Het kabinet heeft naar aanleiding van het rapport van de Commissie Huls december vorig jaar een standpunt naar de Tweede Kamer gestuurd over de herziening van het tuchtrecht in verschillende sectoren. Voor onder andere accountants, advocaten en artsen moet het tuchtrecht op een gelijke manier worden ingevuld. Onderdeel van de plannen is het idee beroepsgroepen zelf te laten meebetalen aan het tuchtrecht. Op dit moment worden deze kosten door de overheid betaald.
Uitermate onwenselijk
Volgens Hilde van der Meer van de KNMG is meebetalen aan de kosten van het tuchtrecht voor sommige beroepsgroepen best denkbaar. Maar juist voor artsen uitermate onwenselijk. “Het idee dat artsen elkaar het hoofd boven het hoofd houden zou ontzettend worden versterkt als mensen wisten dat artsen meebetalen aan het eigentuchtrecht. Onder het motto ‘wie betaalt bepaalt’”,aldus Van der Meer. De KNMG heeft vorige week een brief aan het kabinet en de Kamer gestuurd met bezwaren tegen het voorstel.
Oneigenlijk gebruik
Een ander bezwaar van de KNMG tegen het voorstel van Commissie Huls is dat de brancheorganisatie de kring van klachtgerechtigden niet wil uitbreiden tot ‘een ieder die er een persoonlijk of maatschappelijk belang bij heeft’. Het risico van oneigenlijk gebruik van het tuchtrecht (bijvoorbeeld door redacties van televisieprogramma’s) ligt hierbij op de loer. De KNMG is ook oneens met het standpunt van de regering dat de tuchtrechter de bevoegdheid moet krijgen een klacht door te sturen naar een klachtencommissie. Dat is volgens de organisatie een onterechte beperking van het klachtrecht van de patiënt.
Uitzondering
Het kabinet komt ook op een aantal punten tegemoet aan de bezwaren vanuit de gezondheidszorg. Zo blijft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg zelfstandig bestaan. “In andere sectoren krijgen tuchtcolleges de mogelijkheid om aan klagers een schadevergoeding op te leggen, maar voor de tuchtrechter in de gezondheidszorg wordt op dit punt een uitzondering gemaakt”, aldus Van der Meer. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen)
Links:
