Dat zeggen de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Huisartsen Kring Amsterdam (HKA) vandaag in de Volkskrant. De snotterpoli, de overgangspoli, de niet-meer-rokenpoli, de obesitaspoli, de osteoperosepoli, de Mexicaanse-grieppoli en de kortademigheidspoli zijn slechts enkele voorbeelden van poliklinieken die de afgelopen jaren zijn opgericht in ziekenhuizen.
Kosten niet meer te overzien
In dergelijke klinieken wordt de patiënt vaak door verscheidene dure specialisten gezien. Volgens voorzitter Bart Meijman van de Huisartsen Kring Amsterdam is dat voor de meeste patiënten niet nodig. “Als iedereen met lichte kortademigheid door vijf of zes specialisten wordt bekeken in de kortademigheidspoli, dan zijn de kosten binnen de kortste keren niet meer te overzien.”
Gevolg van marktwerking
De NVZ vereniging van ziekenhuizen is van mening dat het oprichten van poliklinieken een logisch gevolg is van marktwerking in de zorg. “Het staat ziekenhuizen vrij om dit soort initiatieven te ontplooien”, zegt de woordvoerder. “Het mag gewoon. De minister heeft de marktwerking zelf gestimuleerd. En als die mogelijkheid geboden wordt, dan gaan ziekenhuizen dat ook doen.” (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn / Twitter)
Lees ook:
UMC St Radboud opent eerste poli voor tia
Nieuwe poli voor depressieve zwangeren
St Radboud start negen digitale poli’s
Ga met wratjes en kloofjes naar de ‘vulvapoli’
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.
De ZVW kent geen andere markt dan de verzekerde zorg. De toegang tot de tweedelijnszorg is niet vrij, zelfs de toegang tot alle zorgaanbieders is in principe niet geheel vrij en kan in de polis aan voorwaarden gebonden worden. Voorwaarde in alle polissen is over het algemeen een verwijzing door de eerstelijn.
Als vanuit het marktprincipe een aanbod wordt ontwikkeld dat ondoelmatig is maar wel gewenst door de consument dan kan dat als niet verzekerde zorg worden aangemerkt en uitgesloten van vergoeding/ restitutie. Als de consument daar toch gebruik van wil maken (cosmetische chirurgie, alternatieve behandelwijzen)dan drukt dat niet op de collectieve lasten.
Ik begrijp niet goed hoe marktwerking zich verhoudt tot een poortwachter. Wil je marktwerking of wil je sturing? Ook begrijp ik niet hoe marktwerking zich verhoudt tot het begrip ’toegevoegde waarde’. Als er een markt is voor de meest uiteenlopende poli’s dan wil de consument(!) kennelijk die poli’s. Dat staat helemaal los van een toegevoegde waarde uit medisch of wetenschappelijk oogpunt. Er is besloten de matkt het werk te laten doen, prima, maar dan gelden er dus andere regels dan als je de zorg op medisch-/menselijke grondslagen organiseert. Daar is lang en breed over gesproken en nagedacht, dus nu niet moeilijk gaan den over de consequenties, lijkt me.
Ik begrijp deze reactie niet!.
De huisarts in binnen de zorgverzekeringswet de poortwachter tot de tweedelijns zorg. Dus zij moet de patiënt verwijzen. Als de patiënt zonder verwijzing gaat is het geen verzekerde zorg en moet de patiënt de kosten zelf dragen. Dus hoezo kostenverhogend? De vraag of de toegevoegde waarde van dergelijke poli’s wel voldoende onderzocht zijn en aangetoond is is veel relevanter.
in dit geval lijken de huisartsen niet alleen het financiële gelijk aan hun zijde te hebben, maar ook de positie om het systeem terug te (doen) kantelen. allerwege immers wordt de huisarts gezien als de poortwachter bij uitstek van de zorgvoorzieningen. het ligt daarom voor de hand dat de verzekeraars het gebruik van de polikliniek pas vergoed na verwijzing door de huisarts. helaas wordt hiermee een nieuw bewijs geleverd dat de keuzevrijheid van de patiënt/zorgconsument het zal verliezen van de economische belangen van de andere partijen in de zorg, inclusief de verzekeraars.