Ondanks de inspanningen die betrokken partijen naar aanleiding van het actieplan casemanagement dementie leveren, zijn mensen met dementie, mantelzorgers en huisartsen nog te weinig bekend met de inzet van casemanagement, aldus Julie Meerveld van Alzheimer Nederland. ‘Men weet lang niet altijd welke rol een casemanager kan vervullen en dat deze vergoed wordt uit de basisverzekering. Ook ontbreken actuele cijfers over vraag en aanbod in de regio van verzekeraars en aanbieders.’ Dit concludeert Meerveld op basis van de voortgangsgesprekken over het actieplan die afgelopen najaar zijn gevoerd.

Wachtlijsten volgen

In oktober 2017 schreef staatssecretaris Martin van Rijn van VWS in een voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de wachtlijsten actiever moest gaan volgen en in actie komen als problemen in de regio’s niet werden opgelost. Volgens Meerveld is dit vooralsnog niet gebeurd. ‘Er zijn geen gebruiksgegevens beschikbaar. Er is een aantal bijeenkomsten geweest met betrokken partijen en daarin is gesproken over hoe de NZa de inkoop kan monitoren, maar van daadwerkelijk monitoren is nog geen sprake.’ Op 5 februari loopt het actieplan ten einde. Meerveld vraagt zich af welke partij er na die datum verantwoordelijk blijft voor de beoogde verbeteringen. ‘Er is duidelijk een gebrek aan regie om ervoor te zorgen dat er voldoende begeleiding thuis wordt ingekocht en aangeboden.’

Patstelling

Meerveld wil dat de NZa de regionale cijfers publiceert en deelt met zorgverzekeraars. ‘Een belangrijke stap in het actieplan is dat de NZa helder aangeeft hoe vraag en aanbod er in de regio uitziet. Dat zorgt voor bekendheid onder mensen met dementie, mantelzorgers en huisartsen en prikkelt zorgverzekeraars om meer zorg in te kopen. Je zou verwachten dat het gebruik van casemanagement dementie toeneemt, anderhalf jaar nadat het actieplan van start is gegaan. Maar dat is niet zo.’ Volgens Meerveld is er sprake van een patstelling. ‘Zorgaanbieders wijzen naar verzekeraars en omgekeerd. Er is sinds oktober weinig tot niets gebeurd in het land.’

Afname wachtlijsten

In een brief die de ministers Hugo de Jonge (VWS) en Bruno Bruins (MZS) deze maand aan de Tweede Kamer hebben gestuurd staat dat er een eerste afname zichtbaar is in de wachtlijsten voor casemanagement dementie. Ook heeft de NZa er volgens de ministers voor gezorgd dat cliëntenstops geen negatieve gevolgen hebben gehad voor de toegankelijkheid van de zorg. In het rapport Wachttijdprojecten: Hoe staan we ervoor? van de NZa is te lezen dat bij vier dementienetwerken een wachttijd van zes weken of langer is. Van de 36 netwerken hebben er 15 inzicht in de wachttijd. De NZa wil daarom dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders over juiste en actuele wachttijdinformatie beschikken en dementienetwerken moeten inzicht krijgen in de oorzaken voor de lange wachttijden.

Meldpunt casemanagement dementie

In augustus vorig jaar heeft de NZa een meldpunt ingesteld om inzicht te krijgen in lange wachttijden voor casemanagement dementie. Mensen die langer dan zes weken moesten wachten op een casemanager konden bij het meldpunt terecht. Volgens Julie Meerveld is het meldpunt eerder stopgezet omdat er te weinig animo voor was. ‘Mantelzorgers zijn zwaarbelast en cliënten zijn er niet van op de hoogte. Ze vinden hun weg niet naar het meldpunt omdat ze er niet veel voor terug krijgen; de wachttijd wordt er niet ineens minder van.’

De Tweede Kamer heeft donderdag een algemeen overleg over de wachttijden in de wijkverpleegkundige zorg, waaronder casemanagement dementie.