Zorgeconoom Wim Groot denkt dat iedere partij bij het hoofdlijnenakkoord een goed verhaal kan houden naar de achterban. ‘Zorgverzekeraars hebben de vrijheid gekregen om regionale afspraken te maken met de ziekenhuizen, ziekenhuizen krijgen hun loonstijging volledig gecompenseerd en de minister heeft op papier een flinke besparing bereikt van 1,5 miljard euro.’
Looncompensatie
Meest opvallende punt vindt Groot de compensatie van de loonstijging. ‘Ze hadden daar een maximumgroei voor kunnen afspreken. Dat is niet gebeurd: de loonstijging wordt volledig gecompenseerd. Dit is een vrijbrief voor een forse salarisverhoging waar ook de vakbonden blij mee zullen zijn.’ Deze loonstijging zullen de ziekenhuizen doorberekenen in hun prijzen en zorgverzekeraars zullen dit in hun premies tot uiting laten komen, zo verwacht Groot.
Mbi
Verder valt op dat van het macrobeheersinstrument (mbi) vooralsnog geen gebruik wordt gemaakt. Het mbi wordt niet ingezet op mogelijke overschrijdingen in 2016 en 2017. Als onverhoopt het macrokader toch wordt overschreden, treden de partijen met elkaar in overleg. ‘Mogelijke volumeoverschrijdingen worden met de mantel der liefde bedekt, zo concludeert Groot. ‘Het macrobeheersinstrument is definitief bij het grof vuil gezet.’
Groot vindt de volumestijging van 0,8 procent ‘erg aan de lage kant’. Het CPB ging namelijk uit van een totale volumegroei van 3,6 procent. ‘Je hoort ziekenhuizen nu al zeggen dat ze tegen de grenzen van hun capaciteit aan lopen. Het is maar afwachten of zorgverzekeraars deze beperkte groei wel kunnen realiseren.’
Cao’s
Zorgadviseur Ivo Knotnerus vindt het hoofdlijnenakkoord een ‘krachteloos ’ stuk. ‘Er zit minder pit in dit akkoord dan je als premiebetaler graag zou willen, maar het was kennelijk het beste dat erin zat.’ De standpunten lagen heel ver van elkaar vandaan, dus vindt hij het resultaat ook wel logisch. Knotnerus vindt de compensatie van de loonstijging, die over de totale looptijd 10 procent is, hard nodig: ‘De cao’s zullen wat vetter moeten worden anders wordt het werk in de zorg te onaantrekkelijk.’ Al had de loonstijging wat hem betreft niet uit het macrokader gehaald te hoeven worden. ‘Probeer dat uit je eigen begroting te halen in de vorm van besparingen elders.’
Zorg thuis
Opvallend vindt Knotnerus het gehamer op zorg-thuisalternatieven: ‘Dit hoofdlijnenakkoord is op het hysterische af volgehangen met ‘de juiste zorg op de juiste plek’. Prima, maar er zijn geen harde afspraken over gemaakt, dus iedereen gaat toch zijn eigen ruimte zoeken.’ Knotnerus vindt de financiële en inhoudelijke ruimte in het akkoord wat ‘omineus’. ’De krimpstrategie die de meestal kleinere ziekenhuizen nu aangaan, kan ertoe leiden dat de grote, duurdere ziekenhuizen toch weer voor de hoofdprijs te gaan.’
Substitutie van zorg
Het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg is maar een deel van het verhaal. De afspraken gaan over substitutie van dure ziekenhuiszorg naar thuis en naar de eerste lijn. De verschuiving van budgetten zal moeten blijken uit het hoofdlijnenakkoord huisartsenzorg, waarover nog wordt onderhandeld. ‘We moeten nog maar zien of dat met elkaar gaat matchen.’ Knotnerus verwacht niet veel van verschuiving van tweedelijnszorg naar de huisarts. De huisartsen voelen zich al lange tijd overvraagd. ‘Ik zie meer in verplaatsing van ziekenhuiszorg naar goedkopere zorgomgevingen, zoals eerstelijnscentra. De zorg wordt nog wel uitgevoerd door medisch specialisten. Het blijkt dat de specialist hierdoor wordt uitgedaagd om patiënten uit het ziekenhuis te houden.’
Lees het akkoord: OnderhandelaarsakkoordMSZ2019-2022