Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Ouderen krijgen vaker lichtere indicatie verpleeghuis

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
Ouderen komen met een steeds complexere zorgvraag in het verpleeghuis. Toch geeft het CIZ steeds minder zware indicaties af.
verpleeghuizen verpleeghuiszorg oudere
Foto: Adobe Stock / Ingo Bartussek

Steeds minder mensen worden opgenomen in het verpleeghuis. Het Zorginstituut Nederland constateert, op basis van declaratiegegevens van zorgverzekeraars, dat het totaal aantal cliënten dat instroomt in een verpleeghuis is afgenomen. Werden in 2013 nog 48.267 mensen in een verpleeghuis opgenomen, in 2016 waren dat nog maar 40.984. De cijfers staan in ZorgCijfers Monitor van het ZIN van begin februari 2018. De lat is met de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) dus hoger komen liggen. Oud-staatssecretaris Martin van Rijn van VWS meldde de Tweede Kamer in 2016 nog dat hiervan geen sprake was.

Strengere toelating tot Wlz

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) stelt in een reactie dat de jaren 2013 en 2016 niet goed vergelijkbaar zijn. In 2013 gold nog het regime van de AWBZ. In 2015 is deze vervangen door de Wet langdurige zorg (Wlz). De criteria voor toegang tot de Wlz zijn strenger dan in de AWBZ. Dat hoort bij het kabinetsbeleid om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. ‘In de AWBZ hadden ouderen met een lichte zorgvraag al toegang tot het verpleeghuis. Nu wonen mensen langer thuis en worden ze in de Wlz pas opgenomen met een zwaardere zorgvraag’, zegt een woordvoerder van het CIZ.

Minder zware indicaties

Opmerkelijk is echter dat nieuwe bewoners van het CIZ steeds minder vaak een indicatie voor een zware zorgvraag krijgen. Binnen de zorgzwaartepakketten 7 en 8 zijn sterke dalingen zichtbaar: het aantal instromers binnen beide pakketten halveerde. Het aandeel van mensen met een zzp 7 en 8 nam af van respectievelijk 4 naar 2 procent en van 2 naar 1 procent. Het aantal mensen met zzp 5 daalde van 15.308 in 2013 naar 8.999 in 2016. Het relatieve aandeel van mensen met een zzp 5 nam echter toe van 32 procent tot 46 procent.

Steeds complexere zorgvraag

De cijfers die het ZIN heeft gevonden staan op gespannen voet met signalen vanuit verpleeghuizen. Zelfstandig adviseur Margje Mahler, betrokken bij het onderzoek van het Zorginstituut, en als psycholoog werkzaam in een verpleeghuis, herkent de cijfers vanuit de praktijk. ‘Ik zie dat er steeds minder vaak zware indicaties worden afgegeven, maar nieuwe bewoners komen niet binnen met een minder complexe zorgvraag. Ze komen juist steeds vaker in crisis binnen. Dat komt doordat ze zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Opname in het verpleeghuis stellen ze zo lang mogelijk uit. Toch krijgen ze geen hogere zzp bij binnenkomst.’

Bandbreedte zzp 5

Het CIZ zoekt de verklaring in de grootte van de bandbreedte binnen zzp 5. Die is volgens de CIZ-woordvoerder vrij groot. ‘Ouderen met een lichte zorgbehoefte blijven thuis wonen. Alleen ouderen met een zware zorgbehoefte stromen in met een zzp 5. Verpleeghuizen worden geconfronteerd met alleen maar de zware zzp 5’s. Ze komen dan financieel niet uit, omdat ze vroeger nog een mix hadden van bewoners met een lichte en zware zorgvraag.’ Daarnaast stelt het CIZ dat het geen wet van Meden en Perzen is dat ouderen met een crisisopname zzp 7 krijgen. ‘Zzp 7 is bedoeld voor zware en blijvende psychiatrische problematiek. Een crisisopname is een momentopname, waarbij vaak sprake is van een tijdelijke verslechtering’, aldus de CIZ-woordvoerder.

Afname zzp 10

Ook bij het zzp 10, voor palliatieve zorg, is sprake van een sterke afname: van 4.448 in 2013 naar 513 in 2016. Daarmee daalde het aandeel cliënten binnen deze zorgzwaarte van 9 naar 1 procent. Dat deze indicaties niet zijn verzilverd, kan komen doordat deze mensen kozen voor een hospice of in het ziekenhuis zijn overleden. Ook kan de indicatie na overlijden zijn afgegeven.

Kloof tussen indicaties en declaraties

Verder wijst het CIZ erop dat declaraties niet hetzelfde zijn als indicaties. Zo heeft het CIZ in 2016 7.844 indicaties voor zzp 10 heeft afgegeven, terwijl daarvan maar 513 zijn verzilverd. De enorme kloof tussen het aantal afgegeven indicaties en het aantal gedeclareerde zzp’s is ook bij zzp en 8 enorm. Voor zzp 7 heeft het CIZ in 2016 3.917 indicaties afgegeven, waarvan er 699 zijn gedeclareerd. Voor zzp 8 heeft het CIZ in 2016 1.258 indicaties afgegeven, waarvan er 484 zijn gedeclareerd. Het CIZ heeft geen verklaring voor de grote verschillen. ‘Het CIZ heeft geen zicht op het wel of niet declareren door instellingen van dit zorgprofiel. Wij weten niet wat er na een indicatie verzilverd wordt. Daarover gaan de zorgkantoren.’ Wat hier aan de hand is, is dus nog niet duidelijk.

Herindicatie duurt lang

Verpleeghuizen kunnen voor bewoners een zwaardere zzp aanvragen. Maar die procedure is lang en niet altijd zinvol, volgens Laurent de Vries, bestuurder bij Viattence. ‘Regelmatig komen bewoners al te overlijden voordat die procedure is afgerond. Dan heeft het geen zin meer. Al die tijd hebben verpleeghuizen voor zzp 5 uitbetaald gekregen, terwijl het eigenlijk een zzp 7 was. Het zou een ontzettende ontlasting zijn als bewoners in crisisopname van begin af aan de juiste indicatie krijgen, zodat verpleeghuizen direct de juiste zorg kunnen geven.’ Het CIZ herkent zich hier niet in. Aanvragen waarbij sprake is van een acute verslechtering worden snel afgehandeld. Als er sprake is van palliatief terminale zorg, dan is er sinds 2018 zelfs geen indicatie meer nodig, aldus het CIZ.

1 REACTIE

  1. Interessant de laatste regel:
    “Als er sprake is van palliatief terminale zorg, dan is er sinds 2018 zelfs geen indicatie meer nodig, aldus het CIZ.”
    Ik zal deze uitspraak delen met alle zorgverzekeraars in Nederland (op Zilveren Kruis na want met hun pgb-teamleider heb ik al een afspraak.) Per Saldo deelt deze mening namelijk ook en stelde dit als knelpunt in een brief op 22 jan. 2018 aan de Tweede Kamercommissie VWS:
    “Met betrekking tot de palliatief terminale zorg willen wij u er nog op wijzen dat de doorlooptijden bij palliatief terminale zorg vaak (te) lang zijn. Voor de Wlz zijn onlangs de beleidsregels aangepast waardoor de procedure verkort is, hopelijk lopen hierdoor de doorlooptijden terug.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.