solidariteit niet onnodig op de proef worden gesteld’, schrijft De Jonge.

Niet-gecontracteerde wijkverpleging neemt toe

Steeds meer zorgaanbieders in de wijkverpleging en de ggz werken echter zonder contract. In de wijkverpleging steeg het aandeel niet-gecontracteerde zorg van 1,3 procent in 2015 naar 4,2 procent in 2016 en 6,2 procent over de eerste helft van 2017. Het aandeel zorgaanbieders in de wijkverpleging dat bewust met minstens één zorgverzekeraar geen contract heeft afgesloten, is gestegen van 12 procent in 2017 naar 19 procent in 2018.

Waarom zonder contract werken in wijkverpleging?

Zorgaanbieders in de wijkverpleging voeren diverse redenen aan waarom ze geen contract aangaan. Een deel van de zorgaanbieders is ongewild zonder contract. Ze worden niet gecontracteerd door zorgverzekeraars, bijvoorbeeld omdat ze te klein zijn of omdat de zorgverzekeraar al aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Een ander deel kiest bewust niet voor een contract, omdat ze het tarief of het omzetplafond te laag vinden.

Niet-gecontracteerde ggz stijgt

In de ggz is de omzet van niet-gecontracteerde zorg gestegen van 4,4 procent in 2014 naar 6,3 procent in 2016. De groei zit bij zorgaanbieders die met geen enkele zorgverzekeraar een contract hebben. Het gaat vooral om ambulante instellingen, verslavingszorgaanbieders, vrijgevestigde psychologen, psychotherapeuten en psychiaters. De kosten voor niet-gecontracteerde zorg in de ggz zijn over het algemeen vergelijkbaar met die in de gecontracteerde zorg. Alleen bij specifieke aandoeningen liggen de zorgkosten 25 tot 85 procent hoger. Dat is het geval bij patiënten met de diagnose alcoholverslaving, verslaving overige middelen, somatoforme stoornissen en ‘restgroep diagnoses’. De niet-gecontracteerde aanbieders leveren aan deze patiënten veel meer uren zorg.

Waarom zonder contract werken in de ggz?

Een deel van de ggz-aanbieders sluit geen contract omdat ze de opgelegde omzetplafonds, tarieven en administratieve rompslomp als een te groot nadeel zien. Een ander deel is principieel tegen enige inmenging van verzekeraars als het gaat om de inhoud van de behandeling. Een groep ggz-aanbieders komt niet aanmerking omdat ze niet voldoen aan de eisen van zorgverzekeraars. Alle verzekeraars hanteren een lijst met ggz-aanbieders die ze niet willen contracteren, omdat ze vraagtekens zetten bij de kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Anders dan bij de wijkverpleging maken cliënten in de ggz een bewuste keuze voor niet-gecontracteerde aanbieders. Cliënten noemen de hogere eigen betalingen steevast als nadeel. Anders dan in de wijkverpleging berekenen de meest ggz-aanbieders de extra kosten van niet-gecontracteerde zorg door aan cliënten.

Verbeteren contracteerproces

Het kabinet vindt de toename van de niet-gecontracteerde zorg geen goede ontwikkeling. In de wijkverpleging zijn de kosten van niet-gecontracteerde zorgaanbieders per cliënt twee keer zo hoog, terwijl er geen verschil in cliënten is. Niet-gecontracteerde zorgaanbieders leveren per cliënt veel meer uren zorg. Dat zorgt voor 100 miljoen euro aan extra zorgkosten. Voor dit bedrag zouden 16.000 extra cliënten kunnen worden geholpen. De Jonge neemt daarom een reeks maatregelen om het contracteerproces te bevorderen.

Niet-gecontracteerde zorg ontmoedigen

Daarnaast wil hij niet-gecontracteerde zorg ontmoedigen. In de eerste plaats wil de minister dat het voor verzekerden makkelijker wordt om informatie te vinden over de kwaliteit van niet-gecontracteerde zorg en welke kosten voor eigen rekening zijn. In de tweede plaats gaat de minister de materiële controle op declaraties bij niet-gecontracteerde aanbieders gelijktrekken aan gecontracteerde zorg. In de derde plaats krijgen zorgverzekeraars de ruimte om het voor zorgaanbieders lastiger te maken om niet-gecontracteerde zorg te leveren. Dat kunnen verzekeraars al door middel van het cessieverbod, de betaalovereenkomst en het machtigingsvereiste. Als het nodig is, wil het kabinet deze middelen desnoods beter regelen in de wet.

Artikel 13 aanpassen

De NZa zal in het voorjaar rapporteren over de contracteergraad in de wijkverpleging en de ggz. Mocht het beleid om de contracteergraad te verhogen onvoldoende zoden aan de dijk zetten, dan gaat de minister de wet aanpassen om de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg te verlagen. Het kabinet gaat daarmee een politiek gevoelige weg inslaan. Daarvoor is namelijk aanpassing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet nodig. Artikel 13 gaat over de vrije artsenkeuze. Oud-minister Edith Schippers van VWS wilde deze in 2014 beperken. Dat leidde tot breed verzet en felle discussies. Haar wetsvoorstel sneuvelde in 2014 onverwachts in de Eerste Kamer. Daardoor bleef artikel 13 bestaan met het zogeheten ‘hinderpaalcriterium’. Op maandag 12 november dient over de vrije artsenkeuze een rechtszaak.

Geen hinderpaal

Volgens een uitspraak van de Hoge Raad mag de vergoeding voor niet-gecontracteerde niet zo laag zijn dat deze een hinderpaal vormt voor verzekerden. Daarvan is volgens de Hoge Raad geen sprake als de verzekeraar circa driekwart van de rekening van niet-gecontracteerde zorg vergoedt. De minister wil de hoogte van de vergoeding niet langer overlaten aan verzekeraars en de jurisprudentie, maar deze voor de wijkverpleging en de ggz wettelijk vastleggen. Het kabinet belooft daarbij te ‘borgen dat de hoogte van de vergoeding niet zo laag wordt vastgesteld dat deze een hinderpaal is voor verzekerden om gebruik te maken van niet-gecontracteerde zorg’.

2 REACTIES

  1. Helaas lees ik een gesloten blik op de zorg. Het systeem moet blijven zoals het is volgens de mensen die zelf nooit op de werkvloer hebben gewerkt maar er wel hun boterham mee verdienen.

    Goed naar de patient luisteren en doorvragen levert altijd nog meer op dan gehaast lopende bandwerk. Niet-gecontracteerde zorg is juist goedkoper in mijn ervaring. Maar dat weten de ZV ook wel getuige het feit dat ze via de verzuimverzekeringen zelf de hoofdprijs vragen (5x het bedrag wat het via ons systeem mag kosten).

    Sorry minister, maar lariekoek dus.

  2. Lees alle reacties

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.