Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

‘Je staat er opeens alleen voor’

Ontslagen ziekenhuiszorgbestuurder (58): “De bestuursstructuur van een ziekenhuis deugt niet. Die behoeft eigenlijk een protocol waarin de verhoudingen veel duidelijker omschreven staan. In de praktijk is de raad van bestuur vaak de gevangene van de medische staf.

Je moet draagvlak creëren in je organisatie en het individuele belang laten prevaleren boven het algemene belang. Als bestuurder maak je stevige keuzes: een maatschap die op non-actief moet worden gezet, het doorvoeren van een elektronisch dossier, of een grote verbouwing. Op zo’n moment moet je de steun voelen van de raad van toezicht. Die moet niet voor de eerste de beste schermutseling bezwijken.

Ik geloof sterk in verbetering van de relatie tussen medische staven en raad van bestuur. Als je de oorlog wilt winnen, moet je die commitment met elkaar aangaan. Bij de club waar ik bestuurder was, ontbrak die verbinding. We zaten na een fusie met twee medische staven, die moeilijk met elkaar integreerden. Daarnaast liep een complex vernieuwingstraject en hadden we financiële problemen. Een ingewikkeld pakket waarvoor harde keuzes gemaakt moesten worden. Op dat moment ging mijn collega-bestuurder weg en kon ik moeilijk ook opstappen. Maar er ontstond veel ongenoegen. Ik had mijn voelhorens in de organisatie zitten en merkte dat mensen vonden dat de top weg moest. Je staat er opeens alleen voor en je voelt de wolven achter de trojka hongerig loeren naar wat er vanaf valt.

Mijn stelregel was altijd dat ik na vier jaar veranderde van job. Maar deze keer liet ik mij overhalen door de raad van toezicht. Achteraf gezien, had ik eerder op moeten stappen. Want een jaar later was er ineens een conflict, een vertrouwenskwestie. Een onhoudbare situatie, die voor de rechter is uitgespeeld. Dan krijg je wel een dreun en ben je even van de kaart. Maar ik had vechtlust. Ik ben toen direct voor mijzelf begonnen en had al snel een interim-klus. En nu ben ik naar alle tevredenheid opnieuw bestuurder van een overheidsinstelling.” (Zorgvisie – Dana Ploeger)

1. ‘Ik stop mijn energie niet in een club die niet wil veranderen’

2. ‘De eerste tijd kon ik niets, was ik helemaal murw’

1 REACTIE

  1. Wat me opvalt in deze drie verhalen – die op zich niet onredelijk lijken – is dat geen van de bestuurders naar zichzelf kijkt. Het ligt allemaal aan anderen. Dat lijkt te bevestigen dat het de dames en heren bestuurders aan zelfreflectie ontbreekt. En dat blijft een kwalijke zaak.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.