De NVZ had bij de rechter bezwaar aangetekend tegen deze korting. Minister Hoogervorst kondigde de maatregel eerder dit jaar af vanwege budgetoverschrijdingen in de ziekenhuiszorg. Volgens de NVZ is de maatregel echter in strijd met het eerder overeengekomen prestatiecontract tussen VWS, de NVZ en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). In dit contract verplichtte de NVZ zich om meer patiënten te helpen door de zorg efficiënter en doelmatiger in te richten. Dat het ziekenhuisbudget overschreden is (ruim 190 miljoen in 2006 oplopend tot bijna 250 miljoen in 2007) komt volgens de NVZ door een onvoorziene stijging van de zorgvraag. Op grond van het prestatiecontract is dit volgens de NVZ een gedeelde verantwoordelijkheid.

De voorzieningenrechter in Den Haag stelt nu de NVZ grotendeels in het gelijk. Volgens de rechter betekent het prestatiecontract niet dat de ziekenhuizen overschrijding van de zorguitgaven eenzijdig moeten dragen. Het prestatiecontract impliceert tevens dat de overheid niet eenzijdig maatregelen mag nemen. Daarbij komt dat de ziekenhuizen de extra zorg geleverd hebben op verzoek van de zorgverzekeraars.

De rechter vindt is daarom van oordeel dat de minister moet zoeken naar “een evenwichtige verdeling van de pijn tussen de verschillende contractpartijen”. In concreto betekent dit dat de partijen terug moeten naar de overlegtafel. Gedurende dit overleg mag de minister de voorgenomen budgetkorting niet doorzetten. Dit neemt niet weg dat de minister volgens de rechtbank wel het recht blijft houden om op een later tijdstip een bepaalde macrokorting door te voeren. (ZorgVisie – Philip van de Poel)